Volef’s

Tijdens mijn zoektocht naar een eetadresje voor afgelopen zaterdagavond, ving ik bot wegens volzet bij Lam & Yin en Yam Thai. Na nog wat verderspeuren naar restaurants met en zonder Aziatische insteken, kwam ik bij de volgende shortlist: Mai Thai, Josephine’s, Marcel en Volef’s. Uiteindelijk werd het Volef’s, gelegen op de Oude Leeuwenrui vlakbij het MAS en goed voor 4 sterren in de Zone 03.

We parkeren rond 19u30 onze Vélo in een fietsstation na een namiddagje Pietas van Jan Fabre en Cargo in Park Spoor Noord. Bij het binnenkomen stoot je quasi meteen op de open keuken en na een klein opstapje beland je in het eigenlijke restaurant: vooraan een ruime bar, achterin een tiental tafels. We bezetten een tafel aan het raam van het tuinterras en blijken zo het derde gezelschap eetgasten te zijn op deze zaterdagavond – mijns inziens wel wat weinig als je rendabel wil zijn. Doorheen de ganse avond krijgen we als personeel enkel de ober en de kok te zien. Een letterlijke tweemanszaak dus.

Door mijn online vooronderzoek weet ik dat op de menukaart een formule van vijf gerechten voor € 35 staat. We gaan zonder aarzelen op deze deal in en bestellen meteen een fles witte huiswijn – die blijkt een voortreffelijke Chardonnay te zijn voor € 18.

Geschroeide tonijn met viseitjes en shiso

Pastrami van zalm en varkenshaasje met aardappelsalade

Gegrilde tarbot met Chinese kool en gele curry

Kalsentrecôte met rodewijnsaus en polenta

In gemberbier gemarineerde aardbeien met vanille-ijs

Al bij al een uitgebreid menu voor een zacht prijsje, maar niemand van het driekoppig gezelschap verlaat Volef’s met een voldaan gevoel. Voldaan niet in de zin van voldoende gegeten, eerder als een zeker nog eens over te doen restaurantervaring… Waarom?

De sfeer speelt zeker mee, want slechts drie gevulde tafeltjes in een dergelijk ruim pand werken niet echt bevorderlijk voor de gezelligheid. Verder durf ik ook te stellen dat niet alle ingrediënten even vers waren. De Chinese kool bijvoorbeeld had een irritant scherpe smaak die op een te lang verblijf in de koelcel duidt. Al lijkt chef Volef Geboers absoluut gedreven en geen groentje in de internationale keuken, toch blijven zijn goedbedoelde gerechten te vaak steken in het ‘net niet’.

Misschien ben ik te kritisch geworden. Misschien. Al heb ik doorgaans geen spijt van iets nieuws uit te proberen: you win some, you lose some… Dit keer heb ik helaas verloren.

ycono

Toen ik enkele weken geleden in de Brabantdam schuin tegenover De Vitrine parkeerde, viel mij aan de uitgang van het glazen straatje ycono op. Eerlijk is eerlijk, achteraf moest ik toch even Googlen om een naam op dit eet- en designadresje te plakken. Gisteren reden we rond het middaguur Gent binnen en voelden we er wel wat om een lekker vervolg aan ons uitje naar de Verbeke Foundation te breien. Dus haalde ik mijn restolijstje boven en navigeerde het lief richting de hoerenbuurt.

Meneer ycono stond in de deur het straatgewoel wat gade te slaan. Binnen noch buiten zat iemand, dus informeerden we of lunchen mogelijk was en bezetten we 1 van de 5 binnentafeltjes. De eetkeuze bestond uit quiche, soep en verschillende broodjes.

Bagel met verse kaas, gerookte zalm, bieslook en komkommer voor haar.

ycono club sandwich met gegrilde kip, gouda, mosterd en tartaar voor hem.

Aan beide tafelkanten een voortreffelijke keuze. De begeleiding door sla, zongedroogde tomaatjes, walnoten en aardbeiendressing (gokje!) verdient een bijzondere vermelding. Ik proefde verder het alcoholloze Ginger Beer, een pittig doch o zo verfrissend drankje.

Bij ycono kom je duidelijk niet alleen voor de inhoud, want ook aan de vorm wordt bijzonder veel welgesmaakte aandacht besteed. De rietjes in de drankjes bijvoorbeeld zijn net dat tikkeltje anders: dun, veelkleurig, oldskool. De schattig roze keramiektegels op de toog charmeren. Voorts overal design: de DSW stoel, wat DCM stoelen en de ‘Hang it all’ kapstok van Charles & Ray Eames, het koffieservies van Panamarenko voor Koffie Hoorens, … De rest van onze lunch evolueert al snel tot een gesprek met de uitbater over dat ene krukje of die tafel daar, want in principe staat de volledige inrichting van te koop.

Oprechte plek! Je ziet ons hier beslist terug. Misschien voor het “breakfast at ycono” op weekendochtenden of om een element uit het interieur aan te schaffen.

