Mijn restaurant

Ik hou van eten. Soms verkies ik om het zelf klaar te maken, soms wil ik dat iemand anders dat voor mij doet. Dan ga ik naar een “geproefd en goedgekeurd” adresje of probeer ik mijn restolijstje (een TO GO voor eetgelegenheden) in te korten. Af en toe gebeurt het dat noch mijn eigen kookpotten, noch die van een ander mij kunnen bekoren. Dan denk ik: “Als ik een horecazaak zou uitbaten, dan zou het [zie hieronder] zijn.”

I like it cold

Zowel mijn papa als ik koesteren al sinds mensenheugenis een voorkeur voor koud eten. Daarmee bedoel ik geen slaatjes, rauwkost of sushi – dingen die wij uiteraard ook wel lusten. Neen, het gaat om eten dat eerst bereid en daarna afgekoeld is. Bij voorkeur zit er minimum 12u tussen de bereiding en de consumptie op kamertemperatuur. Ooit geprobeerd? Perfect gebakken steak, zelfgemaakte lasagne, gepocheerde vis of gestoofde groentjes de volgende dag onverwarmd opeten? Wat ik ook op die manier verorber, mijn smaakpapillen zijn mij steevast enorm dankbaar.

Vandaar dat ooit het idee ter sprake kwam om dit zwak met anderen te delen: in een restaurant waar alle gerechten een dag op voorhand bereid en op kamertemperatuur geserveerd worden. Ongeveer het omgekeerde van à la minute, maar naar onze mening daarom niet minder bevorderlijk voor de smaak. Geen idee of iemand dat idee ooit in de praktijk bracht, geen idee of er een doelgroep voor is. Maar ik vrees dat “I like it cold” een degelijke business case review niet zou overleven. Bijgevolg zetten we het concept – bijzonder toepasselijk – in de ijskast…

Egg & Toast

Sinds ik werk, merk ik dat er een schrijnend tekort aan lunchadresjes is in bepaalde streken. Zo van die plaatsen waar je voor niet al te veel geld (€8 tot €16) vlot en bij voorkeur gezond kunt eten. Sommigen specialiseren in broodjes, anderen in soep, slaatjes, croques, burgers, een combinatie of nog iets anders. Ik dacht voornamelijk aan twee dingen: enerzijds eiergerechten, anderzijds geroosterd brood.

Bij ei gaat de focus naar originele omeletten. Iedereen kent de omelet natuur, champignon, tomaat, kaas en ham. Maar waarom geen roereitjes met garnalen, gerookte zalm, chorizo, broccoli, spinazie of peultjes? Daarnaast kan de kaart andere eivariaties bevatten: originele slaatjes met gepocheerd ei (samen met linzen altijd een voltreffer) of een dagschotel met paardenogen (ook wel gekend als spiegeleieren), pompoenpuree, gestoofde sojascheuten en begeleidend slaatje.

Wat betreft de toast betreur ik vaak de beperkte keuze: verder dan champignon of gerookte zalm komt men meestal niet. Nochtans hebben dikke sneden geroosterd brood met het gepaste beleg en wat rauwkost potentieel! Denk als beleg bijvoorbeeld aan warme kaas (camembert of reblonchon), peer en noten. Aan gehaktbroodje gekruid met komijn. Aan gerookte forel met streepjes oude kaas en appel…

Beide eetlijnen kunnen perfect uitgebreid worden naar de ontbijtsfeer. Verder bieden ze de mogelijkheid om de klandizie te enthousiasmeren door hen zelf een omelet of toast te laten samenstellen, de beste inzending omelet of toast van de maand te maken en de winnaar met een aantal gratis lunches te belonen.

Misschien zit in dit tweede concept toch wat potentie, maar ik zal het nooit verwezenlijken. Mijn ambitie ligt elders. Ik hoop gewoon dat iemand in deze blogpost de inspiratie vindt om binnenkort een zaak uit de grond te stampen – bij voorkeur zo dicht mogelijk bij mijn leefwereld.

