Café Loetje

Omdat mijn mannelijke ex-collega’s in Amsterdam steevast richting Argentijnse steak houses trokken, verleidde ik mijn wederhelft hier ook al mee voor de derde hoofdmaaltijd tijdens ons weekendje Amsterdam. Onze B&B gastvrouw fronste hier echter de wenkbrauwen bij en adviseerde om de lekkerste biefstuk van Amsterdam te eten bij Café Loetje. Gedwee als we zijn, wandelden we voor onze afsluitende lunch naar de Johannes Vermeerstraat in de buurt van het Museumplein. Ondanks de waarschuwing voor wachtrijen is het er behoorlijk rustig.

We kiezen voor een tafeltje in de ietwat oververhitte veranda en besturen de kaart op het krijtbord. Mijn wederhelft gaat resoluut voor biefstuk ossenhaas XL (€ 24,95). Ik kies op basis van wat ik op de tafel naast mij zie voor de biefstuk Bali (€ 17,50). Bij de vraag of we frieten (€ 2,95) en gemengde salade (€ 4,25) als bijgerecht willen, knikken we verlekkerd. Even later heb ik door dat de dame aan mijn rechterzijde een maaltijdsalade met biefstuk Bali bestelde, maar soit.

Na een Wieckse witte als aperitief switchen we naar een Antwerps bolleke, wat naderhand een perfecte combinatie met de steaks bleek.

Het eten wordt een kwartiertje later geserveerd. Gezien er niet gepolst werd naar de bakwijze, zijn we wel nieuwsgierig hoe bloeddoorlopen ons vlees nog blijft. Mijn biefstuk met pikante saus op basis van sambal oelek is saignant gebakken, aan de overkant is de XL lap eerder à point. De saus daar typeer ik als een extended version van mensen die het bakvocht over hun steak lepelen.

En dat het smaakt! Mals vlees. Stevige, lekker vettige kost. Niet onze beste biefstuk ooit, desalniettemin een verdienstelijk exemplaar. We verlaten Café Loetje zonder toetje (flauw, I know) en trekken naar de bushalte om huiswaarts te keren.

Blauw

Op buitenlandse missie probeer ik steevast om te proeven van de ex-koloniale keuken. Indisch in Londen dus, logischerwijs Indonesisch in Amsterdam. Tijdens een vroegere business trip maakte ik al op uiterst pikante wijze (letterlijk!) kennis met de Indonesische kookkunsten in Tempo Doeloe. Op aanraden van onze B&B gastvrouw reserveerde ik voor onze tweede avond in Amsterdam – op Koninginnedag – bij Blauw. De ochtend zelf gebruik ik hun online reservatieplatform; met de bevestigingsmail in de hand stappen we na een zonovergoten feestdag met enkel kraampjeseten (haring, kibbelingen en nachos) de moderne zaak binnen die zich vlakbij de uitgang van het Vondelpark bevindt.

Lang hoeven we niet na te denken: het wordt Selera Blauw, een rijsttafel met vlees, vis en groente. De kaart vermeldt bovendien dat hierbij sambal goreng kentang, sayur lodeh, gado gado, atjar ketimun, seroendeng, nasi goreng en nasi putih geserveerd wordt. Veelbelovend! Ik ga ervan uit dat Nederlanders enigszins weten wat ze op hun bord mogen verwachten, wij Belgen dus niet.

Als begeleidende wijn gaan we voor een flesje Chileense huiswijn. Verdere details vergeten, maar na het verzoek van mijn wederhelft om de rode wijn wat bij te koelen absoluut lekker bevonden. Preventief verschijnt tevens een liter water op tafel.

Niet veel later komt een dame aanzetten met – in twee ladingen – wel twintig schaaltjes. Wanneer ze vraagt of we enige toelichting wensen, knikken we gretig. Mijn niet zo lamentabele geheugen ten spijt, kon ik al quasi niets meer herinneren toen haar voetstappen geeneens uitgestorven waren (een soortement overdrijving, want uiteraard te veel omgevingslawaai hiervoor). Ik veronderstel dat de ‘geserveerd met’ van op de menukaart er tussen stonden. Verder dus satés (kip en rund), stoofpotjes en kroketjes. Qua hotness viel het al bij al wel mee, maar wat een rijke smaken! In België zijn we wat betreft Aziatisch vooral Chinees, Thais en Indisch gewoon. Vandaar dat zo’n Indonesische smaakervaring als intermezzo uiterst welkom is.

