Tja, ik denk dat ik voor twee nog hangende blogposts met dezelfde intro mag starten als tijdens de lockdown dit voorjaar. Helaas. Toen startte ik mijn resto review over Jus, Shinsen en Bistrot Du Nord steevast met onderstaande disclaimer, uiteraard is de sneeuwvakantie niet meer aan de orde.
“Laat me starten met bekennen dat ik getwijfeld heb om deze blogpost te schrijven, want het voelt wat vreemd om een mening over een restaurant te formuleren wanneer de uitbaters door de Corona-maatregelen genoodzaakt zijn om hun zaak tijdelijk dicht te doen… Er staan nog een aantal restaurants op mijn ‘to blog’ lijstje, omdat ik er door de drukte van de voorbije maanden en een sneeuwvakantie (niet in Noord-Italië of Ischgl) met slechte WIFI niet toe gekomen ben. Uiteindelijk heb ik beslist om deze blogposts wél te schrijven: misschien kan het een duwtje in de rug zijn om – wanneer we terug uit eten kunnen – bij dit specifieke restaurant te reserveren. Tegelijk is het voor mezelf ook een manier om een paar etentjes van de voorbije maanden opnieuw te beleven bij gebrek aan beter – al geniet ik momenteel nog wel van het huiselijkheid.”
Het moet ondertussen meer dan een jaar geleden zijn dat Mico’s Kitchen de Antwerpse Kasteelpleinstraat inruilde voor de nog centraler gelegen Kloosterstraat en ook qua naam een update onderging naar Mico & Jon. Hoewel ik dol ben op Aziatisch eten en in Antwerpen wel wat gelijkgestemde vrienden heb wonen, raakte ik er pas vorige maand…
Ik duw als eerste luncher de glazen deur open, maar merk dat we zeker niet alleen zullen zitten: op de meeste tafels staat een bordje met ‘gereserveerd’. Wij mogen ons installeren aan een ronde tafel met een houten bank en een stoel als zitopties. Om te starten installeer ik mij op de bank en mijn iets later arriverend gezelschap vindt dat prima. Datzelfde gezelschap – beter gekend als Avocado van de Duivel – maakte trouwens pakken betere foto’s dan mezelf die middag, dus ik ben dankbaar dat ik deze beelden mag gebruiken.
We starten met een aperitief en dat zorgt meteen voor een grappig moment. Niet per se omwille van de smaak, al mag mijn witte wijn van het mij gekende wijngoed GEIL (€ 6) er absoluut wezen. Wel door het verraste gezicht van Caroline wanneer haar sake verschijnt. De aangeduide hoeveelheid (4 centiliter) was ons ontgaan, dus moeten we wel even lachen om dit schattige minitasje Tsuruume Yuzu (€ 4) met een mix van sake en yuzu. Jammer dat er geen referentiegrootte op de foto staat, maar geloof me: écht mini.
tsuruume yuzu | foto: Caroline D’hont
Lees verder →
Mag je na twee jaren op rij al van een traditie spreken? Ik zou durven stellen van wel… Dus: elk jaar trakteer ik mijn pa eens op een uitgebreide lunch. Vorig jaar spraken we af in Marke voor een topmiddag bij Restaurant Rebelle, dit jaar is het plan om Het Vliegend Tapijt van mijn restolijstje te schrappen. Dus zetten we opnieuw koers richting Marke… Langs een grote baan ligt het restaurant dat ik bij een vluchtige blik misschien eerder als brasserie zou categoriseren, maar eens binnen moet je je mening meteen herzien.
Mijn vader vergezelt mij een minuut later en kort daarna stelt de gastvrouw ons het lunchmenu voor. We knikken enthousiast, ook bij het tweede voorgerecht als optie. Maar first things first: we starten met een bubbeltje en daar horen enkele amuses bij.
rauwkost met yoghurt en pesto
van voor naar achter: parmezaan, varkenstong, makreel
Lees verder →
Wanneer een vriendin vertelt dat het voormalige volkscafé De Wan overgenomen is én een remake onderging zonder té hip te willen zijn spits ik mijn oren. Wanneer blijkt dat de specialiteit van het huis mossel friet is gaat mijn Belgisch hartje sneller kloppen. Dat klinkt als de ideale plek voor een leutig avondje uit: op naar The Wan & Only!
