Een vriendin raadde mij onlangs Salt ’n pepper aan, een onopvallend Indisch restaurant vlakbij het Gentse Sint-Pietersstation. Mijn aandacht had ze alvast vast, want degelijk Indisch eten vinden in Gent is geen sinecure. Dit kan een Brit wellicht niet snappen.
Ik bel in de namiddag om te reserveren voor diezelfde avond. Het kan nog, maar pas om 20u. Wanneer we het aardig volgelopen restaurant op de hoek van het Koningin Maria Henrikaplein en de Smidsestraat binnenwandelen, zien we niet meteen een vrije tafel van 4 personen. Na kort overleg krijgen we een ronde tafel in de hoek met 6 zitplaatsen toegewezen. We reorganiseren snel om comfortabel met elkaar te kunnen praten. De langs de kant geschoven servieten blijven echter tot na de maaltijd liggen.
De uitgebreide kaart doorploegen zonder veel kennis van de Indische keuken blijkt geen gemakkelijk karwei. Al weet ik wel wat tandoori, okra en paneer zijn, we twijfelen allemaal. Als hapjes (eigenlijk voorgerechten) vragen we een portie vegetarische samosa en gefrituurde kaas. Uiteindelijk bestellen we allevier een ander hoofdgerecht, zodat we verschillende gerechten kunnen proeven.
- chicken ginger – kip bereid op Noord-Indische wijze, met verse gember
- matar paneer – gekruide kaascurry met doperwtjes in masala van tomaten
- chicken biriyani – kipfilet in rijke notenmengeling met venkelaroma, bereid in pulaorijst + biriyani mixed raita – yoghurt met stukjes tomaat en komkommer
- baingan gosht – lamsvlees bereid met verse aubergines en Indische kruiden
Aan de Indische wijn wagen we ons niet, we houden het bij Belgisch bier en frisdrank. We wachten een behoorlijk eindje op onze appetizers. Getimed heb ik het niet, maar het komt misschien in de buurt van een half uur. Er verschijnen enerzijds 2 (kleine) samosa’s en 2,5 (vettige) plakjes gefrituurde kaas. Beide hapjes zijn in het gezelschap van rodebietscheuten, een kerstomaatje en een schijfje kiwi. Huisgemaakt lekkers, maar eerder aan de prijzige kant. Daarna duurt de wachttijd tot aan het eigenlijke eten zo mogelijk nog langer. Aangezien ik de ganse dag nog niets gegeten heb, begin ik wat ongeduldig te worden als ineens de ober met onze voorverwarmde borden aanrukt. Gevolgd door de kommetjes met de bereidingen, rijst, naanbrood en een klein koolslaatje.
Zoals afgesproken delen we alles en meteen merken we wie de beste keuze maakte: mijn wederhelft en zijn lam met aubergine. De chicken biriyani en de matar paneer ontgoochelen lichtjes, al klopt de combinatie met de andere gerechten wel absoluut. Toch kijk ik beteuterd telkens er zo’n knisperende en rokende portie chicken tandoori voorbijkomt voor een andere restaurantgast. Bij een eventuele volgende weet ik al wat te bestellen!
Eerlijk gezegd verwonderen de enorm negatieve reacties op de website van Zone 09 mij gedeeltelijk… Het klopt dat de bediening niet meteen vriendelijk te noemen is. Wanneer we afrekenen (€ 94,45) staat de ober nogal ongegeneerd om wat fooi te smeken, behoorlijk on-Belgisch en zelfs ronduit gênant. Desalniettemin at ik prijs-kwaliteitsvol. Niet te vergelijken met het niveau in Groot-Brittannië, maar dat verwachtte ik ook niet. Bij een toekomstige keer zou ik echter de eerder schamele voorgerechten skippen en mijn compagnie overtuigen om een tandoori te combineren met een baingan (aubergine) gerecht. Of om niet druk te maken over de bediening of de wachttijden gewoon afhalen.
Daar ben ik dus ook hopeloos naar op zoek. Een goeie, maar dan ook echt goeie, Indiër. In Leuven heb je de Namaste en de Himalaya die redelijk zijn. Die laatste hebben ook een restaurant in Gent (oudburg). Daar al geweest? De mensen van de Himalaya kennen we redelijk goed. Maar de kwaliteit van hun vorig restaurant (Basecamp) was véél beter.