Over poësiealbums en vriendenboekjes

Op de lagere school was iemand uitnodigen om iets achter te laten in jouw poësie of vriendenboekje een token van vriendschap. Of een token van slijmballerij in het geval van de juffrouw…

Kennen jullie het verschil nog tussen de beide?

Volgens Wikipedia is een poësie een album waarin kleine gedichten en versjes van vrienden worden verzameld. Nu herinner ik mij nochtans meer de vaak gekalkeerde tekeningen dan de verzen. Soms kwamen kleine rijmpjes nog wel voor, maar doorgaans was de tekening an sich de boodschap. Een andere jeugdsentimentele Twitteraar bracht tevens het obligate grapje “tip tap top, de datum staat op z’n kop” te berde.

Wederom volgens Wikipedia is een vriendenboekje een boekje met voorgedrukte bladzijden dat vooral door jonge schoolgaande kinderen wordt gebruikt om informatie en boodschappen van vrienden, familie en andere naasten in te verzamelen. Vaak was de lay-out van dit boekje gelinkt aan de hype van het moment – denk bijvoorbeeld aan een of andere Disneyfiguur. Vriendenboekjes deden kinderen nadenken over geprefereerde kleuren of dieren. Op kop in deze categorieën stonden respectievelijk roze en de dolfijn. Datzelfde dier speelde de hoofdrol in de clichévolle kinderdroom om tussen dolfijnen te zwemmen – vraag dat maar aan Bart, Sabine en Rani van De Droomfabriek.

Gisteren probeerde ik mij te herinneren wat ik als kind tekende of invulde, maar veel verder dan de pinguin als lievelingsdier of Kinderen Voor Kinderen als lievelingsmuziek kwam ik niet.

En dan rest nog de vraag of deze dingen heden ten dage nog bestaan? Zouden mijn neefjes ook nog Cars en Ben 10 tekenen in poësiealbums of Benidorm Bastards invullen als hun favoriete televisieprogramma?

Sonobox

Zoals mijn neefjes niet weten wat een bandenspeler is, zo hoorde ik het deze week ergens net voorbij de Duitse grens donderen toen een collega sprak over de sonobox.

“Wablieft? Never heard of…”, hoor ik Generation Y’ers al opperen.

Flickr picture by pianococtail

Het blijkt een bakje te zijn dat vanaf de jaren ’60 hoorde bij bepaalde encyclopedieën, zoals Larousse. De raadpleger der encyclopedie behoefde enkel de sonobox op een afbeelding met grammofoonachtige groeven te plaatsen. Op die manier kon je – volgens de getuigende collega – bijvoorbeeld een geluidsfragment beluisteren bij de landing op de maan.

Dat de sonobox bestaat. Tot daar aan toe. Dat ik tot op heden niet van dat bestaan bewust was. Toch straf! Ondertussen vlei ik mij neer bij de gedachte dat de sonobox wel niet de enige zwarte vlek in mijn erfgoedelijk geheugen zal zijn.

Bijkomende vaststelling tijdens het Googlen: er bestaan nog voorwerpen waarover Wikipedialand besluit te zwijgen…

Rundskop – before

Hooguit twee of drie keer per jaar pikken mijn vriend en ik een bioscoopje mee, veeltijds voor een Vlaamse film. De Zaak Alzheimer, Ex-Drummer, Loft, De Helaasheid Der Dingen, Bo, … En vanavond dus Rundskop.

