Deze resto review schreef ik origineel in opdracht van Goesting magazine – dat maandelijks verscheen als bijlage bij De Morgen en Het Laatste Nieuws.
Een make-over van het interieur door Lieven Musschoot is een goede reden om even bij Villared in Izegem langs te gaan.
We voelen ons meteen goed in dit eigentijdse kader met donkere tinten. De professionele ontvangst helpt vanzelfsprekend. Intussen inspecteren wij de grote recto-verso menukaart om ons oog al snel te laten vallen op het Bib Gourmand menu (€ 37 voor drie gangen, € 52 voor vier). Rest alleen nog de vraag hoeveel gangen… Daar denken we over na met een glas champagne Dehours (Grande Réserve Brut – € 11,50) en uiteindelijk kloppen we af op drie.
Bij een hapje vitello tonnato bekijken we de wijnvoorstellen van de jongedame met als start de volle Zuid-Afrikaanse Longride (Chenin Blanc – € 8). Als voorgerecht verkozen we rundscanneloni, gevuld met sneeuwkrab, mierikswortel en crunchy chorizo boven gemarineerde zalm. De frisse combinatie van rauw rund met krab werkt; de komkommer, waterkers en mierikswortel versterken. Alleen de chorizo komt niet echt naar voor.
Tijd voor de volgende wijn: ik blijf bij wit met een iets lichtere Montrose (€ 6,50), een Chardonnay van de Côtes de Thongue. Daar verschijnt mijn mooie meid – het blijft een leuke visnaam – met asperges, karnemelk, dooierzwam en lardo (plus € 8). Op het bord ligt een stevig stuk perfect gegaarde vis met dunne plakjes Italiaans rugspek. In aparte kommetjes komen karnemelkstampers met zeekraal en de groentjes: witte asperge, broccoli en dooierzwam. Ik geniet en ook de overkant doet mee met lamsbiefstuk en –merguez.
Om af te ronden gaat mijn vriend voor West-Vlaamse kazen (plus € 5) en een glas Madeira (€ 7). Ik hou het bij chocolade, pompelmoes, bergamot. Wat mij betreft de minste gang van de avond, al schrijf ik dat eerder toe aan mijn persoonlijke smaak dan aan een slechte uitvoering.
Chef Dave Debal en gastvrouw Katja Berus maken doorheen de ganse avond indruk met de uitstekende Villared keuken en dito bediening.
Deze resto review schreef ik origineel in opdracht van Goesting magazine – dat maandelijks verscheen als bijlage bij De Morgen en Het Laatste Nieuws.
’t Sluizeken wordt steeds meer een hotspot voor fans van gezellig eten en drinken: Simon Says, Villa Bardon, Uncle Babe’s Burger Bar en nu ook Small & Tall.
We trekken onze woensdagse lunch op gang met een glas prosecco Trevisso (€ 5,50). Daar lust ik wel een hapje bij, Small & Tall zet immers op aperoplankjes, dips, … Eerst worden deze niet bij de lunch geserveerd; uiteindelijk blijken dips toch te lukken. Oef! Doe ons maar een trio (€ 7): artisjok & groene olijven, gegrilde paprika & feta, zongedroogde tomaat & parmezaan.
’s Middags bestaat het weekmenu uit twee boterhammen (kalkoenfilet of mozzarellasalade) en een dagschotel. Verder kun je ook steeds een al dan niet vegetarische pasta krijgen. Wij bestellen de dagschotel: homemade linzenburger met potato wedges (€ 11,50). Nogal wat mensen lopen binnen voor (Take Eat Easy) takeaway met als gevolg dat alle burgers om 12u30 uitverkocht blijken. Ze beloven er bij te maken, al zal dat wel even duren… Graag, want ik ben niet in een boterhammenbui. Tijdens het wachten werpen we ons op de smaakvolle homemade dips.
Intussen checken we de wijnkaart: ik kies de witte Waltner uit de Oostenrijkse Wagram (€ 4), hij de rode Liverna uit de Franse Languedoc (€ 4). De wijntjes worden eerst vergeten, maar verschijnen – na een tip van een opmerkzame vriend des huizes – alsnog. Beide wijntjes bevallen, evenals de burger. Voor ons staat een stevig bruin broodje met spread van rode biet, scheuten, verkruimelde geitenkaas en in de hoofdrol een erg geslaagde linzenburger. Het gezelschap bestaat uit gebakken aardappelpartjes, rucola, kerstomaatjes en mayonaise. Allemaal huisgemaakt en ik besef dat de keuzes daardoor beperkt blijven. Alleen vind ik het persoonlijk té beperkt. Moeilijke eters kunnen dus best even vooraf hun Facebookpagina raadplegen.
