Pluk de dag, tok een eitje

Eitjes en Elise, het zijn dikke vrienden.

Als kind al ging ik het liefst bij oma en opa eten op vrijdag, want dan waren er roereieren met frietjes. Ja, goede christenen aten vroeger op vrijdag geen vlees. Ook wanneer ik met mijn ouders op reis was in Engeland, kon ik het bij het English breakfast niet nalaten om voor de scrambled of fried versie te gaan naast die overheerlijke bonen in tomatensaus.

En dan volgde mijn vegetarische periode… Van mijn 13 jaar ongeveer tot mijn 20. Ik at behoorlijk gevarieerd, met dank aan mijn vroeger ook veggie papa en mijn flexibele mama. Veel burgers van La Vie Est Belle, een beetje seitan af en toe, veel peulvruchten. Maar voornamelijk te veel eitjes. Omeletten, paardenogen – aka spiegeleieren (overigens overheerlijk in combinatie met gestoofde sojascheuten).

En samen met vriendinnen zongen we altijd “Pluk de dag, tok een eitje” met twee ritmische tikken op de schaal van een zachtgekookt ding erachteraan. Maar waar komt dat zinnetje eigenlijk vandaan? Even Googlen en YouTuben later stoot ik op een reclamefilmpje uit de jaren negentig. Het blijkt “Breek de dag, tik een eitje” te zijn. Tja, het geheugen is soms selectief en contamineert een beetje met “Carpe diem!”.

Wat denken jullie? Vrijdag is het Wereldeierdag. Misschien nog eens doen zoals die goede oude christenen en op vrijdag dat stukje vlees of vis vervangen door een doodeenvoudig of ietwat formidabeler geprepareerd ei? Inspiratie voor net iets meer dan een omelet champignon – waar overigens niets mis mee is – vind je op http://www.ei.be.

De Vijfde explosief!

Gisteren stootte ik via de uitkalender in De Morgen op het programma van het Festival van Vlaanderen in Gent: “De Vijfde explosief!” – een uitvoering van Ludwig van Beethovens Symfonie nr. 5 in de Sint-Michielskerk. De website geeft “SOLD OUT” aan.

Toeme! Damn! Verdammt! Wat nu? Wat zijn de opties?

Ik leg mijn oor even te luister via Twitter en Facebook. Gelukkig reageert de officiële Twitteraccount @gentfestival dat de laatste tickets te koop zijn aan de ingang. Ik neem mij voor om eens impulsief te doen – niet meteen een karaktertrek van mijnentwege – en het er op te wagen. Toen ik dat ’s avonds thuis vertelde, nam mijn wederhelft meteen zijn gsm en pleegde een telefoontje. Eén enkel gesprek later was het geregeld… Afspraak om 20u15 aan de ingang van de Sint-Michielskerk voor vrijkaarten. Spannend!

Wanneer we rond 20u aankwamen, checkte ik even bij de balie naar de nog beschikbare tickets. Het bleken er welgeteld 12 te zijn, op nogal onfortuinlijke plaatsen uiteraard. Toch zag ik voor mijn neus plaats na plaats verkocht worden. Gelukkig daagde onze connectie op met twee mooie tickets (rij 16 in de middenbeuk) en kaartjes voor de receptie achteraf.

Dolgelukkig schuifelde ik de kerk in, hiermee de gemiddelde leeftijd gevoelig naar beneden halend – ik gok op een jaar of 50. Ondertussen nam ik het pogrammaboekje even door en leerde dat het een nogal eigenzinnige uitvoering van de 5de symfonie zou worden. Spira Mirabilis kiest er namelijk voor om zonder dirigent te spelen. Herinner je nog het gevecht van Tom Waes in een aflevering van Tomtesterom met de “ta-da-da-daaaaam”? Volgens deze groep jonge muzikanten kan een symfonie perfect uitgevoerd worden zonder stokje.

Het concert startte rond 20u30 met een uitleg door Francesco en Timoti over de filosofie van het ensemble. De violist Timoti laat passages horen op verschillende manieren geïnterpreteerd. Voor het ongeoefende oor is het verschil niet altijd even makkelijk te horen, maar we begrijpen de boodschap. Sommige nuances beslissen ze à la minute tijdens het concert, door een initiatief van een bepaalde muzikant bijvoorbeeld. Andere zaken leggen ze op voorhand vast, omdat dat volgens hen evidenties waren voor Ludwig van Beethoven. Bovendien kiezen ze er bewust voor om maar één werk uit te voeren op een concert en daarvoor te oefenen, oefenen, oefenen. Sommige festivalorganisatoren of concertpromotoren appreciëren deze aanpak niet wegens té korte optredens, maar daardoor zijn ze dubbel zo dankbaar als ze wel gevraagd worden. Een dikke dankjewel dus richting het Festival van Vlaanderen Gent!

