Kommil Foo

De jongens van Kommil Foo kunnen mij echt bekoren. Met hun karakterkoppen, hun geniaal eenvoudige teksten, hun veelvuldige instrumenten, hun schorre stem, hun geluidjes, hun blote flikkers. Op mijn ongeveer 15de zag ik hen voor het eerst aan het werk in De Spil. Een vriendin won tickets via een wedstrijd in de krant. Ik was meteen verkocht… Ondertussen heb ik in totaal een 8tal voorstellingen gezien.

Vanavond kwam ik na een intensieve werkweek thuis, maar een bruine envelop van Lannoo werkte bevorderlijk voor mijn gemoed. Want in die bruine envelop zat het nieuwe boek van Kommil Foo “Kommil Foo Songbook – getekend bart silon”. Door mezelf besteld in de webshop van Lannoo. Twee dagen later in de brievenbus. Met een kleine deuk weliswaar, maar daar heb ik besloten niet over te vallen.

[portfolio_slideshow]

Mijn lievelingsnummer? Moeilijk! Maar een korte analyse leert mij wel dat Lof der waanzin uit 2002 mijn favoriete voorstelling is. Want zowel “Schone schijn”, “Madrid” en “Jef” prijken bovenaan mijn top 10.

Sluit je ogen, luister en laat je ontroeren…

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=PPyLVKq81Yw]

Jef

een deken om het oude lijf
hij kruipt het bed uit
jef
moeilijk slapen zo alleen
2 koffie’s na elkaar
die dronk hij ook met haar
daar hield ze van
toen

zich scheren doet hij bij het raam
op een keukenstoel
jef
hij rookt haar eerste sigaret
en met lichte overmoed
wurmt hij z’n brede voet
in haar veel te kleine schoen

wat rouge op z’n vale wang
haar rode jurk
jef
wat lipstick om de bittere mond
hij strompelt door de gang
hooggehakt en lang

maar kijk wie dan op de drempel staat
hij is nu zij in vol ornaat

kijk hoe de hemel schreit
van pure dankbaarheid
als ze over de straatstenen zweeft
hoe de wind haar streelt
zacht in haar haren speelt
hoe het zonlicht haar vleugels geeft
hoe ze leeft

slager, doe maar 100 gram
hij is dol op hesp
jef
ze lacht zijn 7 tanden bloot
en ook wat biefstuk graag
nee niet die vette laag
u weet wel z’n hart

slager, ‘k ga maar weer naar huis
hij zit te wachten
jef
hij mist mij zo
hij voelt zich snel alleen
ik ga beter nu meteen
wat zou hij zonder mij?
een stuk antiek als hij

kijk hoe de hemel schreit
van pure dankbaarheid
als ze over de straatstenen zweeft
hoe de wind haar streelt
zacht in haar haren speelt
hoe het zonlicht haar vleugels geeft
hoe ze leeft

een deken om het oude lijf
hij kruipt z’n bed in
jef
moeilijk slapen zo alleen
2 whisky’s na elkaar
dat deed hij nooit met haar
dat wou ze niet

De komende weken zal ik mij volledig laten meevoeren op de woordenstromen uit “Kommil Foo Songbook – getekend bart silon”. De illustraties geven de nummers een extra dimensie. De muziek neurie ik er in mijn hoofd zelf bij…

Regen op warm asfalt

Week gevoel in mijn buik bij Ralph Lauren Romance For Men.
Overmatige speekselproductie bij een pot mosselen natuur.
Jeugdsentiment bij wasgoed uit mama’s machine.

Maar één bepaalde geur grijpt mij steevast bij de keel…
Regen op warm asfalt.

Denk aan een warme zomerdag. Een dag die duidelijk flirt met de eer om een perfecte zomerdag genoemd te worden. Compleet ontspannen ingevuld in het gezelschap van fijne mensen. Met smaakpapilprikkelende hapjes. Met dorstlavende drankjes. Misschien een hangmat. Misschien een boekje. Maar zonder twijfel een huid die ruikt naar zonnebaden.

