Op een vrijdagmiddag spreek ik af met mijn intussen vaste lunchafspraak uit Twitterville (@mdevrieze voor de nieuwsgierigen) bij Coeur d’Artichaut – een restaurant dat omwille van velerlei redenen een knipperlichtrelatie heeft met mijn restolijstje. Door de recente lovende reacties (over chef Tom Van Lysebettens en over hun interieur) boek ik er uiteindelijk dan toch een tafel.
Ik parkeer in de ondergrondse parking Sint-Michiels en arriveer op tijd, maar toch is mijn gezelschap mij voor. We bestellen alvast een aperitief (droge sherry en een glas pinot grigio) en krijgen daarbij indrukwekkende kroepoek van rijst met limoenmayonaise. De kaart ziet er veelbelovend uit en nodigt nu al uit tot een vervolgbezoekje. Wij houden het voor deze keer op het lunchmenu (€ 16,50). Toast met tartaar van tomaat als voorgerecht. Gelakt buikspek, crème van paprika, daikonsalade en gemberemulsie als hoofdgerecht.
De toast volgt al snel. Niets spectaculairs, maar eerlijk, puur en bovenal lekker. De beide toasts komen samen op een bordje, waardoor het eigenlijk eerder een amuse of een tapa is dan een voorgerecht. Perfect begrijpelijk aan dat tarief. Daarnaast besef ik ook dat er nergens het woord ‘voorgerecht’ geafficheerd staat, dat heb ik er zelf van gemaakt.
Dan verschijnen de kunstig gedresseerde hoofdgerechten. Erg mooie borden! Ik twijfel in eerste instantie of ik het buikspek volledig zal opeten (vet incluis). Aan de overkant in ieder geval wel en ik volg dat voorbeeld, al ben ik geen pur sang carnivoor. En het bevalt, zeker de combinatie met het scherpe van de daikon en de radijsjes enerzijds en de zuiderse paprika anderzijds. Chef Tom verrast mij echt aangenaam, of misschien net niet. Hij voldoet feilloos aan de verwachting die ik had op basis van zijn Instagram foto’s.
Omdat we toch nog met een klein goestingske zitten – of omdat we nog niet zijn uitgepraat, kijken we nog eens naar de dessertkaart. Die komt samen met een inside joke van de chef over een suikerspin. Indirect grapje wel, want hij komt zijn keuken niet uit… :) Ik ga
voor de aardbei en rabarber | butterscotch en yoghurt. Een streling voor whatever en 100% mijn smaak. We ronden af met koffie die begeleid wordt door een citroenmacaron en een donker stukje chocolade.
Wat ben ik tevreden met dit nieuwe (in mijn restowereld, niet tout court) lunchadres. Coeur d’Artichaut mag wat mij betreft met geheven hoofd naast de Gentse spots van de Flemish Foodies staan. Het heeft dezelfde frisheid en liefde voor toegankelijke gastronomie (ook wel bistronomie) die niet iedereen gegeven is, ook al proberen ze soms nog zo hard.
En dan heb ik nog niet verteld hoe gek ik eigenlijk ben op dat hart, die bodem van een versgekookte artisjok. Het doet mij denken aan hoe we thuis aperitiefhapjes voorbereiden voor eetgasten en dat verrukkelijke stukje voorbehouden aan de hardwerkende thuiskoks. Jeugdsentiment met een paar druppels vinaigrette…