Afgelopen week stond in het teken van sneeuw en snowboarden… We verbleven – net zoals vijf jaar geleden – bij Ferienhaus Schmid, het erg goedkope pension van de familie Schmid in Tösens. Tösens ligt in het dal van de Inn, op zo’n kwartiertje rijden van het skigebied Serfaus – Fiss – Ladis. Deze drie Oostenrijkse dorpen bundelen de krachten en verwennen wintersporters met een uitgestrekt en gevarieerd gebied, mooie pistes en moderne liften.
Een ex-collega trekt er binnen enkele weken met haar gezin heen en informeerde alvast naar leuke adresjes.
- Oostenrijk blijft onze favoriete wintersportbestemming. Niet omdat we zo’n fervente après-skiërs zijn, maar omwille van de gezelligheid… op verschillende plekken staan schirmbars, tentvormige bars met een ronde toog waar het dak er bij mooi weer af kan. Altijd leuk!
- Zirbenhutte
In alle gidsen staat deze berghut in het oosten van het gebied als Genussrestaurant (oftewel gastronomische hotspot) omschreven. En het klopt… In de gezellige Zirbenhutte – denk houtvuur en schapenvelletjes – kun je een gastronomische menu met aangepaste wijnen eten. Wij hielden het er echter eenvoudiger met lokale klassiekers Schlutzkrapfen (Tiroolse ravioli, met aardappelen gevuld), Kaiserschmarrn (een soort poffertjes) en Rösti (een verrukkelijke versie van wat wij onder rösti verstaan). Over verschillende dagen gespreid welteverstaan. Hier trouwens geen selfservice, maar bediening aan tafel.
- Restaurant Lassida
Hier moet je jezelf bedienen, als extra pluspunt bakken ze hier wel à la minute pizza’s in een houtoven. Wij proeven de populaire Käsespätzle, traditioneel geserveerd met geroosterde ajuintjes. Mijn vriend gaat voor de Tiroler Gröstl, een soort eenpansgerecht met hun geliefde ingrediënten aardappelen en spek.
- Schalber Alm
In deze blokhut kies je tussen bediend worden of zelf aanschuiven. Wij gaan voor de laatste optie, want beperken onze regionale ontdekkingstocht tot twee soepen: Gulashsuppe (spreekt voor zich) en Serfauser Gerstlsuppe (met tarwe).
- Leithe Wirt
Onder de zetellift genaamd Königsleithebaan bevindt zich opnieuw een gezellige chalet waar je aan tafel bediend wordt. Wij leuken onze apero hier op met de alomtegenwoordige Laugenbrezen die vergezeld worden door drie dips. Ik verwachtte eigenlijk een krokant iets, maar het blijkt eerder om sandwishdeeg te gaan. Lekker wel!
- Hexenseealm
Tot slot een hutje in het westelijke Masnergebied waar we wederom op zoek gaan naar een hapje. Dat wordt een trio Tiroolse trots, meer bepaald Knödels mit Sauerkraut und Sauce. We proeven exemplaren met kaas, spek en lever als onderscheidend ingrediënt.
In alle etablissementen valt de razendsnelle bediening ons op. Je merkt dat het personeel opgedeeld wordt in heren en dames (regelmatig in Lederhosen) die bestellingen opnemen en afrekenen enerzijds en hun collega’s die de bestelde dranken en borden serveren anderzijds.
Om af te ronden nog kort iets over het enige restaurant in het dorp waar wij verbleven: Gasthof Wilder Mann. In dit gasthof bleef de tijd écht stilstaan… Op mijn verjaardag kloppen we er aan voor een authentiek diner. We worden bediend door een kwiek oma’tje van minstens tachtig en starten met een royale plank vol charcuterie en kaas. Mijn vriend vraagt de Pfeffersteak mit Speckbohnen und Rösti. Deze komt in een schattige koperen pan waarvan hij het deksel zelf mag oplichten. Ik ga voor net iets meer dan een Wiener Schnitzel, namelijk een Cordon Blue mit Pommes Frites und Preiselbeeren. Duidelijk homemade en écht lekker! Nooit gedacht dat op mijn verjaardag ooit nog een cordon bleu zou bestellen op restaurant…
Prijsgewijs valt Oostenrijk prima mee. In de berghutten betaalden wij € 9 à € 13 voor een gerecht, bij Wilder Mann wandelen we € 73 lichter buiten.
Tschüβ!