The shift from print to digital… and beyond

Een boek van Thomas Baekdal

Gezien ik momenteel tabletloos ben, las ik ‘The shift from print to digital… and beyond’ op mijn laptop. Zo relevant dat het pijn doet, want media-innovatie is waar ik professioneel mee bezig ben. Media als in televisie, kranten, magazines, boeken, gaming en muziek.

Screen Shot 2013-05-11 at 15.28.49

Thomas Baekdal is zeker de niet de eerste die wat neerschrijft over de overgang van print naar digitaal. Een groot deel van zijn stellingen zijn dan ook nogal voor de hand liggend. Maar hij maakt wel interessante analyses: het aantal pagina’s advertenties, echte content en fotogallerijen van Vogue in oktober 2009 en 2011 bijvoorbeeld.

Een pasklare oplossing heeft hij (helaas) niet voor de publishers. Wel beklemtoont hij dat ze moeten ophouden met zoeken naar een businessmodel waar ze hun content gratis kunnen blijven weggeven, want dat businessmodel bestaat simpelweg niet! Ze kunnen niet overleven op advertenties, dus moeten ze hun rol als publisher herdefiniëren. Kortom geen nieuws copy-pasten, maar waarde creëren.

Niets baanbrekends, desalniettemin helder en onomwonden verwoord.

Blogdipje

Ik moet iets bekennen. Ik zit in een blogdipje.

De afgelopen drie jaar heb ik behoorlijk consequent geschreven over wat ik denk en voel (zij het steeds minder en minder persoonlijk), over wat en waar ik eet, wat ik lees en wat ik bezoek. En daarmee behaal ik een zeker gevoel van genoegdoening. Doordat ik zelf tevreden ben over bepaalde woorden en zinnen of doordat ik fijne reacties krijg van anderen. Het hengelen naar bevestiging is des mensen, bijgevolg ook des bloggers. Mijn blog was het opstapje naar een nieuw hoofd- en later bijberoep.

Desalniettemin voel ik mij er steeds vaker de slaaf van. Ik werk op mijn typische dwangneurotische – sommigen noemen het autistische – wijze het onpersoonlijke verslag van mijn leven af. Emotie komt er weinig aan te pas, consequentie des te meer.

Meer dan 130 food reviews, tientallen book reviews en ettelijke sketches later worstel ik met het ‘Is dit het nu?’ gevoel. Ik ambieer niet om mij als blogger te profileren. Ik aspireer niet om mijn gevoelswereld al te bloot te geven. Welke doelstelling heb ik in feite? Of kan ik zonder schaamrood ambitieloos wezen?

Als er een midlifecrisis voor blogs bestaat, dan zit ik er nu middenin.

 

La Vita è Bella

De afgelopen jaren heb ik minstens een vijftal keer geprobeerd om Italiaans te gaan eten bij La Vita è Bella. Ofwel gewoon langsgegaan, ofwel de dag zelf of een paar dagen op voorhand proberen reserveren. Maar steeds hetzelfde antwoord: ‘Volzet!’. Als er nooit plaats is in de herberg, stijgen de verwachtingen natuurlijk. Vanmiddag lukte het op een dunbevolkte brugdag wel, voor mezelf en een aantal collega’s.

Wanneer we om 12u15 aankomen, zijn we de eerste eetgasten. Aan personeel ontbreekt het echter niet: een vijftal obers draaien rond de bar. We krijgen een ronde tafel in een tweede vertrek met zwarte leren stoelen. Een paar mannen nemen pizza’s, met de andere drie kiezen we tris di pasta (€ 13,50 per persoon). Bij onze drankjes – een glaasje rosé in mijn geval – krijgen we nog een hapje: een toastje met tonijnsla en een rolletje ham met geitenkaas en balsamico-azijn. Niets speciaals, maar wel een mooie geste!

photo (61)

Niet veel later volgen onze borden: een trio van pasta ziet er altijd wat rommelig uit, desalniettemin stijgt mijn appetijt meteen gevoelig. De ober geeft geen tekst en uitleg. Maar van links naar rechts analyseer ik:

  • een strozzapreti (ja, zoiets moet ik zelf Googlen) boscaiola met rode paprika, oesterzwammen en ham
  • een tortellini met spek, prei en room
  • een lasagna bolognaise met extra ham

Alles overstrooid met peterselie en daar voeg ik nog geraspte parmezaan aan toe.

Ik eet eerlijk en lekker Italiaans. Zoals hier en daar gelezen loopt de bediening niet over van vriendelijkheid, maar La Vita è Bella kan mij best wel bekoren. Niet te duur, no nonsense en heerlijk fout rustiek ingericht… Mijn collega vat het samen als een steenwegitaliaan (mooi neologisme overigens), voor mij zijn ze absoluut meer dan dat.

