Wanneer ik tijdens een zonnige middagpauze bij ’t Bobijntje in Gent langsga om een paar verstelde jeansbroeken op te pikken, krijg ik ineens de ingeving om nog even verder te wandelen tot bij Avalon. Al lang wil ik er – onder meer door de veelvuldige odes van collega Kasper voor de portobelloburgers – eens lunchen en gelukkig blijkt dat zonder reservatie te kunnen. Hoewel het terras gedekt staat, kies ik voor een binnentafel.
Ik merk het krijtbord bij de ingang niet meteen op en bestel toch met blind vertrouwen de dagschotel (€ 15,60). Daarbij wil ik best een glaasje biologisch fris: gemberlimonade van Whole Earth. Ik blader tijdens het (niet erg lange) wachten door wat fairtrade folders en kijk goedkeurend rond in de grote zaak die – het terras even buiten beschouwing gelaten – bestaat uit drie verschillende kamers waar telkens een paar tafels gevuld zijn.
Wat staat er op het menu?
Mijn eerste indruk van het vlees- en visloze bord dat voor mij staat, is: “Eindelijk! Een veggie dagschotel die het niveau van ‘kwakjes’ overstijgt…”. De chef neemt duidelijk de moeite om na te denken over een mooi en kleurrijk palet. Dat apprecieer ik absoluut!
De watermeloen in combinatie met de cashewnoten verrast. De paprikasaus, daar wil ik nog wel een paar lepels van. En toch had ik er op de één of andere manier net iets meer van verwacht… Ik mis diepte en (een oud zeer bij dergelijke schotels) samenhang. Dat kan wellicht ongelofelijk hautain klinken als het om iets eenvoudigs als een vegetarische dagschotel – die overigens tot de beste van Gent mag gerekend worden – gaat.
Maar ik heb mij laten vertellen dat eerlijk het langst duurt. En Avalon mag wat mij betreft nog erg lang duren… Ik kom er zeker nog – al zou ’s avonds open zijn dat herhaalbezoek gevoelig kunnen bespoedigen.