Je ziet het wel vaker in de Italiaanse sectie van kookboeken: worst in combinatie met tagliatelli, penne of fusilli. Een welkome afwisseling voor pancetta, Breydelspek, scampi, zalm of nog iets anders als eiwitbom in pasta. Daarom kocht ik gisteren chipolata in de supermarkt en bedacht struinend tussen de rekken onderstaand recept. In een eerdere Instagram post benoemde ik de oorvormige pasta als orechetti. Waarvoor mijn excuses, want het hitgehalte op Google leert mij dat dat orecchietti hoort te zijn. Op verzoek van Emma Liekens even uitgeschreven…

Ingrediënten (voor 2 personen)
250 gr orechietti
2 chipolata’s
1 bakje witte champignons
1 groene paprika
1 teentje look
25 cl room
olijfolie
balsamicoazijn
walnootolie
peper & zout
parmezaanse kaas
rucola
Bereidingswijze
- Bak de chipolota’s in wat olijfolie
- Snijd de champignons in kwartjes, de paprika in stukjes en de look fijn
- Voeg de groenten bij de chipolata eens die bijna gebakken zijn
- Besprenkel met wat balsamicoazijn en walnootolie
- Breng een ruime hoeveelheid water aan de kook (met olijfolie en zout in)
- Kook de orecchietti al dente en giet af
- Haal de chipolata’s uit de pan en snijd die in stukjes van 2 cm
- Voeg de room toe en laat lichtjes inkoken
- Meng de saus, de chipolata en de pasta goed dooreen
- Serveer in een diep bord met geraspte parmezaanse kaas en rucola
Verrassend lekker! Verrassend smakelijk!
Ik kan het niet.
Ik kan het niet.
Het lukt mij niet.
Een boek beginnen lezen, na een paar tientallen bladzijden denken dat de inhoud maar zo-zo is en dan… De gemiddelde lezer – of in een iets bezetener versie boekenwurm – besluit op een dergelijk moment zonder enige wroeging of andere vreemde gevoelens om het boek simpelweg niet uit te lezen. Point final. Ander en beter. Next!
Wel, dat is nu net waar ik niet in slaag. Ik kan geen boek onuitgelezen laten. Zo’n stressvolle ervaring onderging ik in het verleden met meerdere businessgerelateerde boeken (marketing, e-marketing, social stuff) en recent nog met Dimitri Verhulsts Godverdomse dagen op een godverdomse bol alsmede met Haruki Murakami’s Hard-Boiled Wonderland en het einde van de wereld.
Een stemmetje fluistert in mijn oor “Wat je begint, moet je afwerken!” (overigens een opvoedkundig adagium van mijn ouders). Ik word zowaar een dwangneurotische gewaarwording gewaar. Bladzijde na bladzijde, pagina na pagina ploeg ik door. Want ik moet en ik zal afwerken waar ik aan begonnen ben.
Ik kan het niet.
Ik kan het niet.
Het lukt mij niet.
Maar ooit – o jawel ooit – op een mooie dag zal ik het doen. Na een bladzijde of dertig heel luid “Foert!” schreeuwen, het desbetreffende boek keihard in een hoekje keilen en nadien wilde plannen smeden om het ritueel te verbranden. Boekverbranding begot!
•••
UPDATE
Blijkbaar een onderwerp dat leeft! Vandaag een onderwerp in Peeters & Pichal op Radio 1.
http://www.radio1.be/programmas/peeters-pichal/slechte-boeken-uitlezen-tijdverspilling
Helaas kan ik mij niet meer exact herinneren hoe Quiche Keurig op mijn restolijstje terechtkwam. Al heeft het vaag iets te maken heeft met TRACK, de mensen achter TRACK, hoe ik ergens hoorde / las dat zij daar wel eens lunchen en de uitbaatsters dan lief om twee soorten pastasaus vragen.
Op een regenachtige maandagmiddag parkeer ik mijn wagen in één van de opvallend veelvuldig beschikbare parkeerplekjes in de stationsbuurt. Quiche Keurig blijkt een gezellig ontbijt-, lunch- en koffieadres te zijn met een gemoedelijke inrichting: houten tafels, centraal een grote koeltoog, een tuinterras. Het woord ‘warm’ komt in mij op.
Op het krijtbord achter de toog staat het gamma aan broodjes, slaatjes en pasta’s. De laatste kun je zelf samenstellen (welke sla / pasta, welke dressing / saus, welke topping), maar wat bestel je in een zaak die Quiche Keurig gedoopt werd? Quiche uiteraard! Vandaag bestaat de keuze uit quiche lorraine of geitenkaas, peer en pijnboompitten. Ik ga voor de laatste (€ 9,8) en een Firefly Pomegranate & Elderflower (€ 2,6).