Trouwens een extra pluim voor onze sympathieke ober. Met gepaste interesse aanhoort hij onze Koninginnedagavonturen. Hij vertelt ons tevens na de ongeveer twintig lege kommetjes te hebben afgeruimd dat niet veel gasten zo’n rijsttafel volledig verorberen. En als kanttekening dat het indien wel doorgaans mannen zijn. Boodschap begrepen!

Verrukkelijk voldaan en € 95 lichter stappen we uitgelaten de fiets op. Met een ‘voor herhaling vatbaar’ als besluit trappen we stevig door richting Badhoevedorp.

Fifteen by Jamie Oliver (gesloten)

De Amsterdamse poot van het Londense origineel

Voor de eerste avond van ons weekendje Amsterdam reserveerde ik een tafel bij Fifteen, een restoconcept van Jamie Oliver waar jongeren (al dan niet met een moeilijk pad) de kans krijgen om een restaurant te runnen. Na het consulteren van een paar menselijke wegwijzers parkeerden we onze Mac Bike fiets – met terugtraprem – tegen het pakhuis waar Fifteen zich nestelde op het gelijkvloers. Even wachten (eerst aan de ingang, vervolgens in de bar) later krijgen we een tafeltje toegewezen dat we aanstonds inruilen voor een locatiegewijs beter in de smaak vallend exemplaar. Meteen bestellen we prosecco, spuitwater en vol goesting duiken we de kaart in.

Uiteraard spiekte ik voorafgaandelijk al even online, desalniettemin twijfel ik behoorlijk. Het lief opteert voor de aardappelgnocchi met kokkels en mosselen, saffraanboter en ‘bottarga di muggine‘ als voorgerecht en de vleessuggestie (lende van Simmentaler met gebakken aardappeltjes, rucola en balsamico) als hoofdgerecht. Ik zwichtte uiteindelijk voor de pijlinktvis uit de oven gevuld met tomaat, basilicum en gepofte paprika, met salade van Barba di Frate (zie niet zo watertandbevorderende foto hieronder) en de papardelle met gestoofde Kamperlamschouder en artisjok (idem dito foto ietwat lager) als hoofdgerecht.

Het hippe interieur en de joviale bediening slagen er niettemin niet in het middelmatige eten te compenseren. De aardappelgnocchi zijn groot en vierkant, doch correct van textuur. De drie begeleidende mosselen en die ene kokkel ietwat zielig. Mijn pijlinktvis smaakt op zich niet mis, maar wat een flauwe salade van Barba di Frate en onfrisse presentatie. Tussen het voor- en hoofdgerecht verschijnen vervolgens alsnog onze appetizers op tafel: olijven en kaaskoekjes. No further comment…

Het gegrilde lapje rund wordt lekker bevonden, opnieuw overstijgt het bord echter niet het niveau van een gemiddelde brasserie. Voor mijn neus verschijnt de verse papardelle. Visueel wederom slordig, maar prima qua smaak. Het meest enthousiast wijs ik richting de democratisch geprijsde rode wijn – althans de door ons uitgezochte fles: de biologische ‘Le canon du maréchal’, een syrah merlot van Domaine Cazes uit 2010.

Samengevat te weinig frisheid, verfijning en hedendaagsheid. Bij ieder bord kan ik zelf minstens vijf puntjes ter verbetering opsommen. Het lijkt alsof Jamie Oliver hier ooit vijf jaar geleden is langsgeweest, maar dat tegenwoordig nog slechts een flauw afkooksel rest van zijn originele menu. De woorden ’tanende ster’ poppen spontaan op. Duizend maal helaas, want ik ben en blijf een echte Jamie fan!

We kloppen af op € 100,90 en fietsen de Koninginnenacht in…

Veranda Berchem (gesloten)

Op een steenworp van Berchem station en in het o zo bejubelde Zurenborg ligt Veranda, voormalige verfwinkel en nu restaurant met Davy Schellemans als chef. Een kok die aanleunt bij de Flemish Foodies stijl – ja, ik durf van een stijl te spreken.

