Een boek van Paulien Cornelisse
Haar vierde boek en meteen ook het vierde dat ik lees. Taal is zeg maar echt mijn ding en De verwarde cavia kregen van mij het maximum aantal sterren – vijf namelijk – op Goodreads, En dan nog iets een nog steeds stevige vier. Misschien ben ik strenger geworden, maar aan haar derde en nieuwste taalboek (daar hoort ‘De verwarde cavia’ niet bij) ‘Taal voor de leuk’ deel ik slechts drie sterren uit…
Waarom? Want na het zien van haar zaalshow vijf jaar geleden schreef ik zelfs een blogpost over Waarom Paulien Cornelisse en ik best wel vriendinnen zouden kunnen zijn. Dat gevoel blijft overeind, wel moeten vriendinnen eerlijk tegen elkaar kunnen zijn…
‘Taal voor de leuk’ gaat verder in onvervalste Cornelisse-stijl, alleen vind ik het soms iets te veel van hetzelfde. Bovendien zijn de kortste stukjes een paar zinnen, de langste twee pagina’s. Daardoor krijg ik net iets te vaak het gevoel in een wagen te zitten die telkens keihard optrekt en vervolgens keer op keer bruusk remt. Ik herinner me eerlijk gezegd niet meer hoe lang de stukjes in haar andere taalboeken waren, maar nu stoor ik mij er duidelijk een aantal keer aan.
Mijn favoriete mini-verhaaltjes gaan over twee half-werkgerelateerde zaken. In ‘Héél blauw’ refereert ze naar de Insights Discovery oefening waarbij teamleden gecategoriseerd worden volgens vier kleuren (rood, blauw, geel, groen – mijn persoonlijk volgorde overigens). Ook bij mijn werkgever imec kregen we dus allemaal een kleurlabel en Cornelisse verwondert zich over hoe die kleuren (en waar ze naar refereren) tevens in het gewone leven ingeburgerd geraken…
In ‘Druk druk druk’ komt ze tot de constatatie dat het niet langer done is om alsmaar te benadrukken hoe druk je het hebt. Neen, het leven is niet minder druk geworden. Alleen zeg je dat nu gewoon minder. Het kan nog wel, maar dan zeg je volgens haar eerder ‘Druk, maar lèuk-druk!’.
Grappig mens! Niettemin mag ze van mij in haar volgende boek de stukjes iets langer uitspinnen…