Bijna twee jaar geleden schreef ik neer dat ik mosselen het liefst zelf klaarmaak, of ze moesten uit Marina Di Pisa komen of in Dôme Sur Mer geserveerd worden.
Vandaag overklaste ik echter al mijn eerdere mosselervaringen. Thuis. Homemade. Begeleid door zelfgemaakte frietjes, mayonaise, mosterdmayo, in de pot uien en selder.
We kochten ze bij Het Vismijntje in Zeebrugge, een visadresje dat we via Antwerpse vrienden met een pied à terre aan de Belgische kust ontdekten. Sindsdien komen we er vaak voor langoustinegatjes, wulken, garnalen, krabbepoten en vis, vis, vis. Vandaag zeewolf en pladijs voor de diepvries. Daarnaast mosselen voor directe consumptie.
De visboer kan ons enkel nog Imperial mosselen aanbieden. Wij knikken. Hij snijdt tijdens zijn pleidooi tegen de met gas gevulde vacuümverpakkingen in de supermarkten een jutezak open en schept daaruit 2,5 kg mosselen. Geen goedkope exemplaren, want we betalen ongeveer € 21 voor dit zwarte goud.
Ik proef met mijn ogen dicht pure mossel zonder franje (als in frietjes of mosterdmayo) en denk: “Oh, yeah!”. De perfectie in mosselland. Vol, vlezig, zilt.