Op buitenlandse missie probeer ik steevast om te proeven van de ex-koloniale keuken. Indisch in Londen dus, logischerwijs Indonesisch in Amsterdam. Tijdens een vroegere business trip maakte ik al op uiterst pikante wijze (letterlijk!) kennis met de Indonesische kookkunsten in Tempo Doeloe. Op aanraden van onze B&B gastvrouw reserveerde ik voor onze tweede avond in Amsterdam – op Koninginnedag – bij Blauw. De ochtend zelf gebruik ik hun online reservatieplatform; met de bevestigingsmail in de hand stappen we na een zonovergoten feestdag met enkel kraampjeseten (haring, kibbelingen en nachos) de moderne zaak binnen die zich vlakbij de uitgang van het Vondelpark bevindt.
Lang hoeven we niet na te denken: het wordt Selera Blauw, een rijsttafel met vlees, vis en groente. De kaart vermeldt bovendien dat hierbij sambal goreng kentang, sayur lodeh, gado gado, atjar ketimun, seroendeng, nasi goreng en nasi putih geserveerd wordt. Veelbelovend! Ik ga ervan uit dat Nederlanders enigszins weten wat ze op hun bord mogen verwachten, wij Belgen dus niet.
Als begeleidende wijn gaan we voor een flesje Chileense huiswijn. Verdere details vergeten, maar na het verzoek van mijn wederhelft om de rode wijn wat bij te koelen absoluut lekker bevonden. Preventief verschijnt tevens een liter water op tafel.

Niet veel later komt een dame aanzetten met – in twee ladingen – wel twintig schaaltjes. Wanneer ze vraagt of we enige toelichting wensen, knikken we gretig. Mijn niet zo lamentabele geheugen ten spijt, kon ik al quasi niets meer herinneren toen haar voetstappen geeneens uitgestorven waren (een soortement overdrijving, want uiteraard te veel omgevingslawaai hiervoor). Ik veronderstel dat de ‘geserveerd met’ van op de menukaart er tussen stonden. Verder dus satés (kip en rund), stoofpotjes en kroketjes. Qua hotness viel het al bij al wel mee, maar wat een rijke smaken! In België zijn we wat betreft Aziatisch vooral Chinees, Thais en Indisch gewoon. Vandaar dat zo’n Indonesische smaakervaring als intermezzo uiterst welkom is.
Trouwens een extra pluim voor onze sympathieke ober. Met gepaste interesse aanhoort hij onze Koninginnedagavonturen. Hij vertelt ons tevens na de ongeveer twintig lege kommetjes te hebben afgeruimd dat niet veel gasten zo’n rijsttafel volledig verorberen. En als kanttekening dat het indien wel doorgaans mannen zijn. Boodschap begrepen!
Verrukkelijk voldaan en € 95 lichter stappen we uitgelaten de fiets op. Met een ‘voor herhaling vatbaar’ als besluit trappen we stevig door richting Badhoevedorp.
Eerder sprak ik mijn liefde uit voor Kommil Foo – ook wel de broertjes Raf en Mich Walschaerts. Gisterenavond voelde ik tijdens hun nieuwste theatershow Breken in de Antwerpse Arenburg echter een lauw waakvlammetje, geen passie.
Jammer!
De broers brachten als vanouds een mix van muziek en woord, van humor en ontroering. Op voorhand waarschuwde ik mijn gezelschap dat ik doorgaans op een voorstelling van Kommil Foo een subtiel traantje wegpink. Vandaag kwamen ze helaas slechts één keertje stiekem in de buurt. Sommige stukken vond ik potsierlijk, sommige totaal niet grappig. Andere scènes 200% Kommil Foo, maar dan zo Kommil Foo dat ik het na pakweg 9 shows niet meer fris vind. Inwendig leek ik “Raak mij! Raak mij!” te schreeuwen. Niet dus.
