S.M.A.K.

Het Stedelijk Museum voor Actuele Kunst – kortweg S.M.A.K. – synoniemt voor velen nog met Jan Hoet. Tegenwoordig floreert het museum tegenover het iets ouder georiënteerde broertje (Museum voor Schone Kunsten) onder het artistiek oog van Philippe Van Cauteren. Mijn vorige bezoek moet van ongeveer *schaamrood* 8 jaar geleden zijn, dus hoog tijd om nog eens zonder TRACK impuls de tentoonstellingen te checken. Op zondagvoormiddag kan dat als Gentenaar overigens gratis. Gelukkig hoor ik als kersvers Mariakerkenaar nog steeds tot de stad Gent: zo kan ik niet alleen meestemmen voor de Gentse burgemeester, plus na de stembusgang kostenloos een museum meepikken.

Naast de tijdelijke tentoonstellingen Chambres d’Amis, Stijn Ank en Daniel Buren behaagt voornamelijk Ensemblematic. De opzet is eenvoudig: in plaats van één of enkele werken per kunstenaar tentoon te stellen, opteert het S.M.A.K. voor uitbreding door aan iedere naam een zaal te wijden. Marcel Broodthaers, Jan Fabre, Wim Delvoye, Panamarenko, Luc Tuymans, Michaël Borremans, allemaal krijgen ze een bepaalde ruimte met hun werk. Stuk voor stuk levende of voortlevende monumenten. Die betonmolens snijden uit hout of kasten kleuren met een blauwe balpen. Vaak een kwestie van liefde of haat. In mijn geval – in het bijzonder bij Fabre – mag je wel spreken van (echte) liefde.

Ik beloof dat ik nu geen 8 jaar meer wacht voor een vervolgbezoekje…

Tot slot nog even vermelden dat de C van cultuur ook terugkomt in cava. Jawel, een glas cava is volgens mij de enige verantwoorde manier om een zondags museumrondje af te sluiten. Denk daar tevens een bagel (cream cheese, bacon, ijsbergsla, fried onions) bij – met dank aan de hippe lui van Avenue L en hun nog van TRACK resterende pop-up bar. Je begrijpt dat ik met een 100% zondaggevoel buitenkuierde…

TRACK – part two

Part one dateert al van 17 mei; een regelrechte schande dat part two van het TRACK parcours pas op 2 september plaatsvindt. De ‘Coming soon…’ met een korreltje dus. Helaas een impulsieve beslissing na de rommelmarkt in het Prinsenhof, met als gevolg dat we onze rittenkaart niet op zak hebben. Buitenkunst prioritair vandaag! Gelukkig kunnen we ons deels behelpen met de iPhone app. Deels, want in tegenstelling tot het papieren plan gebruikt de app geen aparte kleurcode voor met of zonder rittenkaart.

[portfolio_slideshow]

Anyway, na een bezoekje aan Kiosko checken we de drijvende sloppenwijk van Tadashi Kawamata (#24) aan Dampoort. In de tuin van De wereld van Kina zien we vervolgens een eerder onopvallend werk van Erwan Mahéo (#29). De volgende stop is met kop en schouders de meest wonderbaarlijke van de dag: het huis in de boom van Benjamin Verdonck (#32). Op Klara hoorde ik de kunstenaar vertellen hoe hij het gebouw op de achtergrond als inspiratiebron gebruikte en de gelijkenissen zijn inderdaad meer dan frappant. Maar inwendige hilariteit langs mijn kant toen ik in een voordeur een lijvige man in een onderhemdje en met een hond aan de leiband zag staan. Wellicht is dat dezelfde man als de brommende buurman die geleidelijk aan bijdraaide waarnaar Verdonck in dat interview eveneens verwees. Een figuur, dat durf ik wel stellen.

We ronden af op de Tondeliersite langs de Gasmeterlaan. Daar zien we nog de ‘bloedbank’ van Teresa Margolles (#35) en een soortement atletiek track van Pascale Marthine Tayou (#36). Besluiten met een tonic in Vivavanilla en vooral hopen dat we de tijd vinden vóór 19 september om nog wat ritten op die kaart te verzilveren.

M HKA

Wat doet een mens om een uitje naar Antwerpen net iets meer cachet te geven dan enkel een lunchdate? Jawel, wat cultuur meepikken. Na een rondvraag op Twitter werden mij het vernieuwde Middelheimpark, het Fo(to)Mu(seum en het M HKA aangeraden. Het MuHKA, denkt u? Neen, op de plek van die ‘u’ staat nu een toch wel opvallende spatie. Ongetwijfeld een statement, al weet ik niet precies hetwelk. Maar dat Antwerpse epicentrum voor hedendaagse kunst haalde het uiteindelijk wel van de andere suggesties, dus ik navigeerde na de lunch richting de Leuvenstraat.

