Verrassingen, ik ben er als controlefreak niet altijd dol op. Maar als de verrassing is dat je me meeneemt naar een sterrenrestaurant, dan ben ik letterlijk blij als een kind – zelfs al draag ik op dat moment een jeans en witte sneakers. Wat een momumentale plek overigens om met de taxi en de collega’s afgeleverd te worden, die stijlvol verlichte abdijhoeve waarin restaurant Ten Bogaerde in Koksijde woont. We worden er dan ook als het ware even stil van en ik al helemaal na het voorbijwandelen van een Michelin en Gault Millau bordje. Bij het binnenkomen excuseer ik mij meteen bij de gastvrouw voor mijn casual dresscode, ze drukt mij echter op het hart dat dat niets uitmaakt. Oef!
We nemen het aperitief in de ontvangstruimte: voor iedereen een glaasje bubbels en een resem hapjes die aan een best wel stevig tempo geserveerd worden.
- Merengue van parmezaan
- Kroepoek van spek met crème van varkenswang (foto hieronder)
- Kroketjes van ossenstaart met pickles
- Bouillon van platte rib met mosterd
- Lam met kikkererwten en linzen
Ik moet eerlijk toegeven dat de platte rib in eerste instantie geen belletje doet rinkelen. Wanneer de serveerster echter ‘bouilli’ noemt als synoniem, ben ik mee… Soepvlees! Dat aten we in mijn kindertijd wel vaker op zaterdagmiddag, met puree, worteltjes en tomatensaus. Dat hapje krijgt van mij – en niet enkel om jeugdsentimenteele redenen – het goud, het zilver gaat naar het pittige Marokkaanse lam. Deze laatste twee bestempel ik eerder als mini-gerechtjes dan als hapjes – iets wat ik vanzelfsprekend enkel aanmoedig.
Aan tafel!
Meteen vult de sommelier de glazen met een witte wijn die volledig in de lijn van mijn smaak ligt. Zoals jullie weten, ben ik absoluut geen kenner en volg ik blindelings mijn naïeve smaakpapillen. De sommelier laat gewillig het etiket fotograferen en ik lees Corte Giacobbe, een soave uit 2012. Daarbij komt een bord met rechts uitgelijnd Schotse zalm ‘Gravlax’ met zeekraal, radijs en sorbet van zuring. Fris en zonder meer lekker, maar voor mij proeft het iets te vanzelfsprekend. Verschillende van de hapjes – denk platte rib en Marokko – vond ik qua smaak complexer en interessanter dan dit voorgerecht. Als we dan toch in de sterrenleague spelen, mogen we best wel wat streng zijn…
Daarna volgt een stevig rood wijntje dat evenzeer bevalt, zij het iets minder uitgesproken dan de witte voorganger. Ik lees Sassaiolo en 2010 op het etiket, al maakt mij dat als wijnleek niet veel wijzer. Als hoofdgerecht serveert Iain Wittevrongel, de chef van Ten Bogaerde, gelakte kwartel met handgerolde taboulé en een crème van butternut. Om de één of andere reden typeer ik taboulé als een salade en bijgevolg koud gerecht – al weet ik best dat bijvoorbeeld een Luikse salade tevens warm geserveerd wordt. Maar o wat zijn die dikke handgerolde korrels overheerlijk… Een schitterend gerecht dat nog meer glans krijgt na het achteraf overgieten met een rijke bouillon. Meer dan mijn meug!
Als toetje krijgen we een een voortreffelijke crème brûlée met rechts ter verrijking nog wat merengue, ijs en zo. Inmiddels weten jullie dat ik niet het type ben dat een plaatsje reserveert voor het dessert. Voor een paar zaken maak ik echter een uitzondering: iets hartigere desserts of een klassieker als wat in Ten Bogaerde voor mijn neus staat. Ik breek dan ook met nogal wat genoegen het harde suikerlaagje om daaronder een lekker warme – oef, want dat is tegenwoordig geen evidentie meer – vanillecrèeme aan te treffen.
Naar goede sterrengewoonte krijgt de koffie of de thee versterking van een gans leger zoetigheid, zoals een karamelsnoep en een amandelschilferkoekje. In dergelijke restaurants met melkwegambitie bestaat het concept verwenkoffie niet, want het is een standaardgegeven. Alsof de chef nog even wil onderlijnen hoezeer de eetgasten gesoigneerd worden bij Ten Bogaerde… Waarvoor dank uiteraard!