De vriendelijke dame vertelt mij dat het een tiental minuutjes zal duren om de quiche op te warmen. Geen nood! Geen haast! Ik nestel mij aan mijn tafeltje achterin en lees de wachttijd weg. Een paar hoofdstukken later krijg ik mijn lunch voorgeschoteld. Op het bord ligt een stevig stuk quiche, een torentje couscous (vermengd met wat wortel, courgette en venkel) en een gemengd slaatje met tomaat, sjalot en dressing.
Lekker, al valt quiche mij doorgaans wel wat zwaar. Ook deze keer wandel ik met een soort steen in mijn maag en buikpijn buiten… Geen verwijt naar de dames van Quiche Keurig toe, mijn lichaam kan gewoon niet zo goed met deze zware kost om. Ik kom absoluut nog terug, weliswaar voor een ontbijt of een lichte niet-quiche lunch.
Een boek van Haruki Murakami
Laat me eerlijk zijn. Ik heb sterk getwijfeld om het boek na een pagina of 30 terzijde te leggen en nooit meer terug te openen. Maar ik kan het niet. Ik slaag er simpelweg niet in om een boek niet uit te lezen. Dus ging ik door tot en met pagina 399 en sloot deze tweede Murakami op mijn reading list (na Norwegian Wood) met een vreemd gevoel.
‘Hard-boiled Wonderland en het einde van de wereld’ vertelt een buitengewoon verhaal dat zich afspeelt in Japan met in de hoofdrol een 35-jarige wetenschapper – wiens naam zelfs niet genoemd wordt, besef ik nu pas.

Doorheen het boek alternenen de hoofdstukken die zich afspelen in twee parallelle werelden, of misschien beter twee parallelle circuits in het bewustzijn van de jonge wetenschapper. Enerzijds het hedendaagse Tokyo waar het Systeem en de Fabriek een informatieoorlog uitvechten met respectievelijk Calcutecs en Semiotecs als huurlingen. Anderzijds de Stad waar mensen zonder schaduw en dito geest leven en waar enkel eenhoorns zich zowel binnen als buiten de muur mogen – moeten zelfs – begeven.
Klinkt dit allemaal een tikkeltje merkwaardig? Wellicht, dat is het verhaal ook. Hoewel ik in eerste instantie niet van plan was om het boek uit lezen, deed ik dat toch. Ik heb er geen spijt van. Ik ben er niet wild van. Ik las het gewoon uit.
‘Hard-boiled Wonderland’ holderdebol.comder kopen?
Als je blogt, vraagt men wel eens of je iets wil testen. Als je geregeld over food blogt, is dat doorgaans iets eetbaars. Uit respect schrijf ik daar dan wat over, meestal omdat het moet. Maar in dit geval omdat ik het wil.
Want ik ben eerder een hartig dan een zoet type. Lees dat ik onder normale omstandigheden nooit ‘Neen, dankjewel!’ zeg tegen aperohapjes, dus ook niet tegen een handvol chips. Ik hou van kroepoek, nacho’s, doodnormale zoute chips, deze met picklessmaak, (sea)salt & pepper en Lay’s Sensations Thai Sweet Chili.
Lay’s breidt zijn gamma echter uit met een nieuwe smaak: grilled steak & onion. Nu ben ik in se principieel al geen fan van chips die smaken naar vlees (ham, roasted chicken, …). Het voelt gewoon tegennatuurlijk. Allerlei kruiden graag, maar geen grilled steak. Na het eigenlijke proeven moet ik eerlijk toegeven dat ik de steak niet meteen smaak. Misschien gelukkig maar, want op die manier vind ik ze toch eetbaar doch nog steeds geen topper.

Neen, ik heb niet deelgenomen aan de ‘Maak je smaak’ wedstrijd en gestemd heb ik ook niet – al had ik dat omwille van bovenstaande redenen niet op de Bicky Crisp gedaan. Als ik iets had ingestuurd, was het wellicht kardemom, komijn, kurkuma, kaneel (4K) of zo.
Alhoewel. Zelfkritiek moet kunnen. Ben ik wel eerlijk en onbevoordeeld door zo tegen een vleessmaak in chips te fulmineren? In Kobe Desramaults De Vitrine degusteerde ik toch ook met smaak de chips van varkensoor? En die praline met baconsmaak van Dominique Persoone heb ik toch ook gekocht? Misschien moet ik mijn mening toch ietwat bijstellen.