Salt ’n pepper

Een vriendin raadde mij onlangs Salt ’n pepper aan, een onopvallend Indisch restaurant vlakbij het Gentse Sint-Pietersstation. Mijn aandacht had ze alvast vast, want degelijk Indisch eten vinden in Gent is geen sinecure. Dit kan een Brit wellicht niet snappen.

Ik bel in de namiddag om te reserveren voor diezelfde avond. Het kan nog, maar pas om 20u. Wanneer we het aardig volgelopen restaurant op de hoek van het Koningin Maria Henrikaplein en de Smidsestraat binnenwandelen, zien we niet meteen een vrije tafel van 4 personen. Na kort overleg krijgen we een ronde tafel in de hoek met 6 zitplaatsen toegewezen. We reorganiseren snel om comfortabel met elkaar te kunnen praten. De langs de kant geschoven servieten blijven echter tot na de maaltijd liggen.

De uitgebreide kaart doorploegen zonder veel kennis van de Indische keuken blijkt geen gemakkelijk karwei. Al weet ik wel wat tandoori, okra en paneer zijn, we twijfelen allemaal. Als hapjes (eigenlijk voorgerechten) vragen we een portie vegetarische samosa en gefrituurde kaas. Uiteindelijk bestellen we allevier een ander hoofdgerecht, zodat we verschillende gerechten kunnen proeven.

  • chicken ginger – kip bereid op Noord-Indische wijze, met verse gember
  • matar paneer – gekruide kaascurry met doperwtjes in masala van tomaten
  • chicken biriyani – kipfilet in rijke notenmengeling met venkelaroma, bereid in pulaorijst + biriyani mixed raita – yoghurt met stukjes tomaat en komkommer
  • baingan gosht – lamsvlees bereid met verse aubergines en Indische kruiden

Aan de Indische wijn wagen we ons niet, we houden het bij Belgisch bier en frisdrank. We wachten een behoorlijk eindje op onze appetizers. Getimed heb ik het niet, maar het komt misschien in de buurt van een half uur. Er verschijnen enerzijds 2 (kleine) samosa’s en 2,5 (vettige) plakjes gefrituurde kaas. Beide hapjes zijn in het gezelschap van rodebietscheuten, een kerstomaatje en een schijfje kiwi. Huisgemaakt lekkers, maar eerder aan de prijzige kant. Daarna duurt de wachttijd tot aan het eigenlijke eten zo mogelijk nog langer. Aangezien ik de ganse dag nog niets gegeten heb, begin ik wat ongeduldig te worden als ineens de ober met onze voorverwarmde borden aanrukt. Gevolgd door de kommetjes met de bereidingen, rijst, naanbrood en een klein koolslaatje.

Zoals afgesproken delen we alles en meteen merken we wie de beste keuze maakte: mijn wederhelft en zijn lam met aubergine. De chicken biriyani en de matar paneer ontgoochelen lichtjes, al klopt de combinatie met de andere gerechten wel absoluut. Toch kijk ik beteuterd telkens er zo’n knisperende en rokende portie chicken tandoori voorbijkomt voor een andere restaurantgast. Bij een eventuele volgende weet ik al wat te bestellen!

Eerlijk gezegd verwonderen de enorm negatieve reacties op de website van Zone 09 mij gedeeltelijk… Het klopt dat de bediening niet meteen vriendelijk te noemen is. Wanneer we afrekenen (€ 94,45) staat de ober nogal ongegeneerd om wat fooi te smeken, behoorlijk on-Belgisch en zelfs ronduit gênant. Desalniettemin at ik prijs-kwaliteitsvol. Niet te vergelijken met het niveau in Groot-Brittannië, maar dat verwachtte ik ook niet. Bij een toekomstige keer zou ik echter de eerder schamele voorgerechten skippen en mijn compagnie overtuigen om een tandoori te combineren met een baingan (aubergine) gerecht. Of om niet druk te maken over de bediening of de wachttijden gewoon afhalen.

Kijk-Uit (gesloten)

Na anderhalf jaar bij VMMa ken ik wel al enkele fijne adresjes in de buurt van de Medialaan: paardensteak in De Kuiper, originele bistrokeuken bij Sallamangee, Italiaans bij Da Lino, … Af en toe mag het net iets meer upscale en dan neem je er de Gault Millau bij. Even zoeken op Vilvoorde en aldaar lacht restaurant Kijk-Uit met een verdienstelijke 14 in mijn gezicht. De website en het kader voelen wat oubollig aan, al omschrijven ze zichzelf ook zo: ‘een jong team in een klassiek, bourgondisch interieur’. Klassiek als in een beschermd monument uit de 16de eeuw – meer bepaald de uitkijktoren van de stad Vilvoorde. De foto’s van gerechten trekken mij over de streep en ik reserveer.