Steve Jobs, de biografie

Een boek van Walter Isaacson

Deze biografie – en meteen ook de eerste die ik in mijn leven geleven heb, voor zover ik mij herinner – kocht ik op een boeken stockverkoop in Antwerpen. Hij bleef lang als laatste van de daar aanschafte vijf stuks op mijn kast liggen, maar uiteindelijk zette ik er een maand geleden toch mijn tanden in… Over Steve Jobs valt nogal wat te vertellen: 678 pagina’s in het geval van biograaf Walter Isaacson.

Steve Jobs, de biografie

Als digitalo met een geeky trekje beslist een must read! Deze biografie gaf mij vooral een context voor de gekende verhalen over Jobs. Van zijn geboorte tot net voor zijn overlijden. Over Apple, Nexus en Pixar. Over iDinges en tekenfilms. Over gesloten versus open, over geïntegreerd of niet. Over zijn liefdes en zijn kinderen.

Ondanks zijn ontegensprekelijke rotkarakter kan je niet anders dan op het einde alle mogelijke hoeden – en indien mogelijk nog meer – afnemen voor deze mens. Respect!

‘Steve Jobs, de biografie’ holderdebol.comder kopen?

 

Botaniq (gesloten)

Mijn disgenoot reserveerde bij Botaniq, een restaurant vlakbij de botanische tuin van Leuven. Wanneer we iets na 19u aankomen, blijken we de eerste gasten te zijn. We worden verwelkomd door een ietwat stuntelige ober en kiezen een tafeltje voor twee uit. Het stijlvolle pand met tuinterras heeft absoluut potentieel, maar de inrichting valt niet meteen samen met mijn persoonlijke smaak.

Bij Botaniq serveren ze uitsluitend een menu: vier (€ 56) of drie (€ 48) gangen. We starten met een cava, een sherry en een wachtbordje: een soepje van bladspinazie (denken we, want doorheen de avond blijkt de ober nogal moeilijk te verstaan) en een tartaar van kip. Mijn gezelschap merkt op dat de nogal eighties muziek op repeat staat, wat na een viertal herhalingen ook Botaniq zelf opvalt. Intussen blijkt dat we niet alleen zullen zijn: verschillende andere tafels raken geleidelijk aan gevuld.

Als eerste voorgerecht kiest hij voor de lijngevangen zalm en ik voor het hoeve-eitje. Dat wordt geserveerd met bladspinazie, Zeebrugse garnalen en siroop van ‘Belle de Louvain’ pruimen. Een geslaagde start in een mooi bord, al had ik mij niet aan een gepaneerd gepocheerd ei verwacht. Maar verrassingen maken uit eten gaan net zo fijn…

photo (58)We gaan beiden verder met de mozzarella burrata, zeg maar de mozzarella der mozzarella’s. Ons bewust dat de ober hier iets over opgemerkt heeft, weten we niet precies wat komen zal. Uiteindelijk blijkt dat het krokante buikspek vervangen werd door kreeft. Verder bevat het gerecht boschampignons en erwtenkruid (iets groter wel dan affila cress). Ons hoor je uiteraard niet klagen! Lekker en vooral een minder evidente combinatie, iets waar ik sowieso bewondering voor heb bij chefs.

photo (59)

Voor het hoofdgerecht opnieuw langs weerszijden van de tafel hetzelfde gerecht: lijngevangen tarbot. Het zijn fervente hengelaars bij Botaniq… ;) Hierbij komt een crème van jonge groentjes en een jus van asperges (in plaats van de schaaldieren béarnaise die op de kaart staat, eveneens gemeld door de ober). We krijgen een eigentijds bord met witte en groene asperges, selder, eekhoorntjesbrood, romanesco en een gekonfijt aardappeltje. Met dat laatste is echter iets aan de hand: er zit een bijzonder vies smaakje aan. Voor de rest ronduit lekker, al mist de man tegenover mij een snuifje zout op de vis.

photo (60)Om af te ronden ga ik voor de aardbeien met een bolletje appelsorbet. Meer kan er echt niet meer bij… Aan de overkant komt een kaasbord van de Leuvense kaasmeester Elsen. Een nogal royaal bord overigens. En ook al vragen we geen koffie, daarna volgt nog een extraatje met appeltaart, frangipane, speculoosmousse en crème brulée. Oef! 

Samengevat eten we in Botaniq absoluut lekker, maar het voelt toch niet perfect geslaagd aan. Waarom? Ik denk de muziek en de ober die toch te veel steken laat vallen. Ofwel zijn we beiden al veels te veels te veels te veel gewend.

Het is al laat wanneer ik de parking onder het Ladeuzeplein uitrijd. Leuven, hier moet ik vaker komen. Het voelt een beetje als Gent, maar dan in het klein volgens de Leuvenaar.