Rond 21u starten ze dan… Ta-da-da-daaaam. Ta-da-da-daam. En ze zijn vertrokken. Een half uurtje muzikaal genieten, in een indrukwekkend kader met helaas ongemakkelijke en te dicht bij elkaar opgestelde stoelen. Door de akoestiek in de kerk vind ik wel dat Spira Mirabilis iets te zacht speelt. Iets meer fortissimo af en toe leek mij bevorderlijk voor de impact. Nooit eerder woonde ik een uitvoering van de 5de symfonie bij, dus ik smul.

Doorheen het concert valt mij wel op dat ze zonder dirigent spelen, maar alle ogen zijn quasi ononderbroken gericht op de eerste viool – een expressieve dame met een zwiepende bos krullen. Wat mij bij de opstelling van hun orkest wel opvalt, is dat de dame met de piccolo rechts staat naast de pauken en dus niet bij de dwarsfluiten. Een volgens mij abnormale opstelling, of er ontgaat mij een stukje muziekgeschiedenis. Verder trekt een klarinetspeler – volgens de website vermoedelijk Igor Armani – de aandacht door zijn levendige manier van spelen. Bijzonder amusant.

Dat er tussen de verschillende delen van een symfonie niet geapplaudisseerd wordt, voelt voor mij soms wat ongemakkelijk. Maar dat maakt het publiek goed op het einde van het concert – al moeten de muzikanten wel tot hun tweede verschijning wachten op een staande ovatie. Wij passen wel voor de vraag- en antwoordsessie.

Lichtjes neuriënd wandelen we richting Het Pand voor de receptie. En uiteraard kan ik het als zelfverklaarde foodie niet nalaten om een paar woordjes over de catering neer te schrijven. Die wordt verzorgd door Foodsie. Bij het binnenkomen blijkt dat ze nogal onvoorbereid in allerijl cava beginnen uit te schenken. Hoort het niet meer om aan de ingang klaar te staan met (weliswaar niet al te lang op voorhand) ingeschonken glazen op een dienblad? Nu creëren ze meteen al chaos en troepen de concertgangers samen rond die paar tafels waar de drankbron zich bevindt.

Wij stellen ons uiteindelijk eerder aan het einde van de zaal op. Tijdens de receptie met walking dinner komen ze gelukkig wel voldoende rond om de glazen bij te vullen, ook tot aan de eerder uithoeken. Eetgewijs ontgoochelt Foodsie ronduit met de drie hapjes die tot bij ons komen: kipvingers met tartaarsaus (beiden gelukkig homemade), toastje met wildpaté en veenbessengelei en pompoensoep. De soep valt blijkbaar niet bijzonder in de smaak of ze hebben zich in hoeveelheid vergist, want hiermee blijven ze maar aandraven.

Anyway, ik klaag niet echt. Want ik had al gegeten en die receptie kwam er plotsklaps als extraatje bij. Ik onthou gewoon dat ik Foodsie nooit zelf zal inschakelen als catering!

Tot slot nog even meegeven dat het concert wordt uitgezonden door Klara op 9 oktober om 20u in het programma ‘In de loge’.

Echt

Een boek van Guillaum Van der Stighelen

Getriggerd door een tweet van Steven Van Belleghem googelde ik op “echt guillaume van der stighelen” en belandde in de Lannoo e-shop. Kostprijs € 10, exclusief € 2,50 verzendkosten. Daar scheurt niemand zijn broek, rok of kleedje aan… Maar toen interageerde de auteur via datzelfde medium. Zijn verduidelijking luidde dat het om een essay ging, geschreven naar aanleiding van de Maand van de Spiritualiteit. Brrr… Horror! Snel verwijderde ik het boek uit mijn elektronische winkelmandje.

Want spiritualiteit, dat associeer ik met Ingeborg en haar tovermantel. Met Brigitta Callens en haar raja yoga, met vroegere hippievrienden en hun chakra’s. Maar bovenal met “Waar is Barry?”, de zaalshow van Bart Cannaerts. Toen hij schertsend uithaalde naar zij die met existentiële vragen als ‘Is dit het nu?’ worstelen. Neen, er is niets meer. Dit is het . Dit is het leven. Hier moet je het mee doen. Eindelijk iemand die op humoristische wijze mijn levenshouding zowat samenvat.

Diezelfde avond zit Guillaume Van der Stighelen in De Kruitfabriek en tegen in het bijzonder mijn verwachting in aanhoor ik een gesprek wars van zweverigheid. Het gaat over plastic bloemen en tomatensaus uit bokalen. Lieven Scheire blijkt fan.