We rekenen af aan de toog en besluiten dat we nogmaals terugkeren op een ander moment van de dag, want ik zie mij wel al zitten op hun terras met relaxte drankjes en hapjes.
Deze resto review schreef ik origineel in opdracht van Goesting magazine – dat maandelijks verscheen als bijlage bij De Morgen en Het Laatste Nieuws.
Op een woensdag zakken we af naar Deinze voor een primeur: de Nepalees Om Sharma opende met Kamakura het eerste sushirestaurant in de stad.
We arriveren als eerste klanten van de avond en iedereen schiet in actie: de dienster vraagt meteen of we cava van het huis willen – om de opening te vieren. Graag! Het blijkt geen brut te zijn, dus knappen we wat af op die zoete bubbels. Als hapje bestellen we intussen gyoza (€ 8) en yakitori mix (€ 8,50). De bediening mag je op z’n zachtst gezegd ‘speciaal’ noemen. De jongedame lijkt wat onwennig: ze komt ons eerst een kookboek en daarna een folder voor het afhaalmenu brengen ‘om het wachten wat te verzachten. Praten we te weinig of is dit een waarschuwing?
Ondertussen lopen er nog twee tafels vol, dus de aandacht van de serveerster wordt – gelukkig – wat gespreid. Na een behoorlijke poos verschijnen de voorgerechten. Lang wachten kan twee dingen betekenen: zowel laten ontdooien als à la minute bereiden kosten tijd. Bij beide hapjes liggen verse groenten, dat kan de andere ondermaatse ingrediënten echter niet maskeren.
Op de menukaart staan tevens breder Aziatische gerechten: wok met noedels, pad thai, curry’s. Wij zijn bij Kamakura voor sushi en daar houden we ons ook aan. Ik verkies doorgaans om geen boot te bestellen, want dan kan je gerichter en persoonlijker selecteren… Qua drankjes lust ik wel een pint (€ 2,50), mijn vriend vraagt rode wijn (€ 4,20).
Opnieuw wat wachten later komen de vijf sushirollen. De vreemde crazy chicken (€ 8,50) bevestigt mijn vermoeden: sushi met kip werkt niet voor mij. De tonijn bij de crazy tuna (€ 7,50) kleurt te donker, de zalm bij de spicy salmon (€ 5,50) onnatuurlijk roze. In mijn hoofd knettert het, want ik wil niet nadenken over de versheid van de vis… Ik blokkeer en we vragen om af te rekenen nog voor onze borden leeg zijn.
Eén boodschap aan de uitbater: krik dringend de kwaliteit over de ganse lijn op als je wil vermijden dat de Deinzenaars naar Gent blijven rijden voor sushi…
Om het einde van een era te vieren, spreek ik met een collega en voormalige teamgenoot af om te gaan lunchen. Gezien mijn permanente honger naar nieuwe adresjes, kijk ik dan – indien de goedkeuring van het gezelschap – even op mijn restolijstje. Daar stond Meat & Great al even op, maar deze bistro in de Vlaanderenstraat blijkt inmiddels een paar maanden gesloten te zijn.
Nog hoger op mijn lijst bevindt zich Steendam 66 – even ter verduidelijking: hoe hoger op de lijst, hoe langer het restaurant er al op staat. We besluiten dus om richting Steendam te trekken. Ik parkeer wegens gietende regen ongeveer vlak voor de deur en wandel rond 12u30 binnen. Er zitten nog enkele andere tafels met gezelschappen die ik op het eerste zicht als business lunchers zou labelen in dit voornamelijk houten interieur. Gezellig!
Lees verder →
Een boek van Saskia De Coster
Mijn tweede Saskia De Coster, na Wij en ik. Wanneer een vriendin mij dit boek uitleent, verwijzen we naar die andere roman van Saskia De Coster. Vreemd genoeg kan geen van beiden zich écht goed herinneren waarrond het verhaal in ‘Wij en ik’ nu ook alweer draait. Dat pleit niet echt voor Saskia De Coster. Maar goed, we vergeten deze vorm van lezersdementie even en ik ga van start in ‘Wat alleen wij horen’.
Lees verder →