Een omvangrijk deel van het publiek daarentegen lachte al toen ze bij wijze van spreken nog hun eerste zin moesten afmaken. Te pas, en ons inziens dus ook te onpas. Op het eind zorgde een vurig kind in de zaal wel voor een magisch moment tijdens de bisnummers. ‘Allemaal de pijp uit gaan’ werd uit volle borst meegezongen, in het Algemeen Nederlands en in het Antwerps. Toen Mich in volle finale het eindwoord wou inzetten, was de jonge fan met ‘gaan’ hem te vlug af. Hilarisch!
Ze maken nog steeds gebruik van hun beproefde formule: liefdesverdriet, een soortement sprookje over een koninklijke dame, een brokje jeugdsentiment, wat geluidjes, een scène in onderbroek (of ook al gezien in vroegere shows, een naakte piemel) en ‘iets doen met het decor’. Daarnaast uiteraard hun hese stemmen, een gitaar, een piano en een viool – mijn persoonlijke favoriet. En welsprekendheid. En humor. En gerodeerde interactie tussen deze beide manspersonen – in ‘Breken’ de één en de ander genoemd.
Laat tussen haakjes de vrouw in mij ook even aan het woord… Vroeger vond ik hen – met de nadruk op Mich – tevens bijzonder sexy. Misschien zat ik te ver, misschien zorgde de verlichting voor een vreemde schaduw in hun gezichten. Anyway, geen gevoel van “Wat een lekkere man!” te bespeuren in de Arenberg.
Theatershowgewijs vrees ik dus dat ik het opgeef. Laat mij maar wat sentimenteel wegdromen bij de magistrale muziek en dito teksten op hun ‘Lof der waanzin’ cd of de woorden en dito tekeningen uit hun Kommil Foo Songbook…
De Amsterdamse poot van het Londense origineel
Voor de eerste avond van ons weekendje Amsterdam reserveerde ik een tafel bij Fifteen, een restoconcept van Jamie Oliver waar jongeren (al dan niet met een moeilijk pad) de kans krijgen om een restaurant te runnen. Na het consulteren van een paar menselijke wegwijzers parkeerden we onze Mac Bike fiets – met terugtraprem – tegen het pakhuis waar Fifteen zich nestelde op het gelijkvloers. Even wachten (eerst aan de ingang, vervolgens in de bar) later krijgen we een tafeltje toegewezen dat we aanstonds inruilen voor een locatiegewijs beter in de smaak vallend exemplaar. Meteen bestellen we prosecco, spuitwater en vol goesting duiken we de kaart in.
Uiteraard spiekte ik voorafgaandelijk al even online, desalniettemin twijfel ik behoorlijk. Het lief opteert voor de aardappelgnocchi met kokkels en mosselen, saffraanboter en ‘bottarga di muggine‘ als voorgerecht en de vleessuggestie (lende van Simmentaler met gebakken aardappeltjes, rucola en balsamico) als hoofdgerecht. Ik zwichtte uiteindelijk voor de pijlinktvis uit de oven gevuld met tomaat, basilicum en gepofte paprika, met salade van Barba di Frate (zie niet zo watertandbevorderende foto hieronder) en de papardelle met gestoofde Kamperlamschouder en artisjok (idem dito foto ietwat lager) als hoofdgerecht.


Het hippe interieur en de joviale bediening slagen er niettemin niet in het middelmatige eten te compenseren. De aardappelgnocchi zijn groot en vierkant, doch correct van textuur. De drie begeleidende mosselen en die ene kokkel ietwat zielig. Mijn pijlinktvis smaakt op zich niet mis, maar wat een flauwe salade van Barba di Frate en onfrisse presentatie. Tussen het voor- en hoofdgerecht verschijnen vervolgens alsnog onze appetizers op tafel: olijven en kaaskoekjes. No further comment…
Het gegrilde lapje rund wordt lekker bevonden, opnieuw overstijgt het bord echter niet het niveau van een gemiddelde brasserie. Voor mijn neus verschijnt de verse papardelle. Visueel wederom slordig, maar prima qua smaak. Het meest enthousiast wijs ik richting de democratisch geprijsde rode wijn – althans de door ons uitgezochte fles: de biologische ‘Le canon du maréchal’, een syrah merlot van Domaine Cazes uit 2010.
