Klara verraste mij al eerder met Woordkramerij, Modemuseum Hasselt en Manifesta9. Zaterdagavond werd ik wederom getrakteerd door mijn favoriete radiostation op tickets voor de World Soundtrack Awards, de 12de editie gelinkt aan het Gentse filmfestival. Deze uitgave wordt in het bijzonder gewijd aan James Newton Howard.
Mijn wederhelft moet afhaken met geblokkeerde schouders en nek, dus rij ik alleen richting ’t Kuipke. Ik vind parking aan de andere kant van het Citadelpark, dus wandel ik met versnelde tred over de donkere parkpaden naar de plaats van afspraak. Na even worstelen met de amateuristisch lange wachtrij krijg ik mijn twee tickets: D277 en D276, oftwel in de nok van ’t Kuipke. A seat with a view… Blurry view on the pic, mijn excuses!
Het eerste deel van het programma focust op de award ceremony: eentje voor het opkomend talent, het beste nummer, de componist van het jaar, … De doorgaans nogal saaie ceremonie wordt opgeleukt met filmfragmenten, livemuziek, humor in de speeches en Thomas Vanderveken als klassepresentator – in vlot Nederlands and fluent English.
Tijdens de pauze van 20 minuten blijf ik op mijn – helaas harde – houten stoeltje zitten, naar mijn eigen gewoonte wat tweetend en instagrammend. Want ik wil geen minuut van het tweede deel missen. Het programmaboekje onthult tot mijn grote verrassing dat de muziek uit de film die mij de dag ervoor nog zo behaagde – The Broken Circle Breakdown – live gebracht wordt door de protagonisten Veerle Baetens en Johan Heldenbergh. Country In My Genes en If I Needed You komen aan in het goed gevulde Kuipke. Ik zit als het ware terug in de film en wanneer ik twijfel of ik naar het concert zal gaan, komt het concert gewoon naar mij toe. Wat wil een mens nog meer?
En dan volgt de ode aan levende legende James Newton Howard, in hoogsteigen persoon aanwezig in de zaal. Brussels Philharmonic onder leiding van Dirk Brossé bekoort al de ganse avond, maar geeft er in het concertgedeelte nog een extra lap op fragmenten uit The Village, The Sixth Sense, King Kon, Snow White And The Huntsman, The Hunger Games en nog enkele meeer. De combinatie beeld en muziek werkt zonder twijfel. Het feit dat James Newton Howard op een bepaald moment zelf het dirigeerstokje overneemt van Dirk Brossé werkt de levendigheid van het gebeuren in de hand. De filmcomponist doet dat met de nu al legendarische woorden: “I do not consider myself a conductor, I consider myself a stick waver!”.
Het is net 23u voorbij als de laatste noot gespeeld wordt. Al een tikkeltje moe en met een pijnlijk achterwerk daal ik voldaan af naar de uitgang, door het diepdonkere Citadelpark langs een ongewilde omweg naar mijn auto. Ik neurie “I’ve got country in my genes…”.
Dankjewel, Klara!