Dankzij The 500 hidden secrets of Ghent belandt Riz d’Or op mijn gekoesterde restolijstje. Het blijkt zo’n restaurant waar je al tientallen malen onachtzaam voorbijgekomen bent. Desalniettemin kent nogal wat volk in mijn vriendenkring deze Vietnamees. Voor zover ik mij herinner, beperkt mijn Vietnamese ervaring zich tot een professioneel etentje in het Londense Greenwich en een interview met Quyên Truong Thi (van haar restaurant Little Asia en het NJAM!-programma Puur Oosters) voor Goed Gevoel Kookt.
Een regenachtige zaterdag tijdens de zomersolden eindigt dus in de Sint-Michielsstraat. Twee andere (iets oudere) koppels hebben dezelfde eetkeuze gemaakt. We kiezen een tafel bij het raam en antwoorden bevestigend op de vraag of de deur open mag blijven staan. De eetruimte straalt weinig charme uit, maar dat maakt de bijzonder aaibare man die ons verwelkomt ruimschoots goed.
We bestellen een kleine karaf (1/4 liter) rosé met een aperobordje van het huis (€ 8,50). In afwachting daarvan krijgen we de onvermijdelijke portie kroepoek. Het feit dat de hapjes niet instant op tafel komen, boezemt wel vertrouwen in. Ze zijn van plan er werk van te maken bij Riz d’Or. Zo hebben we het graag… De wijn is wat je verwacht als huiswijn in dit type Aziatisch restaurant: net geen Chateau Migraine. Toch een #notetoself: volgende keer liever bier of iets fris bestellen.
Even later kunnen we de tweede – in de veronderstelling dat de kroepoek voor de eerste was – honger stillen. Op zo’n typisch Aziatisch bordje uit de jaren negentig ligt in het midden een fris mini-slaatje met kip en scampi. Daarrond verder een rundbrochette en nogal wat gefrituurds (scampi, loempia, driehoekige flap, kroket). Stuk voor stuk smakelijke starters, al stimuleert te veel frituurvet mijn humeur niet.
Voor de hoofdschotels laten we ons beïnvloeden door wat we bij de buren zien opgediend worden: een sissende schotel met iets heerlijk geurends op. Sissende schotels prikkelen steevast onze nieuwsgierigheid. Misschien is het meer show dan smaak, maar het geeft toch dat extraatje aan de eetervaring. Dus voor ons graag het rokende rundsvlees met vijf smaken (€ 11,50) en de gebakken eend Riz d’Or (€ 14) zonder special effects... We stoten ons nog een tweede maal aan de wijnsteen en bestellen elk een nieuw kwartje: wit voor de dame en rood voor de heer.
Even later volgt een warmhoudschotel waarop als eerste een ovaal bord met de eend komt te staan. De jongere ober vult aan met een potje hoisinsaus en een royale kom rijst die believers in de visie van Pascale Naessens nooit zullen leegeten. Tot slot verschijnt ook ons spektakelstuk op tafel: dat blijkt een op een houten plank rustende schotel in de vorm van een rund te zijn. Wat een heerlijke kitsch!
Eerst proef ik de gebakken eend: krokant vel, mals vlees, gewokte groenten (waaronder sojascheuten en witte kool) als bed voor de vogel. Niet mijn beste Aziatische eend ooit, maar best te pruimen als je de prijs tegen de kwaliteit afzet. Ik eet een deel van het vel en het onderliggende vet op, maar na een tijdje kan ik dat niet meer aan en zuiver ik het vlees eerst helemaal vooraleer het te consumeren. Over het rund met z’n vijf smaken valt weinig op te tekenen: na het sissen blijft uiteindelijk een eenvoudig lekker gerecht over.
We passen voor de koffie en een ruime € 40 later staan we terug op straat. Hier wil ik nog wel eens binnenspringen voor een complexloze trip door Vietnam.
Tijd nu om die shoppingtassen te gaan uitladen!