Sallamangee

Lekkere lunchadresjes in de omgeving van mijn werkplek, ze zijn gegeerd goed.

Gisteren trokken mijn collega Caroline (@skaroline) en ik richting Sallamangee in het centrum van Vilvoorde. Met een behoorlijke omweg door de verwarring tussen de Ridderstraat (in Wemmel) en de Riddersstraat (in Vilvoorde). Gezien ook Zone 02 de beide verwisselde – een euvel waarvan ik hen intussen op de hoogte bracht, reden we een klein half uurtje op een traject dat in regelrechte omstandigheden maximum tien minuten in beslag neemt. Soit! We zijn er geraakt.

Doorgaans sta ik wat weigerachtig tegen eethuizen met een vernederlandste Franse naam. Je kent ze wel, de Bistro Kwiziens van deze wereld. Maar de Sallamange verdient omwille van de vier sterren in Zone 02 absoluut een eerlijke kans.

Bij aankomst meteen een positieve eerste indruk voor dit voormalige volkscafé dat op clevere wijze tot een brasserie is omgevormd. De jonge uitbaters begroeten ons vlot en hartelijk. Gelukkig belde ik onze reservatie door, want we krijgen het laatste tafeltje toegewezen. Het menu staat te lezen op de met krijtverf geschilderde muren. De drankkaart bestaat uit een schattig schoolschriftje met oranje retrohoesje, blauwe lijntjes en roze kantlijn. Dat ze daarin ook hun Facebookpagina en Twitteraccount vermelden, levert hen extra punten op.

Mijn collega pikt uit de salades de verse geitenkaas op drie wijzen met Serranoham en appel. Ikzelf ga voor de schep (paardenstoverij – een Vilvoordse specialiteit) met frietjes. Drankgewijs zij Maredsous, ik Vedett White. Tijdens de aanvaardbare wachttijd krijgen we nog een piepklein doch lekker preisoepje van het huis.

Onze borden worden geserveerd door Tom Van Mulders – leest mijn collega op het Twitterprofiel. Zij krijgt een originele compositie met op het bord Serranoham, wat appel en drie variaties geitenkaas: gebakken, vers en een gefrituurd kroketje. Daarnaast tevens een frisse salade. Voor mijn neus verschijnt een stevige portie schep met cresson, tomaat en een ruimschootse kom in ossenvet gebakken frietjes. Als echte Belg polst de uitbater of ik nog wat mayonaise wens, die na mijn instemming snel op tafel komt. Paardenstoverij valt wel niet te vergelijken met de smoutzachte paardensteak die ik eerder bij De Kuiper at, maar dit is geen verwijt naar Sallamangee toe.

Beiden 100% tevreden over het gekozen gerecht en het totaalpakket. Slechts een € 15 per persoon armer trekken we terug naar kantoor. Een voornemen rijker. Om hier vaker te komen. Want bij het wisselgeld vragen of we liever twee briefjes van € 5 willen om makkelijker te kunnen delen, dat is nu eens klantvriendelijk.

Cuichine

De Draakstraat draagt zijn steentje bij tot de Berchemse lunchadresjes. Schuin tegenover elkaar doen zowel KAMU als Cuichine moeite om op het middaguur foodies te bekoren met een betaalbare lunchformule. Een paar maand geleden checkte ik KAMU, gisteren de beurt aan Cuichine.

Als eerst aangekomene kreeg ik quasi meteen wat hapjes – een soort Japanse nootjes waarvan de naam mij nu ontglipt, kroepoek en wasabimayonaise met lente-ui – geserveerd. Ik bestelde een glas cava, al hadden ze in de schuimende categorie ook prosecco in de aanbieding.

Nog voor ik de menukaart in handen kreeg, besloot ik al om voor de lunchformule met voor- en hoofdgerecht te gaan. Het uiterst aantrekkelijke prijskaartje van € 16 bevordert deze beslissing als je merkt dat alle hoofgerechten op de kaart sowieso minstens € 3 hoger geprijsd staan. De lunchformule wijzigt op wekelijkse basis – wat als gevolg heeft dat mijn gezelschap en dito mayor van dit restaurant de dag voordien al dit menu achter de kiezen stak. Dus ikzelf volg de chef met gebakken inktvis en Kempisch varken, mijn tafelgenoot kiest voor dim sum en vervolgens gestoomde zeebaars. We bestellen tevens witte huiswijn en een fles spuitwater.

