Sinds ik zelf wekelijks soep maak, stijgt mijn respect voor soepbars des te meer. Op een zaterdagmiddag spreek ik met een vriendin af om bij Domi’s een kommetje soep leeg te lepelen. Wanneer ik om 12u30 aankom, zijn er slechts twee tafels gevuld in de ruime zaak. Ik ben vrij vroeg, dus installeer ik mij achterin met mijn boek – ‘Alles is verlicht’ van Jonathan Safran Foer dat ik van de soepvriendin kreeg voor mijn verjaardag, een toevalligheid uiteraard. Het interieur bevalt mij wel, in het bijzonder die witte stoelen met grijze of okergele zitting en leuning.
Mijn gezelschap komt aan en we bekijken even de kaart: een aantal soepen (voor dewelke ze verwijzen naar het krijtbord voorin), ook boterhammen, een hamburger en een aantal snacks (slaatjes of spaghetti) om de grotere honger te stillen. Bestellen moeten we volgens het briefje op de tafel aan de kassa en mét ons tafelnummer in gedachten doen.
De keuze bestaat uit tomaat, witloof, prei-aardappel of minestrone. We bestellen een kleine tomatensoep met balletjes (€ 4) en een grote witloofsoep met zalmsnippers (€ 5). Daarbij krijgen we brood (enkele sneetjes wit stokbrood en donkerbruine boterhammen), croutons en boter. Verder vragen we nog een halve liter Perrier en twee glazen.
Ik geef het toe. Dit moet zowat mijn slechtste soepportret ooit zo’n. Maar zelfs in soepland is het #POIDH. Best lekkere soep, evenwel niet verbluffend lekker. De tomatensoep aan de overkant ruikt tegelijk huisgemaakt en intens naar tomaat. Tot slot nog zeggen dat de boterhammen en de panini’s die van tijd tot tijd voorbijkomen puur op het zicht bevallen.
Nu ga ik nog iets vreemds schrijven, maar ik wil het toch kwijt. U weze bij deze gewaarschuwd. Voor mij is er een discrepantie tussen de inrichting en z’n uitbaters. Eerder hip versus ik-weet-niet-goed-wat. There, I said it…