Staakt het staken!

Bij Brink’s – vermoedelijk niet zonder reden.
Bij bpost – door die van bij Brink’s.
Bij de NMBS – where else?
Bij het personeel van de Antwerpse rusthuizen – vraag mij niet waarom.
Bij De Lijn – vanaf morgen ongetwijfeld na die projectielen.

Weet je? Als ik nieuwsberichten over stakingen en betogingen hoor, dan vertonen mijn oren zelfs die typische spitsneiging niet meer. En als ik het dan toch door mijn trommelvlies krijg, popt de ergernis op. Al zal dat wel niet sociaal wenselijk zijn… Niet alleen de manier waarop vakbonden sociaal overleg steevast simplificeren; ook de manier waarop de achterban hun frustratie uit kan er bij mij niet (meer) in.

Stakingen. Betogingen.
Waarom niet wat meer originaliteit in het sociaal protest?

Enkele aanzetten voor creatievere drukkingsmiddelen:

stiltepauze
aan kassa van supermarkt plichtsbewust barcodes scannen, maar zonder één enkel woord uit te spreken

maskerparade
als conducteur kaartjes knippen, doch met lachwekkend masker voor gezicht

betooging
in plaats van altijd dat stappen met vlaggen en zo, gewoon lange toog op straat en dan kameraadschappelijk allemaal samen pintje drinken

flash mob
voor marketing – en in het bijzonder virale doeleinden – absoluut uitgemolken, maar werkgever zou volgens mij nog steeds vreemd opkijken

gnikats
exact het omgekeerde van staking, dus simpelweg blijven werken

Ongetwijfeld nog veel betere alternatieven…

Vind ik leuk?

 

The [Longer] Long Tail

“Toen kwam een varkentje met een lange snuit en het verhaaltje is uit…”
Zo eindigde een verhaal standaard in mijn kindertijd.

Chris Anderson daarentegen start zijn betoog in “The [Longer] Long Tail” met een lange staart. Die metafoor kenmerkt een nieuwe economische realiteit waar een nagenoeg onbegrensde keuze resulteert in een eindeloze vraag. Centraal staat het internet als toegangspoort tot dit aanbod zonder grenzen. Anderson is ervan onvertuigd dat in de hedendaagse economie focussen op niches een waardig (lees: even lucratief) alternatief kan zijn voor de traditionele hitmentaliteit.

Instinctief denk ik aan bedrijven als Amazon en iTunes (versus de bakstenen broertjes als pakweg FNAC) als voor de hand liggende illustraties van zijn theorie. Benieuwd hoe hij de minder tastbare cases als het onoverkomelijke Google en anderen beargumenteert…

Meer als ik de resterende 75% van zijn boek achter de kiezen heb!

Tapas y compañia

Woordspelingen met tapas zijn populair tegenwoordig.

  • Er zijn de patapas van VLAM.
    Voor zij die van aardappelen houden.
  • En de hoppas van de Week van de Smaak.
    Voor zij die wel een hapje bij het Belgische bier lusten.
  • Iets verder terug in de tijd waren er de wappaz van Christer Elfving.
    Voor zij die de Spaanse klassieker graag iets wereldser zien,
    misschien zelfs absoluut Zweeds.

Een vaststelling van mijn kant, geen waardeoordeel.
Want ik geef toe: wat bekken ze lekker…

Boekenbeurs

Het was een jaarlijkse traditie, de Boekenbeurs. Tijdens de herfstvakantie in het gezelschap van mijn moeder, haar collega en mijn zus met de auto richting een Antwerpse locatie waarvan de naam mij nu ontsnapt.

Een stevige brok jeugdsentiment. Zo denk ik aan dat hilarische moment op de Singel waar men een groene golf beloofde bij een snelheid van 70km/u. Surf the wave, verkeersletterlijk in dit geval. Mijn moeders collega vertoonde een lichte vorm van paniek, want hoe kenden die signalisatieborden haar? Ze reed namelijk met – jawel… – een groene Volkswagen Golf. En dan was er nog die neiging van moederlief, zuslief en mezelf om het merendeel van de medeweggebruikers te verdenken van hetzelfde reisdoel. “Kijk, zij gaan ook naar de Boekenbeurs…”

Op de beurs zelf enkele hallen boordevol entertainment voor de sporadische lezer tot de leesgierige boekenwurm. Ik behoorde indertijd zonder twijfel tot de laatste categorie. Tijdens onze bezoekdag selecteerde ik uiterst weloverwogen de nieuwe titel die ik van mijn mama cadeau kreeg. Verder vulde ik mijn verzameling handtekeningen van auters aan – een verzameling die tognogtoe ontbrak in mijn blogpost Je bent jong en je verzamelt wat.

De Boekenbeurs was bovendien de jaarlijks weerkerende stimulans voor mijn eigen schrijfkriebels. Eens thuis kroop ik in mijn pen. Een echte vulpen, zoals het schrijvers betaamde volgens mijn jeugdige opinie. Letters, woorden, zinnen, paragrafen vloeiden. Het werden verhalen. Het werden brieven. Tevens schreef ik na de Boekenbeurs geregeld een aantal jeugdauteurs aan. Van alle correspondenties herinner ik mij in het bijzonder diegene met Patrick Lagrou – auteur van ondermeer Het Dolfijnenkind (heerlijke oldskool website!). Deze man maakte op mij een verpletterende eerste indruk met zijn handtekening in azuurblauwe inkt. Later bleek daarenboven dat hij op een iets milder azuurblauw briefpapier met dezelfde azuurblauwe inkt brieven schreef. De kleine Elise was fan. Zo zou ze later worden.

Nu zijn we later…
De vulpen is tot laptop verworden.
Tijd om nog die Boekenbeurs traditie terug op te rakelen!

Poppy badge

De Eerste Wereldoorlog boeit mij mateloos. Niet in die mate mateloos dat ik wekelijks de Last Post onder de Menenpoort bijwoon of alle oorlogskerkhoven van de Commonwealth War Graves Commission alfabetisch kan oplijsten. Maar de Flanders fields van ’14-’18 behoren tot mijn fields of interest. Al voelt het instinctief wat onrespectvol aan om een oorlog interessant te vinden.

Misschien schuilt de oorzaak in mijn opleiding als historica. In 2005 studeerde ik per slot van rekening af met een thesis getiteld “Nieuws van het westelijk front – De prentbriefkaart als propoganda-instrument tijdens de Eerste Wereldoorlog”. Misschien schuilt de oorzaak in mijn home region, meer bepaald de frontstreek en omgeving. Obussen naast elektriciteitspalen – wachtend op DOVO – zijn voor mij uiterst herkenbare beelden uit mijn jeugd.

Als je in de aanloop naar Wapenstilstand in het Verenigd Koninkrijk rondloopt, dan voel je dat je niet de enige bent met dit gevoel. De meerderheid van alle Britten speldt immers in de Remembrance Day periode een poppy badge op.

Waarom doen wij dit in België ook niet? We hebben rode lintjes tegen aids, roze lintjes tegen borstkanker, vlinders tegen zinloos geweld… Waarom dan geen klaproos om duidelijk te maken dat wij als inwoners van het strijdtoneel van toen – los van enige hedendaagse politieke boodschap – de Groote Oorlog nog niet vergeten zijn?

Ik pleit voor.
Waar kan ik er eentje kopen?