Leuven, dat was even geleden. De local die mee aan tafel schuift, kiest Het Land Aan De Overkant uit mijn shortlist – een restaurant dat op de radar verscheen na een paar dikke duimen van foodies die ik respecteer. We starten de avond met een pintje bij Kaminsky en wandelen daarna een paar honderd meter de Léon Schreursvest op. Mijn jas wordt weggehangen en mijn stoel voor mijn neus achteruitgeschoven. We zitten aan een ruime tafel en krijgen meteen een frisse limonade met munt als welkomstdrankje.
Vooraleer ik verderga even over de foto’s: na inmiddels een half jaar spelen met mijn Canon frustreerde het mij enorm om in moeilijk licht (tientallen spotjes + avond) met mijn iPhone de borden te moeten vastleggen. Zo erg zelfs dat ik even getwijfeld heb om deze blogpost niet te schrijven wegens ondermaats beeldmateriaal. Anyway, mijn excuses!
Na de limonade volgt vlot de vraag of we aperitief willen drinken en dient één van de obers radijsjes en zuurdesembrood met verse kruidenkaas op. Ik lust de cava (€ 9) wel, de details zijn niet blijven hangen. De overkant zwicht voor de Liefmans Goudenband (€ 9). Wat het menu betreft laat ik de keuze tussen korte (€56) of lange (€ 80) versie ook daar liggen. Hij wil full-blown gaan en wie ben ik om dat tegen te spreken?
Als extra hapje serveren ze venkel op de BBQ met espuma van waterkers en krokantje van havervlokken. Mijn zwak voor venkel zegt genoeg.
Wijngewijs wil hij de aangepaste; ik beperk mij tot af en toe een glas wegens chauffeur.
We starten met makreel, tomaat en kiemen. De rauw gemarineerde makreel krijgt naast tomaten en kiemen ook het gezelschap van parmezaanparels en een jus van tomatenwater en dashi. Een frisse starter!
Naar het volgende voorgerecht kijk ik meer dan gemiddeld uit: aardappel, zeekraal, garnaal en lamsoor. De ingrediënten vormen een mooi zilt geheel, alleen loop ik niet warm voor zo’n poeder op mijn bord en al zeker niet in mijn mond.
Vervolgens verschijnt de zeeforel, verse amandel en rauwe boter. Hier laat ik mij voor de eerste keer echt verrassen door chef Wim Dejonghe: ik kan mij niet herinneren dat ik ooit verse amandelen at. Wat een verrukkelijke ontdekking! De combinatie met de roze (nog iets onverwachts) zeeforel en de jonge broccoli werkt ook perfect.
Dan wordt het tijd voor het enige gerecht waar ik enigszins mijn wenkbrauwen voor frons bij het lezen op de menukaart: zwezerik, wortel en ras-el-hanout. Ooit proefde ik die van een kalf, zonder veel succes weliswaar. Het blijkt hier om exemplaren van een lam te gaan en tot mijn eigen verbazing bevallen deze zwezeriken mij écht. De textuur is minder typisch orgaanvlees en de lamszwezeriken lijken als het ware in mijn mond te smelten. Opnieuw een smaakprimeur voor mezelf! Dit apprecieer ik bijzonder hard aan deze keuken: de originaliteit, het net iets anders zijn dat de twee grote stromingen die er voor mij in de Vlaamse culinaire wereld zijn – meer bepaald de Kobe Desramaults stroming en de Sergio Herman stroming (misschien kort door de bocht, maar probeer eens om alle topzaken aan onder één van deze twee heren te categoriseren).
En de eigenheid zet zich verder in het volgende gerecht: rund van de bbq, gegrilde groenten. We krijgen pincanha, een vooral in Zuid-Amerika populair stuk rund. Vooral de gebarbecuede watermeloen springt in het oog! Dat watermeloen en feta een perfect duo vormen, weet ik inmiddels. Alleen was het nog nooit bij mij opgekomen dat watermeloen ook gegrild kan worden. Verder proef ik nog gele courgette, aubergine, paarse bloemkool en groene asperge. Een drupje vleesjus mis ik in eerste instantie, meteen daarna tik ik mezelf mentaal op de vingers omdat zonder natuurlijk een gezonder bord geeft.
Als dessert hou ik het bij ananas, witte chocolade en pina colada, mijn gezelschap prefereert de kaas. Hij eet met smaak van het kundige palet, alleen klopt de verhouding kaas versus brood niet. Ik lust de gegrilde ananas wel; de zomerse barbecuelijn zet zich tot aan de laatste gang verder. Fijn dat de chef hier ook meedoet aan mijn BBQ marathon! Tot slot krijg ik een extra nagerecht met krieken dat ik wegens meer dan voldaan afsta aan mijn kriekenminnende gezelschap.
Ik besef dat ik niet dieper ben ingegaan op de wijnen. Hoewel de sommelier bij elke wijn een grondige uitleg geeft, lukt het ons niet om hoogte van hem te krijgen. Een oprecht geïnteresseerde vraag over Zuid-Afrikaanse druiven wordt meteen afgeketst. Als wit schenkt hij voor mij bij de zeeforel ‘Gavi’ van Stefano Bellotti uit de Italiaanse Piëmonte. Bij het rund consumeer ik mijn laatste glas: ‘Intellego’ van de Zuid-Afrikaanse Jurgen Grauws. Beiden een geslaagde match met het respectievelijke gerecht.
Samengevat een meer dan geslaagde avond met op het eind een iets te hoge rekening voor een doordeweekse woensdag. Desalniettemin onthou ik een aantal nieuwe foodervaringen: verse amandel, lamszwezerik, gegrilde watermeloen. Bedankt, chef!