En dan
– plotsklaps –
een regenbui.

Zo’n bui die even onverwacht begint als eindigt. Zo’n bui die meerdere zintuigen bespeelt. Het geluid van stevige regendruppels. Het gevoel van textiel dat wat tegen het lichaam plakt. Maar bovenal de geur van regen op warm asfalt.

De geur treedt net zo abrupt in als de regen zelf, maar blijft wel veel langer hangen. Ze belichaamt mijn liefde voor het stedelijke en voor verre of dichte reizen. En toch kan ik de geur niet loskoppelen van weemoed. De weemoed overvalt mij, net zoals de regen vaak met vrouwen in zomerjurkjes doet. Een verklaring heb ik niet. Wel een gevolg. Nood aan Leonard Cohen of pianomuziek in combinatie met een verkwikkend drankje. Te consumeren op een locatie die mij droog houdt, maar toch liefst niet te ver verwijderd ligt van dat warm asfalt.

Blijkbaar ben ik niet de enige bij wie deze geur iets losmaakt… Ook Dominiek refereerde er meermaals naar op Twitter en de voor mij tot nog toe nobele onbekende Jiggy Djé schreef er zelfs een song over.

[youtube=http://www.youtube.com/watch?v=3UzxTIYdX40]

Sociale verantwoording

Het overkomt mij vaker en vaker. Dat mensen met mij discussies aangaan over de zin of de onzin van sociale netwerksites in het algemeen, Facebook en Twitter in het bijzonder. Doorgaans bemerk ik bij mezelf niet bijster veel spontane behoefte om deze platformen te verdedigen. Ik ben ook maar een gebruiker… Als ik er “How to suck at Facebook” of “10 things you need to stop Tweeting about” van The Oatmeal op nakijk, vermoed ik dat ik zelfs nog een gematigd exemplaar ben. Desondanks eentje dat regelmatiger naar beide netwerken grijpt dan de meesten in mijn omgeving. Met het bijhorende commentaar tot gevolg.

Mij online uitleven in afzondering, tot daar aan toe. Maar in aanwezigheid van anderen eveneens aandacht besteden aan het virtuele deel van mijn ik kan gewoonlijk op weinig begrip rekenen – en weet dan dat ik daarenboven (nog) geen data-abonnement heb.

Het originele citaat – de auteur ervan (@gtje) een beetje kennende – zal wellicht met enige ironie getweet zijn. Doch het gaat mij vooral om het bewijs van het tegendeel. Ikzelf ben geen bezitter van een iPad (mijn papa sinds deze week wel, ikzelf bijgevolg enigszins jaloers). Maar als ik in een gesprek naar mijn iPhone grijp, wil ik doorgaans iets noteren wat mij prikkelt tijdens datzelfde gesprek. Een prikkel als in een citaat, een bedenking, een blogidee, een schets, … Het onderstreept de boeiendheid van het gesprek en niet – wat velen dikwijls al te snel concluderen – mijn desinteresse. Misschien ben je wel de protagonist in mijn volgende blogpost of het model voor mijn volgende tekening.

Sharing is caring – daar haalde ook De Mortierbrigade zijn mosterd.

Frituurtaal

Daarstraks had ik een frietafspraak. Uiteraard gebeurt dat in De Frietketel, de frituur van mijn persoonlijke voorkeur. Tussen het uitvoerige kwebbelen door heb ik wederom genoten van deze zoute zonde.

Maar wat vandaag bovenal interessant was, was de uitbreiding van mijn vocabularium met welgeteld 1 tot de verbeelding sprekend woord uit de frituursfeer.

Weesjes
Dat zijn namelijk de frietjes die bij gulle frituristen naast het bakje vallen. Gestructureerde frieteters – inclusief mezelf – verorberen eerst de weesjes vooraleer aan de rest te beginnen.

Toffe term toch?