L’Illusionniste

Een animatiefilm van Sylvain Chomet

Indertijd zwaar gecharmeerd door Les Triplettes de Belleville. Bijgevolg hooggespannen voor deze animatiefilm met Oscar-ambities van Sylvain Chomet. Een origineel scenario op naam van Jacques Tati drijft die verwachtingen hemelwaarts.

Wat resulteert in een “half autobiografie van, half ode aan Tati, die barst van de vaderlijke liefde, subtiel weggemoffelde naargeestigheid en een in elke frame doorsijpelend schuldgevoel”, zoals Digg*er Vincent Van Peer raak recenseert.

Mijn eindbalans sluit zich aan bij de zijne: aandoenlijk ontwapenend, niet instapklaar, doch een diepdroevig meesterwerkje van 73 minuten.

Rundskop en het nalillen

Rundskop blijft zoals ze zeggen aan de ribben plakken. Vooral de traumatische scène die van Jacky Vanmarsenille een aan testosteron verslaafde man maakt. Een man die bovendien meer en meer tot de beesten die hij zelf inspuit lijkt te verworden.

Onderstaande cartoon van Boerke paste treffend in dit nalillen. Geen runderen, maar varkens. Geen Jacky Vanmarsenille, maar jeugdvriend Diederik.

Bron: www.boerke.be

Mijn voorbeschouwing
http://elidesc.com/2011/02/05/rundskop-before/

Mijn nabeschouwing
http://elidesc.com/2011/02/06/rundskop-after/

•••

* Het neologisme nalillen gebruik ik in deze context als synoniem voor nazinderen. Lillen als in lillende ingewanden, iets wat ik mij vooraleer herinner uit de les Latijn. Naar mijn aanvoelen een term die beter dan zinderen in deze context van beesten, van vlees en bloed past.

Rundskop – after

Een film van Michaël R. Roskam

Handjes op elkaar voor Michaël R. Roskam. En tevens voor Matthias Schoenaerts.
Omdat zij zonet mijn zwak voor Vlaamse film onderstreepten en tegelijk uitdiepten.

Volgens een vriendin geen typisch Vlaamse film van het Jan Verheyen type.
Volgens een tweep boordevol slechte uitvoeringen van het West-Vlaamse dialect.
Volgens mij 100% mijn ding.

Recenseren hoeft niet meer, dat deed Humo reeds voor mij.
Alleen kan ik de intermezzo’s met de Waalse garagisten wél appreciëren.
Ze verlichten de onnoemelijke rauwheid van deze film zonder stoorzender te wezen.

Verhaallijnen ontbloten ben ik ook niet van plan, want ik ben geen movie spoiler.
Maar laat mij niettemin mijn bioscoopervaring omschrijven.

Veelal schuifel ik bij mijn halfjaarlijkse bezoekje na een uurtje ietwat ongemakkelijk heen en weer. Niet omdat wat zich op het grote scherm afspeelt mij niet kan boeien. Maar boeien is echter geen synoniem voor raken. Bij Rundskop ervaar ik het achteraf als iets wat veel korter dan twee uur duurde, als een verhaal waarin ik volledig meegezogen word. Pijn voelen als zij pijn hebben. En dat ze pijn hebben. Samenzweerderigheid voelen als zij samenzweren. En dat ze samenzweren.

Raak!

Nooit gedacht dat ik mij zo zou kunnen vereenzelvigen met de slechteriken, de hormonenmaffia. In dit verhaal dader en tegelijk slachtoffer. Subliem verpersoonlijkt door Jacky Vanmarsenille met z’n rundskop.

Elke scène snijdt. Elke scène knaagt.
Door vlees en bloed. Door merg en been.

Rauw. Ongebakken dus.
Of maximum bleu chaud.

PS – Wie geeft Matthias Schoenaerts een lifetime achievement award ?

Rundskop – before

Hooguit twee of drie keer per jaar pikken mijn vriend en ik een bioscoopje mee, veeltijds voor een Vlaamse film. De Zaak Alzheimer, Ex-Drummer, Loft, De Helaasheid Der Dingen, Bo, … En vanavond dus Rundskop.

Misschien moet ik dat zwak voor Vlaamse film wel toewijzen aan mijn allereerste ervaring met cinema ooit, namelijk een gezinsuitstapje naar Koko Flanel. Een memorabel gezinsuitstapje trouwens, want bij thuiskomst bleek ons huis door een lek onder water te staan. Meermaals kwam iemand de zaal binnen en informeerde naar de familie Descamps. Noch mijn vader, moeder, zus of ikzelf herkenden echter onze familienaam in de beroerde uitspraak van de man.

Maar ik kocht niet enkel ticketjes voor Rundskop omdat het een Vlaamse film is met totnogtoe bijna exclusief lovende kritieken. Het thema – de hormonenmaffia – spreekt minstens zo sterk tot mijn verbeelding. Ik ben opgegroeid in West-Vlaanderen, tussen varkens- en rundveeboeren. Over potentiële hormonenzondaars werd gefluisterd. Die boer met uitsluitend bodybuilders in zijn kudde. Die veearts met zijn witte villa zat er volgens het gefluister tot over z’n oren in.

Daarnaast zal ik het hormonendossier vermoedelijk mijn leven lang blijven linken aan een aperitiefmoment met Bart Staes in de Franse Ardèche. Wij en hij belandden beiden in hetzelfde vakantiehuis, uitgenodigd door dezelfde mensen. Een relaxerend verblijf met de focus op wandelen, praten, eten en drinken. Roséwijn uit een vatje op het zalige terras met panoramisch uitzicht. En dan Bart, een veelprater. Over politieke en economische thema’s, over dossiers die hem nauw aan het hart liggen – zoals de hormonenmaffia.

Tot zover de voorbeschouwing!
Morgen zoom ik in op Rundskop zelf.

Jacques Tati @ Caermersklooster

Jacques Tati overleed in 1982, een jaartje voor mijn geboortejaar. Misschien een verklaring waarom ik tot op heden geen enkele van zijn langspeelfilms gezien heb. “Voor mijn tijd” vind ik doorgaans een flauw excuus. Vandaar dat we vandaag naar het Caermersklooster trokken voor een kennismaking met de Franse cineast. Bij het buitengaan meteen een nieuw voornemen rijker: deze stukjes cinematografisch erfgoed tot ons nemen!

La vie, c’est très drôle, si on prend le temps de regarder
Jacques Tati

[portfolio_slideshow]