Mijn eerste concert door een symfonisch orkest, deFilharmonie.
Mijn eerste concert onder leiding van een dirigent, Edo de Waart.
Mijn eerste concert in het De Bijloke tout court.
De 8ste symfonie in C van Anton Bruckner.
Wat een schande dat ik nog nooit eerder in deze concertzaal kwam. Ik woon namelijk vlakbij, in de Bijlokevest. Het gebouw maakt deel uit van de opgewaardeerde Bijlokesite waar ook ondermeer het STAM en de kunstopleidingen van de Hogeschool Gent zijn ondergebracht. De authentiek gerestaureerde concertzaal zit ingekapseld in een glazen constructie en verenigt zo op een elegante manier oud en nieuw.
Behalve de zaal boezemde tevens het veelkoppige orkest ontzag in: muzikanten met violen, altviolen, cello’s, contrabassen, harpen, enzomeer, enzoverder. Toen ik mijn plekje op de 2de rij van het balkon (ietwat goedkopere plaatsen dan op de parterre – € 22 versus € 28), sprong wederom het voornamelijk van een grijze haardos voorziene publiek in het oog. Het stoeltje voor mij bleef leeg, dus dat leverde een vrij gezichtsveld op het podium en de voor ongeveer 2/3de gevulde zaal op.
De symfonie bestond uit 4 delen en de volledige uitvoering ervan nam iets meer dan een uur in beslag. Tussen het allegro moderato, het scherzo, het adagio en de finale in haalden de dirigent en zijn orkest even adem. Weliswaar bleef het toen applausvrij in de zaal – geen idee of dat gangbaar is op dergelijke concerten. Persoonlijk heb ik van deze eerste beluistering van de 8ste Bruckner symfonie genoten. Sommige stukken voelden wat chaotisch of misschien eerder overweldigend aan, al wijs ik daar eerder naar de componist dan naar de uitvoerders.
En zo’n symfonisch orkest is echt werkelijk een fascinerende bende. De 70-jarige Edo de Waart die gezwind deFilharmonie dirigeert. De talrijke strijkers die voortdurend afwisselen tussen ingetogenheid en – zoals het in de aankondiging omschreven stond – orkestrale grandeur. De mannen met de cimbalen en de triangel die volgens mij slechts 1 keer in actie mochten treden. De paukenist die geregeld zijn oor op een trom legde, vraag mij niet waarom. De harpen die wanneer ze muzikaal aan het woord komen verbazingwekkend luid doorheen de zaal weerklinken. De violisten die qua persoonlijkheid variëren van enkel met de strijkstok bewegend tot vol overgave met het volledige lichaam meewiegend.
Zelf liep ik als kind en tiener muziekles aan de Stedelijke Academie Adriaan Willaert in Roeselare. Mijn eerste instrument dwarsfluit rondde ik na 9 jaar af, mijn tweede instrument piano stopte ik ergens halfweg rond mijn 16de. Vandaag maakte ik mij toch de bedenking dat je als violist wellicht de grootste kans hebt om professioneel aan de slag te kunnen – niet dat ik daartoe ooit maar een sprankeltje ambitie had.
Deze symfonische ervaring blijft nog even hangen. Bij een volgende gelegenheid wil ik graag Brussels Philharmonic aan het werk zien, met één van de bekendere Beethovens.