Dat het snel gaat in de digiland. Jawadde!
De ene dag Google Waven we massaal – of toch zij van den digital, de volgende dag trekt Google vroegtijdig de stekker uit deze bèta. Of worden Direct Messages ineens Messages. Of trakteert Mark Zuckerberg op nieuwe profielen. Of leggen we massaal filters over onze mobiel vastgelegde plaatjes, met dank aan Instagram.
Hoe zou het het #Twunch concept vergaan? Of de Qtelizde versies van onze Minister van Economie, Innovatie, Administratieve Vereenvoudiging, ICT en Telecommunicatie: de druk bijgewoonde, doch tegelijk uitgehoonde #TwunchQ?
Deze middag was ik aanwezig op de derde editie over webdevelopment. Kortstondig weliswaar. Wegens het potdichtzittende Brusselse verkeer en mijn gebrek aan kennis van sluipwegen enerzijds. Wegens het gebrek aan animo anderzijds. Mijn vorige ervaring op de tweede #TwunchQ over mobiele applicaties – als verstekeling in de broekzak van de presentatoren der VMMa apps – bestempelde ik als gematigd positief tot positief. Vandaag zag ik echter een aantal (niet allemaal dus omwille van verkeerstechnische redenen) presentaties van 5 minuten die van mij de stempel lauw tot ijskoud meekrijgen. Noem het gerust speedpresenting, maar helaas ontbrak elke vorm van adrenaline die alle samenvoegingen met speed- doen vermoeden. Niets nieuws. Geen zon. En dan ben ik zelfs nog geen expert ter zake.
Begrijp mij niet verkeerd, aan Van Quickenborne zal het niet liggen. Hij spreekt, animeert en maakt (soms flauwe) grapjes als de beste. En hij weet keer op keer vriend en/of vijand te charmeren door spraakmakende initiatieven, zoals deze #TwunchQ. Toch vrees ik dat de houdbaarheidsdatum in zicht komt…
Hoewel. Toen ik deze namiddag zijn tweet rond de vierde #TwunchQ in mijn timeline opmerkte, was mijn eerste reactie: “Geert Noels. Hmmmz. Niet mis!”… Misschien dan toch maar het voordeel van de twijfel. Op 28 juni begeef ik mij niet meer richting Brederodestraat, maar ik zal wellicht wel meeloeren via de livestream.
Veelvuldig beschreven. Veelvuldig gefotografeerd.
Hierbij toch nogmaals mijn indrukken…
I MAS there!
Kennen jullie Nina Mondriaan?
Ze is 14 jaar.
Heeft 3 oudere broers.
Woont in een gerenoveerde molen.
Houdt van donkeroranje, okergeel en bordeaux.
Ze woonde meer dan 10 jaar geleden in mijn fantasiewereld.
Ze was de verbeterde versie van mezelf.
Mijn manier van schaapjes tellen.
Diep graaf ik in mijn herinnering om aan te prikken waar dat plan vandaan komt. Dat plan om mij ooit op eigen kracht (lees: wandelend of fietsend) richting Santiago de Compostella te begeven. Mijn vinger leggen op de dieperliggende oorzaak of de concrete aanleiding van deze avontuurlijke droom lukt niet.
Mijn eerste gedocumenteerde, openlijke voorkeursuiting voor het bedevaartsoord dateert van een 16tal jaar geleden. Ergens tussen mijn 12de en 13de schreef ik een boekje – met de nadruk op ‘je’ – over een jong meisje dat doorheen het verhaal samen met een hippe oom de fietstocht naar Santiago de Compostella maakt. Als ik het mij goed herinner zonder succes, maar dat moet ik binnenkort eens op het manuscript in het ouderlijke huis verifiëren.
Dan was er een gepensioneerde in mijn dorp die te voet de pelgrimstocht aflegde.
En nog een jeugdroman ook waarvan de titel mij nu ontsnapt.
Recentelijk werd mijn ooit-in-mijn-leven-plan nieuw leven ingeblazen door de rubriek “Weg naar Compostela” in Man Bijt Hond.
Los van enige christelijke drijfveer bewaar ik die droom ergens op sterk water.
Bij benadering 1835 km al wandelend, al fietsend.
Langs de route van de pelgrims, langs de schelpen.
Met tijd en ruimte om volmondig en borstvullend te ademen…
Zo binnen een jaar of twintig.
Als ik een midlifecrisis moet doorstaan of aan herbronning toe ben.
Ik hou van variatie in mijn buitenhuizige eetervaringen. Van frituur over spijshuis, van brasserie tot restaurant. En als er dan een bepaalde favoriet in een gedeelte van mijn culinaire spectrum verdwijnt, dan ben ik steevast even triest. Zo ook toen enkele maanden geleden bleek dat Spijshuis Anna niet meer is. Misschien kan het feit dat mensen bij Googlen op deze eetgelegenheid als tweede hit mijn blogpost vinden enige vorm van troost bieden, maar toch…
Gisteren kwam ik bij toeval in een zaak die mogelijk deze leemte kan vullen. Waarom toevallig? Wel, eigenlijk had ik voor een vriendenuitje gereserveerd in Het Gouden Hoofd. Een sympathiek eetcafé. Helaas wel nog eentje waar ze niet de gewoonte hebben om een telefoonnummer te vragen bij een reservatie, waardoor ze in geval van onvoorziene omstandigheden – zoals de technische problemen van gisteren – het clientèle niet kunnen verwittigen. Op zo’n momenten ben je blij over een iPhone te beschikken en na wat last-minute telefoontjes kwamen we wegens een volboekte Fabula Rasa en Multatuli uiteindelijk bij Pastinaak terecht.

Ongeveer een jaartje geleden ontdekte mijn buurman dit restaurant en door zijn positieve mondelinge recensie prijkte Pastinaak sinds dan al op mijn restolijstje – just another lijstje… ;-) De eerlijkheid gebiedt mij toe te geven dat dit in mijn herinnering een vegetarisch adresje was, maar niets is minder waar.
In dit onopvallende pand, gelegen in een opvallende straat (de Achterstraat in Sint-Amandsberg), met een rechttoe-rechtaan inrichting en rechttoe-rechtaan bediening serveren ze eerlijke kost. Steak, entrecote, paling, zeetong meunière. Allemaal met frietjes. Zalig onregelmatige met de hand gesneden frietjes. Het tafelgezelschap ging massaal voor saignant vlees, behalve de jarige dan. Zij prefereerde 9 scampi’s – de hoofdgerechtversie van het 6 exemplaren tellende voorgerecht. Ikzelf bezweek voor de paling in ’t groen. Prima paling in ’t groen zelfs. Met een een apart smaakje dat ik eigenlijk niet kon thuisbrengen, waardoor de saus hap na hap bleef boeien. De vleeseters keuren de rode huiswijn goed; ik volg met de witte.
Pastinaak. Een plek zonder franjes, maar boordevol smaak.
Onze persoonlijke opvolger – zij het een tikje minder volks – voor Spijshuis Anna.