Seriously!? Telkens ik deze zin lees, borrelt er een ergernisje op…
Iemand ooit al geprobeerd om een vliegtuiggordel al rechtstaand vast te maken? Alsof die dingen daar lang genoeg voor zijn.
Oftewel de running gag bij ons thuis vroeger aan tafel om een begeerd stukje eten uit het bord van een ander te pikken of een verfoeid stukje in het bord van een ander te deponeren. Mijn moeder kampioen. Meesterlijke techniek.
En wanneer ik tegenwoordig een luchtballon spot, fluister ik inwendig nog steeds “Kijk! Daar! Een luchtballon…”.
Een bolleboos uit Gent
stond in de wijde omgeving gekend
als meesterbrein,
doch met enig venijn
tevens als eminent acteertalent.
Er bestaan tientallen, misschien zelfs honderden of duizenden principes. Het ene al bekender dan het andere. Pareto bijvoorbeeld, wijdverspreid als de 80/20-regel. Maar af en toe, zo sporadisch bots ik op mij nog onbekende exemplaren.
het Björn Borg principe
Een collega bracht dit ter sprake, zich de bron niet meer herinnerend. In ieder geval duidt dit principe op de strategische keuze om te focussen op je allersterkste sterkte, in plaats van te opteren voor het bijschaven van je zwaktes. Wat de precieze tennissterkte van Björn Borg was? Geen idee! De man hing zijn rakket aan de haak nog voor ik het levenslicht zag. Wikipedia leert mij dat hij zich vooral een meester toonde in het beheersen van zijn emoties, maar wellicht was er nog een eerder speltechnische übergave. En dan refereer ik niet naar onderbroeken.
het Baantjer principe
Guillaume Van der Stighelen en Hugh MacLeod hameren beiden op het feit dat creativiteit doorgaans niet uit de lucht komt vallen. Ideeën genereren hangt onlosmakelijk samen met keihard werken, zelfdiscipline en omgaan met de vaststelling dat de meeste ideeën prullenbakklaar zijn. Een vriend vulde dit aan door naar het vaste stramien in de Baantjer serie te verwijzen: De Cock beseft steevast wie de schuldige is tijdens een conversatie met cafébaas Lowietje. Het gezochte idee popt namelijk makkelijker op als je na een periode van hard werken ineens wat afstand neemt. De kans is reëel dat in een andere context iets je zal triggeren om onverwachts het licht te zien. Al valt deze eer in Baantjer uiteraard wel telkens De Cock en niet Vledder te beurt…
Een boek van Herman Koch
Lang geleden dat ik nog eens fictie las. Lang, als in minstens een drietal jaar.
Waarom? Omdat ik mij even wou verdiepen in een aantal non-fictie onderwerpen, van marketing over creativiteit tot e-dinges. Omdat ik soms een beetje angst heb voor mijn leesverslaving. Onder leesverslaving mag je verstaan dat nadat ik de eerste pagina van een boek heb omgedraaid, alles instant ondergeschikt lijkt te worden aan dat boek uitlezen. Omdat ik het volledig in lijn met het Vlaanderenwijde adagio druk-druk-druk had. Daarom.
En toen trok een boek mijn aandacht. Het diner. Geschreven door Herman Koch. Wellicht omdat zowel de titel als de visual op de cover naar eten verwijzen. De visual, meer bepaald een kreeft. Een kreeft die doorheen de roman geen verdere rol toebedeeld krijgt, maar dit geheel ter zijde.
In “Het diner” vertelt Herman Koch op meeslepende wijze een verhaal. Een verhaal dat begint bij het vertrek naar een diner en diezelfde avond na de koffie nog eindigt, maar doorweven wordt met relevante terugblikken. Diepgaand recenseren laat ik anderen over. Toch wil ik een bepaalde passage citeren… De auteur beschrijft hoe een bekende Nederlander – de broer van de ik-persoon – het restaurant binnenkomt.
Maar de gasten deden of er niets aan de hand was, waarschijnlijk hoorde het niet bij de etiquette van een restaurant waar het aperitief van het huis tien euro kostte om openlijk te laten merken dat je iemand herkende. Het was net of ze zich enkele millimeters dieper over hun borden hadden gebogen, of ze zich allemaal tegelijk inspanden om vooral druk in gesprek te blijven, om ten koste van alles een stilte te vermijden, want ook het algehele geroezemoes was duidelijk hoorbaar in volume toegenomen.
En terwijl de gerant Serge en Babette tussen de tafeltjes door in onze richting begeleidde, ging er hooguit een nauwelijks waarneembare rimpeling door het restaurant: een plotseling opstekend briesje over het eerst nog gladde wateroppervlak van een vijver, een windvlaag door een maïsveld, meer niet.
Na het omslaan van de laatste bladzijde moest ik even bekomen van het cynisme en de sluimerende, doch intrinsieke verdorvenheid van het hoofdpersonage. Hoewel ik mij voorneem om meer Koch te lezen, zal ik toch eerst een aantal positievere romans consumeren om mijn engeltje en mijn duiveltje wat in balans te houden.
‘Het diner’ holderdebol.comder kopen?