Mijn disgenoot reserveerde bij Botaniq, een restaurant vlakbij de botanische tuin van Leuven. Wanneer we iets na 19u aankomen, blijken we de eerste gasten te zijn. We worden verwelkomd door een ietwat stuntelige ober en kiezen een tafeltje voor twee uit. Het stijlvolle pand met tuinterras heeft absoluut potentieel, maar de inrichting valt niet meteen samen met mijn persoonlijke smaak.
Bij Botaniq serveren ze uitsluitend een menu: vier (€ 56) of drie (€ 48) gangen. We starten met een cava, een sherry en een wachtbordje: een soepje van bladspinazie (denken we, want doorheen de avond blijkt de ober nogal moeilijk te verstaan) en een tartaar van kip. Mijn gezelschap merkt op dat de nogal eighties muziek op repeat staat, wat na een viertal herhalingen ook Botaniq zelf opvalt. Intussen blijkt dat we niet alleen zullen zijn: verschillende andere tafels raken geleidelijk aan gevuld.
Als eerste voorgerecht kiest hij voor de lijngevangen zalm en ik voor het hoeve-eitje. Dat wordt geserveerd met bladspinazie, Zeebrugse garnalen en siroop van ‘Belle de Louvain’ pruimen. Een geslaagde start in een mooi bord, al had ik mij niet aan een gepaneerd gepocheerd ei verwacht. Maar verrassingen maken uit eten gaan net zo fijn…
We gaan beiden verder met de mozzarella burrata, zeg maar de mozzarella der mozzarella’s. Ons bewust dat de ober hier iets over opgemerkt heeft, weten we niet precies wat komen zal. Uiteindelijk blijkt dat het krokante buikspek vervangen werd door kreeft. Verder bevat het gerecht boschampignons en erwtenkruid (iets groter wel dan affila cress). Ons hoor je uiteraard niet klagen! Lekker en vooral een minder evidente combinatie, iets waar ik sowieso bewondering voor heb bij chefs.
Voor het hoofdgerecht opnieuw langs weerszijden van de tafel hetzelfde gerecht: lijngevangen tarbot. Het zijn fervente hengelaars bij Botaniq… ;) Hierbij komt een crème van jonge groentjes en een jus van asperges (in plaats van de schaaldieren béarnaise die op de kaart staat, eveneens gemeld door de ober). We krijgen een eigentijds bord met witte en groene asperges, selder, eekhoorntjesbrood, romanesco en een gekonfijt aardappeltje. Met dat laatste is echter iets aan de hand: er zit een bijzonder vies smaakje aan. Voor de rest ronduit lekker, al mist de man tegenover mij een snuifje zout op de vis.
Om af te ronden ga ik voor de aardbeien met een bolletje appelsorbet. Meer kan er echt niet meer bij… Aan de overkant komt een kaasbord van de Leuvense kaasmeester Elsen. Een nogal royaal bord overigens. En ook al vragen we geen koffie, daarna volgt nog een extraatje met appeltaart, frangipane, speculoosmousse en crème brulée. Oef!
Samengevat eten we in Botaniq absoluut lekker, maar het voelt toch niet perfect geslaagd aan. Waarom? Ik denk de muziek en de ober die toch te veel steken laat vallen. Ofwel zijn we beiden al veels te veels te veels te veel gewend.
Het is al laat wanneer ik de parking onder het Ladeuzeplein uitrijd. Leuven, hier moet ik vaker komen. Het voelt een beetje als Gent, maar dan in het klein volgens de Leuvenaar.