De excellente bediening, de veelbelovende kaart en het smaakvolle interieur doen vermoeden dat ze hun Bib Gourmand niet gestolen hebben. Uiteraard concluderen we dit pas bij de meet – en in het geval van een restaurant is dat de rekening.

Wanneer mijn disgenoot de gestoomde pasteitjes met vlees, vis en de vegetarische exemplaren voorgeschoteld krijgt, ontwaar ik een zelden geziene verrukking op zijn gezicht. Dat maakt mij natuurlijk nieuwsgierig genoeg om – godzijdank – te proeven. Tevens valt mijn inktvis met vijfkruiden in de smaak. Verfijnd, doch eenvoudig. Het duurt eventjes voor de hoofdgerechten op tafel verschijnen. Op mijn bord ligt gekarameliseerd Kempisch varken op zoetzure groentjes. Als begeleiding gewokte paksoi en plakrijst. Tegenover mij dezelfde begeleiding (en blijkbaar niet enkel vandaag bestaand uit paksoi) met gestoomde zeebaars.

Behalve de kennelijk beperkte variatie in groentengezelschap, kan ik geen minpunten bedenkingen over de keuken van Cuichine. Ze serveren eigentijds Chinees, een verademing vergeleken met wat wij van de meeneem kennen. Maar voornamelijk hun “Pekingeend all the way” menu intrigeert mij… Ooit wil ik dit proeven. Bij een gepaste gelegenheid. Niet als lunch dus. Gisteren klopten we af op € 80,50 en keerden voldaan terug richting werkplek.

Cuisine Chinoise. Cuichine.

Meer lezen over Cuichine?
Mijn tweede lunch.
Mijn derde lunch.

Meneer Afzal

De ongelooflijke veranderingen van meneer Afzal
(over zijn glazen been wordt niet gesproken)

Ongeveer een jaar geleden hield ik Studio Brussel voor bekeken. Te druk, te pop, te veel het omgekeerde van rustgevend. Ik wou een radicale switch, terug naar wat ik muzikaal echt apprecieer. Dat werd Klara.

Niet alleen omwille van de pakkende klassieke muziek. Beethoven met stip op één. Chopin, Mozart, Dvorák, Satie. Maar Klara schenkt ook aandacht aan het woord. De Woordkramerij rubriek in Espresso bijvoorbeeld. En sinds midden september nu ook het luisterspel over Meneer Afzal in Babel.

Met tekst van Pieter De Buysser en muziek van Kris Defoort. Veel wil ik niet prijsgeven over het verhaal. Gewoon luisteren. Naar de ongelooflijke veranderingen. De regering bestaand uit een octopus met z’n glibberige tentakels, het huilende monster in de grot, het verafgode afkalfkalf, …

Schitterende vondsten! Een streling voor het oor.
Iets om dagelijks rond 18u50 in de gebruikelijke file naar uit te kijken.

En het fijne aan radio is trouwens dat je de vrijheid krijgt om zelf binnenshoofds een beeld te schetsen van meneer Afzal en al wie zijn pad kruist tijdens die ongelooflijke veranderingen. Quasi totale vrijheid, met als enige vaststaand feit dat glazen been waarover niet gesproken wordt.

C… is king

Ondertussen alweer een jaartje geleden schreef ik voor The Conversation Manager blog een post met als titel Who’s the king. Over wie nu eigenlijk de koning in webland is. Want zowel content, context als contact kregen al de koningskroon van het wereldwijde web toebedeeld.

Nu durf ik wel eens smalend te doen over de Belgische trend om boeken te schrijven. Ik doe niet aan vingerwijzing, integendeel. Mijn buikgevoel zegt zelfs dat de Lannoo Campus hier een stimulerende – en bijgevolg dus positieve – rol in speelt. Maar ik waag mij bij wijlen wel aan een schertsende tweet. Zo ook toen ik vernam dat Jo Caudron met Media morgen – De media op hun kop een tweede boek uitbracht.

Gekscherend bedacht ik dat een boek voor een professioneel publiek rond dit thema op z’n minst een nieuwe “C… is king” moet bevatten. En jawel! Op de 93ste pagina las ik “Connection is king”. Vergeet content, context en contact. Het gaat om het connecteren, zeg dat Nokia het gezegd heeft…

Gezien ik dezer dagen beroepshalve in de mediasector en meer specifiek in de foodsfeer verkeer, beschouw ik dit als een gepast moment om mijn – zij het onnozele – bijdrage te leveren.

Confituur is king!
Of cantharellen, cuberdons (hetzij in een polyarchie).
Neen. Citroengras, chorizo, chutney.

Laat elke dag smaken!
En lang leve de koning…