Wolkje woorden

Mensen vragen mij soms waarover ik tweet… Ik antwoord dan geduldig met een opsomming van mijn favoriete onderwerpen: van food over running tot dagdagelijksheden enzomeer. Maar via My Tweet Cloud kan ik die opsomming nu op een visueel presenteerblaadje aanbieden. En Wordle giet deze wolk daarenboven in een sexier jasje – inclusief aantrekkelijke font- en lay-outmogelijkheden. Wel leert deze wolk mij dat er nog room for improvement is wat betreft hashtag-keuzes. Namelijk minder als gimmick, meer als samenvatting…

Wreck This Journal

“To create is to destroy”
De subtitel van Keri Smith’s bestseller uit 2007 spreekt tot mijn verbeelding.

Ik hou doorgaans van netjes, maar tevens van creatief. Dus daag ik mezelf uit om te verifiëren of on-netjes een extra creatieve dimensie losmaakt.

Menig pagina van dit excuus voor vernietigingsdrang zal hoogstwaarschijnlijk in mijn Twitterstream verschijnen. U weze gewaarschuwd…

Chassepierre

Denk aan een idyllische Ardense locatie. Je weet wel: een klein dorpje, in een vallei, aan een rivier, met authentiek kerkje en dito huisjes, straatjes, brugjes, pleintjes. Denk aan Chassepierre

Voor de 37ste keer ontvangen de ongeveer 300 inwoners een veelvoud van hun eigen aantal. Voor hen een gevarieerd aanbod van muziek, dans, circus, poppenspel en toneel – samen te ballen onder de noemer “straattheater”. Maar ook allerlei ambachtelijke food en non-food. Persoonlijk blijven mij vooral het Don Quixote spektakel, KluG, “La Champignonerie” en de ochtendlijke duik in de Semois bij.

De artiesten van Theater Gajes brachten een eigentijdse interpretatie van Don Quichot. Een beklijvende ervaring, omdat de volledige voorstelling zich afspeelde boven en tussen het publiek. Het gezelschap bestond dan ook uit een aantal protagonisten op stelten, begeleid door een horde in rode overall die de tuigen (paard, windmolen, …) bedienden en de decorstukken (bartafels, vlinders, …) ondersteunden. De van oorsprong Nederlandse acteurs poogden om de teksten in het Frans te brengen – wat ongewild tot enkele hilarische uitspraken leidde.

Het innemende robotje KluG van Collectif aïe aïe aïe deed mij logischerwijze wat aan WALL·E denken. In eerste instantie eiste het wezentje al onze aandacht op, in tweede instantie wilden mijn vriend en ik vooral uitzoeken wie KluG zo herkenbaar kinder/dierlijk deed inspelen op de omstaanders. Ik mocht het zelf aan den lijve ondervinden toen hij mijn hotdog in de gaten kreeg. De robot klampte mij minutenlang aan in de hoop een hapje mee te pikken. Na grondig observeren haalden we toch de begeleider van KluG uit het publiek. Het bleek een man met een alledaagse outfit, een rugzak (hoogstwaarschijnlijk vol apparatuur) en enkele kabels doorheen beide truimouwen naar een soortement joystick in beide handen.

Verder nog een woordje over een originele eetstand: “La Champignonerie”. Tegen toch wel ietwat overdreven prijzen kon hier geproefd worden van paddestoelen in al hun glorie. Op een toast, een dikke boterham of in een omelet. Met in de eerste twee gevallen de keuze tussen de alomgekende witte champignons of een mix van deze, oesterzwammen, trompettes de mort, shitakes, cantharellen, enzovoort. Een feest voor de smaakzin; helaas dacht het gros van de festivalgangers er ook zo over (wachtrij!?).

En nu zwijg ik. Ik laat de beelden voor zich spreken…

[portfolio_slideshow]