De volgende ochtend bestel ik “Echt” alsnog.

Nog geen 24 uur na de snelle levering heb ik het essay uit. Niet zo verwonderlijk, want het boekje is een bijzonder charmant kleinood van 107 pagina’s dat denderend vlot leest. De schrijver slaagt er in om ten allen tijde weg te blijven van het adjectief ‘klef’. Jeugdsentiment komt dan weer wel breedvoerig aan bod: de les natuurkunde, de zeilboot van zijn ouders, de ontdekking van het andere geslacht.

Een paar wondermooie zinnen of passages wil ik jullie niet onthouden.

De liefde. Want ik was er klaar voor toen. Onvoorwaardelijke en oprechte liefde. Onberedeneerd en onstuimig, en tegelijk ook ernstig en beheerst. Ik geloofde erin. Elke keer voor ik op een feestje een meisje tongzoende, moest ik weten of het ernst was. Of ze het wel meende. Ik heb veel getongzoend, want vrouwen konden ook toen al goed liegen.

… de luchthaven die de Amerikanen hebben genoemd naar de man van wie ze zoveel hielden dat ze hem doodschoten.

… langs kleine Zeeuws dorpen waarvan de namen naar mosselen, oesters en schol roken.

Het ver brengen. Wát ver brengen? Waarheen? Voor wie?

Het tegengestelde brengt je dichter bij de werkelijkheid.

Het voorbije jaar kwam de voormalige copywriter tegen wil en dank in de media als de vader die zijn zoon door een stom ongeluk verloor. Het rouwen komt op twee plaatsen in het boek piepen. In de eerste passage voel je hoeveel pijn het doet, alsof je zelf pijn hebt. Er valt een stilte die die pijn omarmt, een pijnlijke stilte van anderhalve blanco pagina lang. Even slikken en dan die spreekwoordelijke bladzijde omslaan.

Over het antwoord op de vraag wat nu ‘echt’ en ‘onecht’ is, leer ik voornamelijk dat ik niet té hard mijn best moet doen. Echtheid ligt in de waarheid, maar evenzeer in de leugens. Echt is geen maatbekertje voor kenners. Ook in onecht zit een stuk echt vervat.

Beslist de moeite van het lezen waard! En zij die zelf schrijven – waaronder ik mezelf met deze blog reken – kunnen niet anders dan Guillaume Van der Stighelen onderkennen als een woordmeester, een man met een benijdenswaardig talent.

‘Echt’ holderdebol.comder kopen?

 

Kip à l’Asiatique

Mijn moeder bezorgt mij altijd kippen van een dorpsbewoner die ze zelf kweekt. Kipjes met een grote K dus. Ik forceer mezelf af en toe om er iets anders mee te doen dan vol-au-vent maken (desalniettemin verdomd lekker) of in de oven à la Jamie Oliver bakken. Dus plande ik voor een vriendenbezoekje om het op z’n Aziatisch aan te pakken.

De dag voordien ontdooide ik de kip om die vervolgens te koken in een ruime hoeveelheid water. Qua smaakmakers voegde ik een wortel, enkele selderstengels en een ajuin geprikt met kruidnagel toe. Anderhalf uur later zette ik het vuur uit.

En dan om van die gekookte kip een Aziatisch stoofpotje te maken…

Ingrediënten

  • 1 gekookte kip
  • 1,5 l kippenbouillon
  • 1 bakje peultjes
  • 2 wortelen
  • 1 rode paprika
  • 1 bakje shimejis (Aziatische paddenstoelen, verkrijgbaar bij Delhaize)
  • 1 blikje kokosmelk
  • 2 cm gember
  • 2 rode pepertjes
  • Thaise basilicum
  • koriander
  • zwarte peper
  • arachideolie
  • 250 gr basmatirijst

Bereidingswijze

  • Maak het vlees los van de karkas van de kip
  • Snijd de paprika en de wortelen in lange reepjes
  • Stoof ze samen met de peultjes aan in arachideolie
  • Voeg de fijngesneden gember en de rode pepertjes toe
  • Overgiet met de helft van de kippenbouillon
  • Voeg na 10 minuten de kip en de rest van de kippenbouillon toe
  • Roer hier tenslotte de paddenstoelen, de Thaise basilicum en de kokosmelk door
  • Kook ondertussen de basmatirijst
  • Werk het stoofpotje af met zwarte peper
  • Dien op met de rijst en wat verse kruiden (Thaise basilicum en koriander)

Mijn excuses voor de vage foto…
Probeer het recept toch maar eens uit en laat mij weten als je zelf een beter beeld hebt! ;)