Een boek van Jaap Robben
Don’t judge a book by its cover, daar doe ik niet altijd aan mee. Een aantrekkelijke cover – hetzij met een illustratie, hetzij met een foto – kan mij wel degelijk overtuigen om een boek ter hand te nemen. Bij Zomervacht gaat het om een close-up van een dode wesp. Rest de vraag wie gestoken wordt… O ja, en het feit dat ik ook van Jaap Robbens Birk genoot legt vanzelfsprekend extra gewicht in de ‘want to read’ weegschaal.
In tegenstelling tot bij Drift voel ik het bij Zomervacht meteen: de drang om na de eerste pagina aan één stuk door verder te lezen tot de plot. Tijdens de openingsscène besef je instant dat je in een soort De Helaasheid Der Dingen – of misschien wel de familie Flodder zonder villa – terechtgekomen bent.
De 13-jarige Brian leeft samen met zijn vader Maurice (en dus zonder zijn moeder) in een stacaravan die ergens in de buurt van Saint-Arnaque op een afgelegen stuk grond staat. Naast vader en zoon wonen daar ook de zonderlinge broers Henri en Jean, af en toe aangevuld met één of meerdere huurders. Saint-Arnaque blijkt een fictief plaatsje dat zich in het hoofd van Jaap Robben vermoedelijk ergens in Wallonië of Noord-Frankrijk bevindt. Hierbij baseer ik mij eveneens op de namen van de hoofdpersonages (Brian niet te na gesproken), want in Nederland zouden we wellicht eerder met ene Sjoerd of Ferry Bouman te hebben.
Zomervacht leest als een papieren tijdbom. Wanneer vader Maurice besluit om samen met Brian een paar weken voor zijn andere zoon Lucien te zorgen, weet je dat het fout zal lopen… Rest de vraag wanneer.
Lucien is trouwens niet zomaar de andere zoon van Maurice en de broer van Brian. Eerstgeborene Lucien kwam ter wereld met een stevige beperking en discussies over de zorg voor dit zorgenkind lagen aan de basis van de scheiding tussen zijn ouders. Vreemd genoeg spraken de ex-en af om elk voor één kind te zorgen.
Tot zover de theorie: wanneer Lucien in de stacaravan arriveert, blijkt Maurice – net zoals bij de sporadische bezoekjes aan de instelling waar Lucien normaliter verblijft – zo vaak als mogelijk te ontsnappen. Bijgevolg staat de tengere Brian er vaak alleen voor met een veel zwaardere en bij tijden onvoorspelbare kerel van zestien. Gelukkig komt tijdelijke huurder Emile af en toe stiekem helpen, uit sympathie voor Brian. Meeleven met Brian kost mij geen enkele moeite, al maakt hij als jonge tiener logischerwijs vaak foute keuzes / afwegingen.
De bom tikt en om te weten of en op welke manier die ontploft moet je Zomervacht lezen.