Veranda Berchem (gesloten)

Op een steenworp van Berchem station en in het o zo bejubelde Zurenborg ligt Veranda, voormalige verfwinkel en nu restaurant met Davy Schellemans als chef. Een kok die aanleunt bij de Flemish Foodies stijl – ja, ik durf van een stijl te spreken.

Gezien ik lunchen een budgetvriendelijke manier vind voor culinaire kennismakingen, reserveerde ik deze middag een tafel. Bij aankomst ben ik meteen gecharmeerd door de eigentijdse inrichting en het zakdoekformaat van de voor- en achterkamer – lichtjes overdreven, maar echt niet groot. Een gezwinde no nonsense ober verwelkomt en laat de keuze voor een tafeltje bij ons. Ik ga voor centraal voorin.

Op het krijtbord aan de muur staat het menu te lezen. Aan tafel krijgen we de uitgebreide wijnkaart en een hele boterham uitleg bij het menu: welke formules, welke prijzen. We gaan voor het lunchmenu (voor- en hoofdgerecht voor € 23). Het volledige menu  (2 voor, 1 hoofd, 2 dessert voor € 45) als mogelijkheid skippen we dus, al dan niet dessert (€ 7) besluiten we pas te beslissen na het hoofdgerecht.

De fles Oostenrijkse Veltliner (verdere details registreerde ik niet) en het spuitwater komen op tafel, samen met een tartaar van coquilles en schuim van mierikswortel als fris hapje. Bestellingen opnemen en drank opdienen behoren tot het domein van de kwieke ober, de gerechten komen tot bij ons via de – een gokje – sous-chef.

wulken met emulsie van daslook, ui en crème van parmezaan

kalf uit de Corèze, groene asperges, oesterzwammen en mosterd

texturen van Granny Smith (rauw, spons, sorbet, mousse en merengue)
met rammenas en platte kaas 

Jawel, ik zwichtte nog voor het dessert. Of het de Granny Smith zou worden, of de kalamansi (blijkbaar een ‘oude’ kruising tussen mandarijn en kumquat) liet ik aan de chef over. Het werd appel, met als argument dat het andere dessert nog in de ontwikkelingsfase zit. Spannend! Mijn disgenoot verkoos een dessertwijn als dessert.

Ik ben volmondig overtuigd. Zelden at ik zo fris en verfijnd voor zo’n doenbaar bedrag… Davy Schellemans lost moeiteloos mijn verwachtingen in. I’ll be back!

Tajine met lamsgehakt

Tajine, op en top Marokkaans. Instant gekatapulteerd naar Essaouira of M’hamid.
Nog argumenten nodig om thuis aan de slag te gaan met die typische aardewerken pot? Quasi geen afwas en tijdens het pruttelen uitgebreid de tijd om te aperitieven!

Ik gebruik een tajine met een doorsnede van ongeveer 30 cm voor 2 personen. Wellicht ruimschoots gerekend, maar daar staan wij nu eenmaal voor. Ruimschoots.

Wat mij tijdens onze reis door Marokko wel opviel, is dat wij Belgen tajines steevast complexer maken dan de Marokkanen. En is dit nu niet the story of de Belgische keuken? Italianen beperken de ingrediënten voor hun pasta en zo doen ze ook in Marokko voor hun tajine. Denk tajine met kip, citroen en olijven. Dan krijg je dus een tajine met kip, citroen en olijven – en nog wat kruiden. Vergeef mij dus onderstaand overdone Marokkaans recept (met weliswaar enkele Turkse touches)! Geloof mij gewoon dat het overheerlijk is…

Ingrediënten

  • 400 gr gekruid lamsgehakt (halal, van bij de Turkse slager)
  • 3 aardappelen
  • 2 zoete patatten
  • 1 rode paprika
  • 2 wortelen
  • 1 sjalot
  • 1 rode ajuin
  • 1 groen pepertje
  • 1 handvol amandelen
  • 1 Turks brood
  • ras-el-hanout
  • komijn
  • kaneel
  • kurkuma
  • peper
  • olijfolie

Bereidingswijze

  • Stoof het versnipperde sjalotje aan in de tajine met wat olijfolie
  • Voeg het lamsgehakt toe en de helft van het versneden groene pepertje
  • Snij de aardappelen en de groenten in partjes, schijfjes of reepjes
  • Stapel boven op het gehakt eerst de aardappelen en de zoete patatten
  • Overstrooi met de helft van de amandelen, de rest van het groene pepertje, de helft van de rode ajuin en kruid uitvoerig
  • Leg hierop vervolgens de paprika en de wortelen op
  • Werk af met de rest van de rode ajuin, de amandelen en nog meer kruiden
  • Voeg een half glas water toe
  • Zet het deksel op de tajine en laat ongeveer een uurtje sudderen

Bismillah!

Bijna als een toerist…

Vandaag wou ik kost wat kost bewegen, dus stapte ik niet zo lang na het ontwaken op mijn fiets. Deze fiets is niets bijzonder, of misschien in zekere zin wel omdat het nog steeds de fiets is die ik ter ere van mijn Plechtige Communie van mijn ouders kreeg.

