Mezelf doelen stellen, dat doe ik zo ongeveer continu. Ook wat koken betreft. Want ik kook graag, ik eet graag en – ja, vooraleer iemand het niet kan laten om er schertsend over te doen – ik deel graag the social way wat ik verorber.
Mijn probleem is echter dat ik chef noch hobbykok ben, daar het mij aan die verdomde basisvaardigheden ontbreekt. Nog nooit klopte ik een hollandaise of een béarnaise en om vis te fileren bezit ik niet dat broodnodige fileermes. Een kookkneusje dus: zonder opleiding, zonder materiaal, met een krotkeuken. Gelukkig komt in dat laatste binnenkort verandering en dan zal ik vervolgens aan mijn tweede mankement werken. Wat betreft scholing heb ik geen ambitie. Laat mij maar wat knoeien en zelf dingen ondervinden…
Kortom, veel woorden om enkel nog maar te starten met verklaren waarom mijn mousseline deze avond mislukt is!
Het plan was gebakken zalm, gekookte asperges en krieltjes met mousselinesaus. Als leidraad nam ik het recept uit Plat Préféré bij de hand. Tevergeefs. Waar liep het fout? Wel, het loskloppen van de eierdooiers met witte wijn (water als andere optie) op een laagje vuurtje bestempel ik als feilloos. Toen mijn garde in de schuimige massa aftekende, voegde ik naast het vuur de geklaarde boter toe. Daar begon mijn saus te schiften – alsof ik te veel boter toevoegde, of te snel, of te warm. Er was geen weg terug (of ik kende die niet): mijn saus verdween na een aantal wanhopige reddingspogingen in de gootsteen.
Und jetzt? Wel, de asperges en de krieltjes waren perfect gekookt. Mijn lief nam de zalm even van mij over en leverde een volmaakt gebakken visje af: krokant vanbuiten en verrukkelijk nes (West-Vlaams, rijmt op mes, antoniem voor droog) vanbinnen. Afgewerkt met wat zelfgemaakte tartaarsaus van gisteren, postelein en een restje gekookte erwtjes.
Mmmmmm… Volgende keer beter met de mousseline!