Ik fiets tot op het kruispunt waar de Sleepstraat overgaat in de San Salvatorstraat, helaas in de drukkende hittegolf die we begin augustus wederom mochten doorstaan. Mijn eerste vijf minuten bij The Wan & Only focussen zich bijgevolg enkel op rustig ademhalen. Mijn gezelschap maakt intussen een praatje met een habitué van De Wan die ook na de overname fan blijft. Ik ben niet in staat om veel te zeggen en luister gewoon mee…
op het menu
Lees verder →
De voorbije jaren maakte ik er geen geheim van dat ik de Aziatische food scene in Gent minder ontwikkeld vind dan die van Antwerpen. Maar het moet gezegd: Gent werkt aan een inhaalbeweging. Denk maar aan meer noedels dan enkel Eetramen in Oudburg: Golden Gai, Zuru Zuru en ook een Umamido vestiging vlakbij ons Gentse kantoor – ware het niet dat ik daar sinds maart bijna niet meer geweest ben natuurlijk. Dan zijn er nog die twee zalige Thaise spots: Aroy Aroy en Kin Khao. En geleidelijk aan komen er ook meer Indische opties: Horn OK Please wacht nog op mijn lijstje, de Gentse vestiging van Mission Masala testten we in juni uit met een koppel vrienden. De allereerste keer uit eten na meer dan drie maanden lockdown met veel home cooking en take away…
Anderhalf jaar geleden dineerde ik al eens bij deze übergezellige Indiër op de Antwerpse Troonplaats. Tijdens de lockdown zie ik een aantal keer hun (Gentse) take away voorbijkomen en net wanneer ik een poging doe om te bestellen, hoor ik dat ze zich zullen toeleggen op de heropening van hun restaurant aan Sint-Jacobs. Begrijpelijk en zo weet ik meteen waar we naartoe trekken in de weken na 8 juni.
Die avond zijn de temperaturen zomers en onze babysit stipt op tijd. Bijgevolg komen we iets te vroeg in de binnenstad aan en gaan voor een apero bij Café Ventura, onze eerste corona-café-ervaring. Een ober met een bus ontsmettingsgel en een mondmasker. Zullen we er ooit aan kunnen wennen? Het voordeel van meer dan een maand wachten met het schrijven van deze blogpost is dat ik nu weet dat het antwoord ‘Eigenlijk wel’ is. Maar goed.
Tegen 20u00 stappen we naar Mission Masala. Het terras zit vol en wij krijgen een tafel helemaal achterin, vlakbij een openstaand raam dat uitgeeft op de aanpalende straat. Een leuk plekje dat ze toevallig een tijdje geleden postten op hun Instagram account. Onze vrienden moeten even moeite doen om door de verstrengde aankomstprocedures te geraken, maar kunnen ons uiteindelijk toch vergezellen.
Foto: Instagram @missionmasala
Lees verder →
Een boek van Ivo Victoria
2020 was totnogtoe het jaar van de blitse leesstart en de coronapauze, en misschien ook wel het jaar van de Nederlandse auteurs… Met Moord op de moestuin hervond ik mijn leesflow. Zo welgemeend zelfs dat ik niet kon wachten tot de wijkbibliotheken terug open zouden gaan op dinsdag 2 juni en voor het eerst ooit een e-book kocht. Mijn tweede roman van Ivo Victoria, vier jaar geleden las ik – voornamelijk getriggerd door de titel – al Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt).
Ik wil het Nederland vs België ding niet groter maken dan het is, maar het toeval wil dat de in Edegem geboren auteur tegenwoordig in Amsterdam woont en werkt. Just saying.
Dit boek draagt als ondertitel ‘Een zoon wil zijn moeder nog één keer laten schitteren’. Ivo Victoria omschrijft als lijdzaam toeziende zoon hoe de ziekte Alzheimer de geest van zijn moeder langzaamaan inpalmt en welke gevoelens dit in hem opwekt. Nu is zijn moeder tachtigplus, lust ze iets te graag een glas wijn en herinnert ze zich plots niet meer dat haar zoon samen met zijn gezin uit Amsterdam op bezoek zal komen. Ooit was ze net zoals mevrouw Stevens een godsdienstlerares in de gemeentelijke basisschool, een trotse dame met een statige coiffure en elegante pianovingers die de dorpse herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog nog met zich lijkt mee te dragen.
De achteruitgang door Alzheimer wordt afgewisseld met scènes uit één groots verhaal dat zijn moeder vaak tijdens het avondeten met veel vuur verteld heeft: mevrouw Stevens besluit om het hoofd te bieden aan de pesterijen van schooldirecteur Pauwels – die omwille van een familievete daterend uit de de oorlog kiest om haar het leven zuur te maken. Intiem en grotesk wisselen elkaar af.
Eén detail brengt mij wel in de war. Wanneer hij schrijft over mevrouw Stevens, lijkt haar gezin te bestaan uit moeder, vader (ook wel de man die haar gelukkig maakt) en hemzelf. Ik citeer: “Maar toen ze enkele gelukkige jaren later, kort na haar huwelijk, in verwachting raakte van wat haar enige kind zou blijken te zijn, had ze haar loopbaan abrupt afgebroken.” Even later duiken in een anekdote over een home video aan zee ook broer en zussen op. Ik maak het te complex en verwacht mij aan een sensationele wending in de familiegeschiedenis, alleen moet de conclusie simpelweg zijn dat mevrouw Stevens en de moeder van Ivo Victoria niet 100% dezelfde persoon zijn.
Tot slot nog even over de titel: die verwijst naar de gewoonte van zijn steeds sneller vergetende mama om zaken bij te houden in een dagboek, haar agenda en op post-its. ‘Alles is OKÉ’ leest hij in haar agenda op dag dat ze met zijn broer en zussen (daar zijn ze opnieuw) een gezamenlijk etentje organiseren in haar appartement. Mooi zo.