Voor mezelf besliste ik 40 à 50 km door te trappen – zo op de limiet van wat een ongetrainde fietster als ik aankan. Een beetje langs het water, mogelijkheden zat als je vanuit Gent vertrekt: Leie, Schelde stroomafwaarts, Schelde stroomopwaarts, haven, kanaal Gent-Terneuzen, … Ik opteerde voor de Schelde richting Oudenaarde.

Na ongeveer 10 km zat ik er eerlijk gezegd al een beetje door: wind op kop en niet al te warm. Daarenboven voelde ik mij steeds kleiner en kleiner worden bij elk kruisen met of ingehaald worden door een wielertoerist. Wat probeer ik eigenlijk te bewijzen op een feestdagmorgen? Zij zitten ingepakt als echte renners op hun semi-professionele fiets en zoeven! Ik haalde bij momenten nog geen gemiddelde van 15 km per uur. Schaamtelijk.

Soit, ik zette door met Bredero in het achterhoofd. En toen ik na een 20tal km de Schelde in de buurt van Eke overstak, voelde ik voor het eerst vandaag de wind mij een duwtje in de rug geven. Als herboren fietste ik langs de uitgestippelde knooppuntenroute terug door Melsene. In Schelderode besloot ik echter om van mijn originele plan af te stappen en simpelweg langs de Schelde terug te fietsen – weliswaar aan de andere kant van het door getrainde wielertoeristen geliefde Wouter Weylandt traject. Helaas bleef het niet regenloos, maar met mijn K-Way’tje kon ik die miezer wel de baas.

Ik klopte uiteindelijk af op 39,09 km, een kilometertje te weinig dus voor mijn beoogde doel. Volgende keer beter en verder! Hopelijk zonder wind en regen. En op termijn gaarne met een iets gesofisticeerdere fiets – al word ik wellicht nooit een echte toerist.

En dan nog iets…

Een boek van Paulien Cornelisse

Paulien Cornelisse is hot tegenwoordig in Nederland, maar ook in België begint het lauw tot warm te worden voor haar. Twee maanden geleden verscheen haar tweede boek ‘En dan nog iets…’, de logische opvolger van de buitengewone bestseller ‘Taal is zeg maar echt mijn ding‘. Ondertussen loopt het ook storm voor haar theatershows, hopelijk binnen een redelijke termijn nog eens in Vlaanderen te aanschouwen.

De Amsterdamse schrijfster gaat in ‘En dan nog iets…’ verder op het elan van haar eerste boek. Ze verwoordt op hoogst vermakelijke wijze wat haar – en eigenlijk jou stiekem ook wel al eens – is opgevallen met betrekking tot taal. Sommige onderwerpen komen in beide boeken aan bod, zoals de Internationale Vrouwendag of voetbaltermen.

Vooral een stukje over de negatieve vraag charmeerde mij, omdat mijn vriend en ik al geregeld een soortgelijke discussie voerden met de oudere generaties. Tot wat het antwoord op de vraag “Wil je geen taart?” leiden kan…

Wellicht had ik beter iets meer ademruimte tussen ‘Taal is zeg maar echt mijn ding’ en ‘En dan nog iets…’ gelaten – nu welgeteld een halve dag, maar dat doet geen afbreuk aan de spitsvondigheid van haar stukjes. Wat een opmerkingsgave heeft die vrouw.

Ik wil meer horen, lezen of zien van Paulien. En het gevoel dat ik eigenlijk dat ganse boek graag door haar persoonlijk zou voorgelezen krijgen, blijft!

‘En dan nog iets…’ holderdebol.comder kopen?

 

Leestekens op Twitter

Ja, ik durf al eens een boompje opzetten over punctuatie.
Omdat ook schrift intonatie verdient, zelfs in tweets.

Er knaagt bij mij wel vaker iets taalgewijs als het over die 140 karakters gaat. Over hoe ander tweeten, doch evenwel worstel ik met mijn eigen leestekengewoontes.

Zo gebruik ik op Twitter veel te vaak een beletselteken – ook wel ‘drie puntjes’. In mijn laatste 25 tweets tel ik wel 14 keer die onvermijdelijke ‘…’. Dringende note to self dus! Verder slaag ik er quasi niet in om te tweeten zonder leestekens, al zou dat in bepaalde gevallen eigenlijk wel verantwoord, beargumenteerd en onderbouwd kunnen worden. Zo moest ik pagina’s lang terugscrollen om op mijn eerste leestekenloze tweet te stoten. Daterend van 28 maart 2012 – voor een veeltweeter als ik dus eeuwen.

Begrijp me niet verkeerd: ik ga prat op dat “er niet in slagen”. Want ook tweets vereisen punctuatie en bijgevolg intonatie. En dan zwijg ik nog over de hoofdletterterreur die ik vaak in Twitterville bespeur… Als een tweet niet met een hoofdletter start, kan dat mijns inziens enkel wanneer het om een merknaam met een kleine letter (à la venTura hierboven) gaat of om een bepaalde actie van de tweep – zoals “lacht met de ‘occasiewijven’ uit Comedy Casino…”. Geen andere excuses dus om eens minimalistisch te doen.

Kortom, verzorg uw taal in z’n letters, cijfers én tekens! Tevens als je iets gebald formuleert in maximum 140 tekens.