Momenteel loopt daar een expo rond Jimmie Durham, een mij tot gisteren onbekende kunstenaar met – dat werd snel duidelijk – een geapprecieerd gevoel voor humor. In ‘Een kwestie van leven en dood en zingen’ combineert hij ineengeknutselde installaties met soms treffende, soms totaal bij de pot gerukte woorden. Ik denk aan een dienblad waarop een papier met stukjes glas ligt, als begeleidende tekst “I found these pieces of glass just outside the wall of what I believe must be the Villa Borghese in Rome* – *Of course you may be critical of this work, but I think you should not be unkind”. Ook een terugkerende grafiek waar hij op de X-as START en STOP zet, met dan in de corresponderende hoeken boven de grafiek STAR en TOP ontlokken bij mij een glimlach. Of een stenen bh voor de Venus van Milo. Of de badges en stickers met quotes van Jimmie Durham die gratis mee te nemen zijn: “You can’t lose your own identity” / “I intend to be a civilized & mature intellectual” / “What a coincidence that I’m so often at the center of the world” / …

Daarnaast herbergt het M HKA tevens ‘The Museum of Forgotten History’ en ‘Lonely at the top’, vooral de eerste collectie bestaat uit topwerken van onder meer Jan Fabre, Leo Copers en opvallend veel van Maarten Vanden Eynde.

Beslist de moeite, zelfs zonder de ‘u’.

Modemuseum Hasselt – Dressing the 20th century

Wederom dankzij radio Klara bezocht ik afgelopen weekend het Modemuseum Hasselt – gelegen achter de hoek van mijn executive room in de Holiday Inn. Momenteel loopt daar nog januari 2013 de tentoonstelling ‘De 20ste eeuw aangekleed’. Oftewel vrouwenmode in de eeuw van de ontwerpers. Ontwerpers als in Yves Saint Laurent, Roberto Cavalli, Vivienne Westwood, Christian Dior, Pierre Cardin, Gianni Versace, Karl Lagerfeld, Jean-Paul Gaultier, John Galliano en zo veel meer iconen.

Na de chronologische tocht langs de belle epoque, WO I & the roaring twenties, over de new look tot de swinging sixties. De expo eindigt met modetalent van Limburgse bodem: ondermeer Raf Simons, Dirk Bikkembergs en Stijn Helsen.

Een licht bezoek, langs ettelijke vrouwensilhouetten met mooie en minder mooie creaties. Eens te meer valt op hoe naast l’histoire ook la mode se répète… Verscheidene jurkjes of accessoires zou ik zo aantrekken voor een etentje of een feestje. Treffend!

Een groot half uur later sta ik terug aan de balie met zijn modieuze gift shop. Tassen, juwelen, kussens en nog veel meer brengen mij in de verleiding. Uiteindelijk stap ik buiten met een paar nieuwe oorringen van NORTH STORY, getekend ‘mitsy and anna’.

Een makkelijk verteerbare portie cultuur, de ideale opwarmer voor het zwaardere werk van de Europese Biënnale Manifesta9.

Museum Dr. Guislain

Mijn eerste en tot gisteren enige bezoek aan het Museum Dr. Guislain dateert van 2002 of 2003, naar aanleiding van Tweelingen – samen met een medestudente, zelf een tweeling. De nieuwe tentoonstelling Hier woont mijn huis triggerde mij voor een tweede lezing. Naar het Guislain ga je echter niet uitsluitend voor de tijdelijke expo’s, ook de architectuur van het gebouwencomplex rechtvaardigt een visite. En dan zijn er nog de permanente kunstcollectie, ‘De geschiedenis van de psychiatrie’, ‘De Broeders van Liefde’ (waarvoor ik pas) en de ietwat bevreemdende sfeer van een psychiatrische instelling.

‘Hier woont mijn huis’ verzamelt vijf subtentoonstellingen rond wonen en waanzin. Algemene outsiderkunst over huis, thuis. Treffende fotoreeksen van Eddo Hartmann (‘Hier woont mijn huis’), Christopher Payne (‘Asylums. Inside the closed World of State Mental Hosptitals’) en Peter Granser (‘J’ai perdu ma tête’). Tenslotte een naar mijn aanvoelen niet meteen te vatten installatie van Robert Garcet, Juul Sadée en Raph Noort. Vooral de foto’s van Eddo Hartman, die zijn ouderlijke huis decennia later aantreft in verloederde doch oorspronkelijke staat, zinderen nog even na. De inleidende tekst vertelt dat Eddo het huis – en meteen ook de mishandeling die er plaatsvond – hals over kop verliet. Naast één van de foto’s staat op het kaartje te lezen ‘Slaakamer vader’. Een typo? Of een subtiele knipoog naar diezelfde mishandeling? Verder mist ook het werk van Christopher Payne in de Amerikaanse counterparts van het Guislain z’n effect niet.

Das Genie wohnt nur eine Etage höher als der Wahnsinn.
– Arthur Schopenhauer

Peut-être, un jour, on ne saura plus bien ce qu’a pu être la folie.
– Michel Foucault

Een eigenzinnig museum op een eigenzinnige plek dat zijn eigenzinnige stempel drukt op het Gentse museumlandschap. De outsider, met een zwak voor outsiderkunst.

[portfolio_slideshow]