Samengevat te weinig frisheid, verfijning en hedendaagsheid. Bij ieder bord kan ik zelf minstens vijf puntjes ter verbetering opsommen. Het lijkt alsof Jamie Oliver hier ooit vijf jaar geleden is langsgeweest, maar dat tegenwoordig nog slechts een flauw afkooksel rest van zijn originele menu. De woorden ’tanende ster’ poppen spontaan op. Duizend maal helaas, want ik ben en blijf een echte Jamie fan!
We kloppen af op € 100,90 en fietsen de Koninginnenacht in…
Een boek van Stefan Brijs
Na laaiend zijn over De engelenmaker, twijfelde ik niet lang om mijn boekenbon – waarvoor dankjewel richting VMMa – aan ‘Post voor mevrouw Bromley’ te spenderen. Een vriendin maakte mij bovendien warm met de mededeling dat er een verband is met mijn thesis. Als historica in spe schreef ik een aantal jaar geleden namelijk een licentiaatsverhandeling (nu wellicht masterproef of zo genoemd) met als titel ‘Nieuws van het westelijk front – De prentbriefkaart als propaganda-instrument tijdens de Eerste Wereldoorlog’.

De eerlijkheid gebiedt mij te zeggen dat het even duurde alvorens ik ‘in’ het verhaal zat, om iets exacter te zijn zo’n 150 pagina’s. Op zich wel een erg verfrissende insteek van Brijs. De Eerste Wereldoorlog met London en later meerdere frontplekken als decor, door de ogen van iemand die zich niet instant laat meeslepen door de indringende blik en dito wijsvinger van Lord Kitchener.
‘Post voor mevrouw Bromley’ sleepte mij meer en meer mee: doorheen de straten van de Londense wijk Hoxton, over het Kanaal, achter de frontlinie, in de loopgraven tot op het niemandsland vol kraters, lijken en prikkeldraad.
Geen spatje voorspelbaarheid in dit boek over de vaak kapotgeanalyseerde Groote Oorlog. Ik kijk dan ook met een reikende hals uit naar meer van Stefan Brijs. Misschien te vinden in zijn boeken vóór het bestsellende ‘De engelenmaker’.
‘Post voor mevrouw Bromley’ holderdebol.comder kopen?
Wie Nederland zegt, denkt niet meteen aan culinair hoogstaand. En toch heb ik een zwak voor hun kroket, met of zonder broodje. Maar uiteraard at ik afgelopen weekend in Amsterdam meer dan kroket alleen…
zondag
Tussendoortje ••• Mc Kroket bij Mc Donalds
Lunch ••• Oerbruin met gebakken spinazie, kalkoen,
paprika en chilisaus-mayonaise bij Lust
Tussendoortje ••• Bitterballen op een terras
Diner ••• Pijlstaartinktvis uit de oven gevuld met tomaat, basilicum en gepofte paprika, met salade van Barba di Frate als voorgerecht – Papardelle met gestoofde Kamperlamschouder en artisjok als hoofdgerecht bij Fifteen van Jamie Oliver
maandag
Ontbijt ••• Uitgebreid ontbijt bij InPetto Bed and Breakfast
Lunch ••• Broodje haring en kibbelingen met friet op de NDSM werf
Tussendoortje ••• Warme nachos met guacamole, salsa,
galapeño en zure room in Café Noorderlicht
Diner ••• Selera Blauw (rijsttafel met vlees, vis, groente) geserveerd met sambal goreng kentang, sayur lodeh, gado gado, atjar ketimun, seroendeng, nasi goreng en nasi putih bij Indonesisch restaurant Blauw

dinsdag
Ontbijt ••• Uitgebreid ontbijt bij InPetto Bed and Breakfast
Lunch ••• Biefstuk Bali bij Café Loetje
Smakelijk!