Gezien ik lunchen een budgetvriendelijke manier vind voor culinaire kennismakingen, reserveerde ik deze middag een tafel. Bij aankomst ben ik meteen gecharmeerd door de eigentijdse inrichting en het zakdoekformaat van de voor- en achterkamer – lichtjes overdreven, maar echt niet groot. Een gezwinde no nonsense ober verwelkomt en laat de keuze voor een tafeltje bij ons. Ik ga voor centraal voorin.

Op het krijtbord aan de muur staat het menu te lezen. Aan tafel krijgen we de uitgebreide wijnkaart en een hele boterham uitleg bij het menu: welke formules, welke prijzen. We gaan voor het lunchmenu (voor- en hoofdgerecht voor € 23). Het volledige menu  (2 voor, 1 hoofd, 2 dessert voor € 45) als mogelijkheid skippen we dus, al dan niet dessert (€ 7) besluiten we pas te beslissen na het hoofdgerecht.

De fles Oostenrijkse Veltliner (verdere details registreerde ik niet) en het spuitwater komen op tafel, samen met een tartaar van coquilles en schuim van mierikswortel als fris hapje. Bestellingen opnemen en drank opdienen behoren tot het domein van de kwieke ober, de gerechten komen tot bij ons via de – een gokje – sous-chef.

wulken met emulsie van daslook, ui en crème van parmezaan

kalf uit de Corèze, groene asperges, oesterzwammen en mosterd

texturen van Granny Smith (rauw, spons, sorbet, mousse en merengue)
met rammenas en platte kaas 

Jawel, ik zwichtte nog voor het dessert. Of het de Granny Smith zou worden, of de kalamansi (blijkbaar een ‘oude’ kruising tussen mandarijn en kumquat) liet ik aan de chef over. Het werd appel, met als argument dat het andere dessert nog in de ontwikkelingsfase zit. Spannend! Mijn disgenoot verkoos een dessertwijn als dessert.

Ik ben volmondig overtuigd. Zelden at ik zo fris en verfijnd voor zo’n doenbaar bedrag… Davy Schellemans lost moeiteloos mijn verwachtingen in. I’ll be back!

De Pepermolen

De paaslunch, het is sinds een 15tal jaar een traditie binnen ons gezin. Dan consumeren we ergens op restaurant een seizoensmenu. Na wat zoekwerk – wegens nogal wat gesloten zaken op zondagmiddag – in Brugge reserveerden mijn ouders bij De Pepermolen, met dank aan Sven Coryn voor de tip.

Om de eetlust wat op te wekken, wandelden we door de binnenstad van ’t Zand richting Langestraat. De Pepermolen ligt tegenover culinaire toppers als de driesterrenzaak De Karmeliet en het felbewierookte Rock Fort.

We kiezen met voorbedachte rade voor het menu Zilveren Bistro (€ 42) met aangepaste wijnen (€ 12) – geserveerd per tafel, geen probleem voor ons 6-koppig gezelschap.

Pata Negra Bellota ham met parmezaanschilfers, rucola en meloen

Belgische asperges met gebroken hoeve-eitjes en huisgepelde Zeebrugse garnalen

Lamsfilet in kruidenkorstje met lamsjus, seizoensboontjes en aardappelgratin

Chaud-froid van verse rabarber met Belgische aardbeien en vers gedraaid vanille-ijs

Over de ganse lijn een perfecte prijs-kwaliteitverhouding. Alles bereid volgens de regels van de kunst: pata negra smaakbom, asperges beetgaar, lam rosé. Op en top seizoenscorrect tevens, want wie wil op Pasen nu geen asperges en lam eten? Al voel ik mij verplicht om er aan toe te voegen dat het aspergeseizoen in se pas op 12 april start. Nochtans kun je sinds meer dan een dikke week overal het witte goud kopen, maar het gaat hier dus nog niet om asperges uit volle grond.

Verder trouwens nog een eervolle vermelding voor de aangepaste wijnen: € 12 per persoon voor ongeveer 6 glazen. De Pepermolen serveert de huiswijnen: een witte Chardonnay en een rode Corbière – beide lekker, zonder meer.

De ganse lunch worden we vlot en onberispelijk bediend door de gastvrouw en haar dienster. Beide dames en de keuken kunnen de 28 couverts duidelijk perfect aan.

Heisa noch poespas. Bij De Pepermolen eet je smakelijk, bijdetijds en billijk.