We komen iets voor 12u aan; de deur is zelfs nog gesloten… Als eerste lunchers krijgen we een tafel bij het raam aan de straatkant. Daar wachten alvast brood, boter, smout, peper, zout en olijfolie op wat appetijt. De overkant twijfelt nog tussen een zeetong meunière à la carte of het marktmenu aan € 35 voor voor-, hoofd- en nagerecht. Mij hoeven ze al niet meer te overtuigen en met de glimlach hoor ik hoe hij mijn keuze volgt.

Wat biedt de markt?

gebakken langoustines, tomatensoorten, pesto van basilicum, merengue van olijfolie
•••
kwartel, portosaus, aardappelchips, erwtjes en wortelen met kardemom
•••
aardbeien in rozenwater, crumble, wittechocolademousse, ijs van Jules Destrooper

Ik hou het alcoholloos; mijn compagnon wijnt aangepast. We passen voor het aperitief, uiteraard niet voor het hapje: gazpacho, espuma met paëllakruiden en gamba’s. Niet veel later verschijnen de voorgerechten op leiborden: een rijk palet aan ingrediënten, ruime aandacht voor presentatie. De disgenoot is vooral geïntrigeerd door de originele merengue (misschien zelfs eerder spons) met een sterke olijfoliesmaak.

Het hoofdgerecht vind ik visueel nog net iets sterker. Gedresseerd op één lijn: een versneden kwartel, aardappelchips, verse erwtjes (gekookt en in gelei), wortelen (gestoofd en in zalfje), portosaus, affilla cress. Lekker doch iets te weinig gekruid. Tenslotte krijgen we het dessert opgediend in een diep bord. Meteen ook mijn eerste ervaring met het ijs van Jules Destrooper. 100% seizoensgebonden en fris als lunchafsluiter!

Over de wijn kan ik wegens geheelonthouding niet uitwijden (wit uit Pfalz, rood uit regio Pyreneeën). De bediening is van goede wil, evenwel laten sommigen nog steekjes vallen en blijft de gastvrouw opvallend op de achtergrond: haar enige interventie is het (nogal kwistig) uitgieten van de portosaus.

Samengevat een gastronomische lunch aan een correcte prijs. De Kijk-Uit bezit potentieel door de historische locatie in combinatie met de moderne keuken. Een extra portie schwung lijkt mij niettemin noodzakelijk om tot succesvolle blijver te verworden…

Sint-Sixtusabdij Westvleteren

Toen we afgelopen weekend tussen West-Vlaamse afspraak A en West-Vlaamse afspraak B een lunch moesten scoren, dacht ik ineens aan mijn oma. Zij vertelde onlangs hoe ze soms fietst tot bij de paters van Westvleteren (16 km enkele rit, kranig voor een 79-jarige dame). Tijdens haar laatste bezoek paste ze voor de trappist; ze hield het bij een simpel pintje en een stuute met gerokte espe (boterham met gerookte ham).

We parkeren tegenover de abdij en zien meteen waarvoor de paters die ‘bouwstenenboxen’ gebruikten: een gloednieuwe vleugel van hun Sint-Sixtusabdij. De eigenlijke abdij is echter niet toegankelijk voor bezoekers. Wat behoort dan wel tot de mogelijkheden? Het – cliché, cliché – natje en droogje in ontmoetingscentrum In De Vrede met de informatieruimte Claustrum. Een wandeling rond de abdij met een stop aan de grot, alwaar men een kaarsje kan branden om Maria te pleasen.

Het blijkt nog behoorlijk rustig in In De Vrede zo rond het middaguur. Op de kaart staat precies wat wij nodig hebben: een boterham met gerookte ham en een Trappist Westvleteren Blond (5,8°) voor hem, een boterham met paté en een cola light voor haar.

Niet veel later lachen twee stevige sneden boerenbrood met boter en lekker breugheliaanse rauwkost (sla, komkommer, tomaat, augurkjes, zilveruitjes) in ons gezicht. Op het brood ligt bij mij een gigantische plak paté – wat bij de slager wellicht een weekportie voor een doorsneegezin is; bij mijn vriend smakelijke sneetjes gerookte ham. Een perfecte lunch met een nostalgisch kantje!

De overkant nipt ook tevreden van de trappist en denkt meteen aan een voorraad inslaan, maar dat is buiten de paters gerekend… Bakken trappist moeten sowieso gereserveerd worden. Een habitué naast ons – overigens in het gezelschap van 4 chiuaua’s in een mand en ook nog wel een vrouw – vertelt ons na overleg met de dienster dat er misschien terug bier zal zijn (niet per bak maar per flesje dan, veronderstellen we) om 13u30. Zoveel geduld en goesting in trappist hebben we daarentegen niet.

We wandelen nog even tot bij de grot en kopen voor het democratische bedrag van € 0,40 een kaarsje om bij Maria op goede voet te staan.

Door voorspoed zullen we overspoeld worden, geloof me!