Misschien moet ik dat zwak voor Vlaamse film wel toewijzen aan mijn allereerste ervaring met cinema ooit, namelijk een gezinsuitstapje naar Koko Flanel. Een memorabel gezinsuitstapje trouwens, want bij thuiskomst bleek ons huis door een lek onder water te staan. Meermaals kwam iemand de zaal binnen en informeerde naar de familie Descamps. Noch mijn vader, moeder, zus of ikzelf herkenden echter onze familienaam in de beroerde uitspraak van de man.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=qrIyAQaBd-Y]

Maar ik kocht niet enkel ticketjes voor Rundskop omdat het een Vlaamse film is met totnogtoe bijna exclusief lovende kritieken. Het thema – de hormonenmaffia – spreekt minstens zo sterk tot mijn verbeelding. Ik ben opgegroeid in West-Vlaanderen, tussen varkens- en rundveeboeren. Over potentiële hormonenzondaars werd gefluisterd. Die boer met uitsluitend bodybuilders in zijn kudde. Die veearts met zijn witte villa zat er volgens het gefluister tot over z’n oren in.

Daarnaast zal ik het hormonendossier vermoedelijk mijn leven lang blijven linken aan een aperitiefmoment met Bart Staes in de Franse Ardèche. Wij en hij belandden beiden in hetzelfde vakantiehuis, uitgenodigd door dezelfde mensen. Een relaxerend verblijf met de focus op wandelen, praten, eten en drinken. Roséwijn uit een vatje op het zalige terras met panoramisch uitzicht. En dan Bart, een veelprater. Over politieke en economische thema’s, over dossiers die hem nauw aan het hart liggen – zoals de hormonenmaffia.

Tot zover de voorbeschouwing!
Morgen zoom ik in op Rundskop zelf.

Het land van de grote woordfabriek

Mag je als so called volwassene kinderboeken leuk vinden? Ik moet eerlijk toegeven dat ik vorige week na mijn FNAC vangst al met enige tegenzin moest weerstaan aan de drang om de luisterboeken van Raf Walschaerts en Kapitein Winokio zelf te houden. Heerlijk trouwens om in de kinderafdeling van boekenwinkels rond te snuisteren… Je laten inpakken door tekstueel pakkend, visueel verbluffend.

Dan zou ik weer even kind willen zijn.
Dat leesgrage meisje met wekelijkse uitjes naar de bibliotheek.

Met aan zekerheid grenzende waarschijnlijk zou Het land van de grote woordfabriek mijn absolute favoriet zijn. Maanden geleden leerde ik het kennen door een passage in De Laatste Show. Ik prees het aan bij een vriendin met kinderen in de juiste leeftijdscategorie en kocht het voor de verjaardag van mijn neefje. Ondertussen neem ik mij voor dat het binnenkort in mijn eigen boekenkast zal prijken.

Het verhaal van Agnès de Lestrade (vertaald door Siska Goeminne) bevat alle elementen die mijn jonge meisjeshart een versneld ritme bezorgden: liefde voor die ander, tot uiting gebracht met woorden en ogen.

In het land van de grote woordfabriek kosten woorden handenvol geld. Mensen zijn er dan ook zuinig op. Arme mensen zoeken in vuilnisbakken naar weggegooide woorden. Op sommige zonnige dagen dwarrelen er echter woorden door de lucht. Florian heeft er drie gevangen met zijn vlindernetje: kersenrood, pannenlapje, stoelendans. Drie woorden die hij tegen Siebelle wil zeggen. Rijke Oscar probeert haar in te palmen met een mond vol dure woorden. Wat zal Siebelle van Florians woorden vinden?

Een ontroerend prentenboek over het zuinige en zinnige gebruik van woorden en zinnen, en over hoe ogen soms meer vertellen dan woorden.

kersenrood
pannenlapje
stoelendans

Need I say more?

Later

Opgegroeid met Stef Bos
Als cassetje in de autoradio

Papa, omwille van de herkenbaarheid
Gek zijn is gezond, als excuus om eens zot te doen
Is dit nu later, om evidente redenen

Nog steeds brul ik enthousiast mee

En af en toe
Als er aanleiding is
Soms zelfs zonder

Stel ik mij de vraag
Of we nu dus later zijn

Denk het wel
Hoop van niet

Wil nog vaak
“Dat ik ooit ook zo. Als ik later.” opperen…