Het Vonnis

Een film van Jan Verheyen

Intussen kennen jullie mijn zwak voor Vlaamse film. Op de druilerige feestdag die Wapenstilstand is, twijfelen we tussen Het Vonnis en Marina. Uiteraard verwacht ik van de laatste een iets vrolijker verhaal, maar de film van Jan Verheyn draait al iets langer. Misschien een zwak argument en ik ben geeneens een fan van Jan Verheyen – een paar speeches op conferenties deden wij meer walgen dan iets anders. Maar ik probeer de persoonlijkheid van de maker los te koppelen van het eindproduct, al blijft dat lastig.

De grote lijnen zijn dus gekend… Een respectabele man (Koen De Bouw) verliest door zinloos geweld zijn lieftallige echtgenote (Joke Devynck) en door een daaraan gerelateerd tragisch ongeval meteen ook zijn dochter. Vreselijk! Als daar nog eens bijkomt dat de dader door een tegen de borst stuitende procedurefout vrij komt…

Met een rechtszaak en op het eind een vonnis tot gevolg.

Persoonlijk vind ik de film echt goed gemaakt. Jan Verheyen slaagt erin om het oordeel bij de kijker te laten. Volg je de burgerlijke partij, de procureur-generaal of de advocaat van de verdediging? In eerste instantie lijkt het een eenvoudige keuze, maar na zoveel rationele argumenten weet je het soms niet meer. Na tweede of derde instantie ook niet.

Een paar details die ik kon appreciëren en bijgevolg even wil vermelden… Koen De Bouw, het prototype van de mooie man. En ineens vond ik hem minder mooi. Was dat het verdriet dat hij zo treffend belichaamt en volgens zijn eigen woorden afstoot?

Verder moest ik tevens enorm hard gniffelen toen ik de – tja, ik veronderstel – voorzitter in de rechtbank zag. De dame die de leiding krijgt… Ze is gekend van andere rollen, meestal iets oudere dames in de rand van de maatschappij. Dit keer heeft ze een vrij hilarisch Sandra De Preter en Christina von Wackerbarth kapsel, alsof alle madammen met macht een donker kapsel met een witgrijze bles moeten combineren. Alsof ze willen zeggen: “Ik heb iets van Cruella De Vil in mij, maar dan iets subtieler dan met die dalmatiërs…”.

En dan de catering in de gevangenis. Koen De Bouw en op het eind ook zijn advocaat krijgen er tijdens de middagpauzes van het proces sandwiches te eten – verpakt in wit-blauw geblokte servetten. Ik moet dan glimlachen! Dagelijkse Kost, verdomme! Meus!

Fijne film! Eentje die je niet in je koude kleren laat zitten. Zoek maar een extra pull uit…