Tijdverdrijf

Tijdverdrijf is een bezigheid om op een plezierige wijze de tijd door te komen.”
– dixit Wikipedia.

Dus als je iets leuk vindt – een activiteit Facebookgewijs een dikke duim zou geven -, dan probeer je als het ware de tijd te verdrijven. Als iets negatiefs, een zwerm vliegen die je met de hand of een vliegenmepper wegjaagt. Want tijd… Bah! Wie houdt daar nu van?

Wanneer je iets graag doet – ik denk aan vol-au-vent maken, een museum bezoeken, aperitieven of Scandinavische crimi kijken -, dan wil je toch net dat de tijd zo gestaag en liefst traag mogelijk wegtikt. Ooit al eens gedacht terwijl je volledig ontspannen in het schoonheidsinstituut vertoeft en een dame zorgvuldig jouw teennagels lakt: “Man, man, man, wat is teennagels lakken toch ongelofelijk fijn. Dat de tijd maar snel verdrijft!”.

Dus kunnen we met z’n allen nadenken over een correcter alternatief?

Tijdbijblijf?

Kommil Foo – Breken

Eerder sprak ik mijn liefde uit voor Kommil Foo – ook wel de broertjes Raf en Mich Walschaerts. Gisterenavond voelde ik tijdens hun nieuwste theatershow Breken in de Antwerpse Arenburg echter een lauw waakvlammetje, geen passie.

Jammer!

De broers brachten als vanouds een mix van muziek en woord, van humor en ontroering. Op voorhand waarschuwde ik mijn gezelschap dat ik doorgaans op een voorstelling van Kommil Foo een subtiel traantje wegpink. Vandaag kwamen ze helaas slechts één keertje stiekem in de buurt. Sommige stukken vond ik potsierlijk, sommige totaal niet grappig. Andere scènes 200% Kommil Foo, maar dan zo Kommil Foo dat ik het na pakweg 9 shows niet meer fris vind. Inwendig leek ik “Raak mij! Raak mij!” te schreeuwen. Niet dus.

Een omvangrijk deel van het publiek daarentegen lachte al toen ze bij wijze van spreken nog hun eerste zin moesten afmaken. Te pas, en ons inziens dus ook te onpas. Op het eind zorgde een vurig kind in de zaal wel voor een magisch moment tijdens de bisnummers. ‘Allemaal de pijp uit gaan’ werd uit volle borst meegezongen, in het Algemeen Nederlands en in het Antwerps. Toen Mich in volle finale het eindwoord wou inzetten, was de jonge fan met ‘gaan’ hem te vlug af. Hilarisch!

Ze maken nog steeds gebruik van hun beproefde formule: liefdesverdriet, een soortement sprookje over een koninklijke dame, een brokje jeugdsentiment, wat geluidjes, een scène in onderbroek (of ook al gezien in vroegere shows, een naakte piemel) en ‘iets doen met het decor’. Daarnaast uiteraard hun hese stemmen, een gitaar, een piano en een viool – mijn persoonlijke favoriet. En welsprekendheid. En humor. En gerodeerde interactie tussen deze beide manspersonen – in ‘Breken’ de één en de ander genoemd.

Laat tussen haakjes de vrouw in mij ook even aan het woord… Vroeger vond ik hen – met de nadruk op Mich – tevens bijzonder sexy. Misschien zat ik te ver, misschien zorgde de verlichting voor een vreemde schaduw in hun gezichten. Anyway, geen gevoel van “Wat een lekkere man!” te bespeuren in de Arenberg.

Theatershowgewijs vrees ik dus dat ik het opgeef. Laat mij maar wat sentimenteel wegdromen bij de magistrale muziek en dito teksten op hun ‘Lof der waanzin’ cd of de woorden en dito tekeningen uit hun Kommil Foo Songbook

En dan nog iets…


Deprecated: mb_strlen(): Passing null to parameter #1 ($string) of type string is deprecated in /home/imageee/elidesc.com/wp-content/plugins/bolcom-partnerprogramma-wordpress-plugin/src/BolPartnerPlugin/Widgets/Renderer/ProductRenderer.php on line 102

Een boek van Paulien Cornelisse

Paulien Cornelisse is hot tegenwoordig in Nederland, maar ook in België begint het lauw tot warm te worden voor haar. Twee maanden geleden verscheen haar tweede boek ‘En dan nog iets…’, de logische opvolger van de buitengewone bestseller ‘Taal is zeg maar echt mijn ding‘. Ondertussen loopt het ook storm voor haar theatershows, hopelijk binnen een redelijke termijn nog eens in Vlaanderen te aanschouwen.

De Amsterdamse schrijfster gaat in ‘En dan nog iets…’ verder op het elan van haar eerste boek. Ze verwoordt op hoogst vermakelijke wijze wat haar – en eigenlijk jou stiekem ook wel al eens – is opgevallen met betrekking tot taal. Sommige onderwerpen komen in beide boeken aan bod, zoals de Internationale Vrouwendag of voetbaltermen.

Vooral een stukje over de negatieve vraag charmeerde mij, omdat mijn vriend en ik al geregeld een soortgelijke discussie voerden met de oudere generaties. Tot wat het antwoord op de vraag “Wil je geen taart?” leiden kan…

Wellicht had ik beter iets meer ademruimte tussen ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ en ‘En dan nog iets…’ gelaten – nu welgeteld een halve dag, maar dat doet geen afbreuk aan de spitsvondigheid van haar stukjes. Wat een opmerkingsgave heeft die vrouw.

Ik wil meer horen, lezen of zien van Paulien. En het gevoel dat ik eigenlijk dat ganse boek graag door haar persoonlijk zou voorgelezen krijgen, blijft!

‘En dan nog iets…’ holderdebol.comder kopen?

 

Leestekens op Twitter

Ja, ik durf al eens een boompje opzetten over punctuatie.
Omdat ook schrift intonatie verdient, zelfs in tweets.

Er knaagt bij mij wel vaker iets taalgewijs als het over die 140 karakters gaat. Over hoe ander tweeten, doch evenwel worstel ik met mijn eigen leestekengewoontes.

Zo gebruik ik op Twitter veel te vaak een beletselteken – ook wel ‘drie puntjes’. In mijn laatste 25 tweets tel ik wel 14 keer die onvermijdelijke ‘…’. Dringende note to self dus! Verder slaag ik er quasi niet in om te tweeten zonder leestekens, al zou dat in bepaalde gevallen eigenlijk wel verantwoord, beargumenteerd en onderbouwd kunnen worden. Zo moest ik pagina’s lang terugscrollen om op mijn eerste leestekenloze tweet te stoten. Daterend van 28 maart 2012 – voor een veeltweeter als ik dus eeuwen.

Begrijp me niet verkeerd: ik ga prat op dat “er niet in slagen”. Want ook tweets vereisen punctuatie en bijgevolg intonatie. En dan zwijg ik nog over de hoofdletterterreur die ik vaak in Twitterville bespeur… Als een tweet niet met een hoofdletter start, kan dat mijns inziens enkel wanneer het om een merknaam met een kleine letter (à la venTura hierboven) gaat of om een bepaalde actie van de tweep – zoals “lacht met de ‘occasiewijven’ uit Comedy Casino…”. Geen andere excuses dus om eens minimalistisch te doen.

Kortom, verzorg uw taal in z’n letters, cijfers én tekens! Tevens als je iets gebald formuleert in maximum 140 tekens.