Een beetje gek misschien om na zoveel passages pas een blogpost te schrijven. Vandaag beperkte ik het echter niet tot een ontbijt of een drankje, nu prikte ik de Wattman op de hoek van de Cogels Osylei en het Tramplein als lunchplek.
Het grote terras met het houten meubilair – waarvan een deel in zomerse kleurtjes geschilderd – nodigt uit. Op hete zomerdagen als vandaag komt daar nog eens de parasollommer als extra trigger bij. Verrassend genoeg zit er quasi geen volk op het terras. Iedereen op vakantie en als bestemming niet Antwerpen gekozen?
Ik ga voor een Schweppes tonic, superdorstlessend en sinds mijn alcoholloze weken terug top-of-mind. Eetgewijs bestel ik het dagelijkse brood (€ 9), dat zijn twee kleine pistolets met een slaatje. Uit een mooi beleglijstje mag je twee opties kiezen: zoete scampi met curry en appel enerzijds en brie met appel uit de oven anderzijds graag.

Wanneer het frisse bord voor mijn neus staat, prijs ik mezelf dat ik met dit weer eens niet gezwicht ben voor een pasta of een andere eerder zware lunchkeuze. De pistolets zijn beiden warm en origineel belegd; het slaatje is een combinatie van slasoorten, groentenjulienne (wortel, rode biet, vermoedelijk daikon), komkommer, kerstomaatjes en een lichte dressing. Gezond zonder zondigen! Dit moet ik vaker doen.
Ideale plek om op welk uur van de dag dan ook, welke dag van de week dan ook even de Zurenborgse lucht op te snuiven. Alleen jammer dat ze ’s avonds als één van de eerste terrassen op het Tramplein / de Draakplaats zonloos worden.
Altijd gaan voor de keuken van de kolonies of de grootste groep allochtonen! Dus Indisch in Londen, Indonesisch in Amsterdam en Italiaans in Limburg… Een avondje Hasselt staat dus gelijk aan een avondje op zoek naar een degelijke Italiaan. Twitter to the rescue! Als suggesties passeren Pocomatto, Arlecchino, Numero Dieci, Level2Due en Pizza, Pasta e Basta. De eerste gaven volzet, de laatste tegen 21u gelukkig niet meer.
Het Italiaanse eethuis zit afgeladen vol wanneer we te voet arriveren. Helemaal vooraan bemerken we nog een tafeltje voor 2 en dat wordt ons ook toegewezen. Even wachten later verschijnt de serveerster met de kaarten en we bestellen instant prosecco. Daarna duiken we in de menukaart, een heuse karwei bij Pizza, Pasta e Basta. Meer dan 40 pasta’s en evenveel pizza’s wachten op wellustelingen. Wij bestuderen met massa’s zorg en dito goesting… Die ‘AL CARTOCCIO!’ intrigeert en de dienster licht toe dat dat in een papillot betekent. De overkant gaat voor de spaghetti al tartufo e funghi (truffelolie, verse champignons en parmezaan), ik zwicht zoals gewoonlijk voor de spaghetti alla vongole verace (met venusschelpen dus, bianco en niet al cartaccio).

In afwachting van de pasta prikken we olijfjes en soppen we huisgebakken brood in olijfolie met balsamicocrème. Na de prosecco volgt het half litertje huiswijn en al snel de dampende borden. Een tikkeltje passé, zo vierkant met een verhoogde rand en paprikapoeder op de boorden. Maar de smaak zit meer dan goed! Verse schelpjes en al dente spaghetti zijn altijd een schot in de roos. Tomaat hoort mijns inziens niet meteen in dit gerecht, maar ik maal er niet om. Na mijn proevertje van de truffel- en champignonpasta knik ik ook goedkeurend.
De juiste smaken, Italiaans zoals het hoort te zijn! We tateren nog wat na met een Disarrono on the rocks en een (bruine) Bacardi cola (light). Als laatste verlaten we het restaurant en wandelen lachend terug naar ons hotel…
Wederom dankzij radio Klara bezocht ik afgelopen weekend het Modemuseum Hasselt – gelegen achter de hoek van mijn executive room in de Holiday Inn. Momenteel loopt daar nog januari 2013 de tentoonstelling ‘De 20ste eeuw aangekleed’. Oftewel vrouwenmode in de eeuw van de ontwerpers. Ontwerpers als in Yves Saint Laurent, Roberto Cavalli, Vivienne Westwood, Christian Dior, Pierre Cardin, Gianni Versace, Karl Lagerfeld, Jean-Paul Gaultier, John Galliano en zo veel meer iconen.
Na de chronologische tocht langs de belle epoque, WO I & the roaring twenties, over de new look tot de swinging sixties. De expo eindigt met modetalent van Limburgse bodem: ondermeer Raf Simons, Dirk Bikkembergs en Stijn Helsen.

Een licht bezoek, langs ettelijke vrouwensilhouetten met mooie en minder mooie creaties. Eens te meer valt op hoe naast l’histoire ook la mode se répète… Verscheidene jurkjes of accessoires zou ik zo aantrekken voor een etentje of een feestje. Treffend!
Een groot half uur later sta ik terug aan de balie met zijn modieuze gift shop. Tassen, juwelen, kussens en nog veel meer brengen mij in de verleiding. Uiteindelijk stap ik buiten met een paar nieuwe oorringen van NORTH STORY, getekend ‘mitsy and anna’.

Een makkelijk verteerbare portie cultuur, de ideale opwarmer voor het zwaardere werk van de Europese Biënnale Manifesta9.
The Deep of the Modern 02/06/2012 tot 30/09/2012 - Genk, Limburg, Belgium
De Europese Biënnale voor Hedendaagse Kunst
Dankzij radio Klara wandelde ik afgelopen zaterdag rond op de indrukwekkende mijnsite van Waterschei met als hoofddoelstelling van de dag een grote portie hedendaagse kunst, onder de verzamelnaam Manifesta9. Tijdens de zomer herbergt het hoofdgebouw van deze voormalige mijn de belangrijkste Europese reizende expo van actuele kunst. De curatoren putten in het bijzonder uit de synergie tussen de historische locatie – een Limburgse steenkoolmijn – en beeldende kunsten. Breder nog, thema’s gelinkt aan de wereldwijde industrialisering vormen de rode draad doorheen Manifesta9.
Het is echt wel mijn ding, hedendaagse kunst tentoongesteld in een buitengewone setting. Het mijngebouw van Waterschei imponeert an sich; de creaties die deel uitmaken van Manifesta9 evenzeer. De talloze werken met steenkool slaan de nagel op de kop, maar tevens fotoreeksen rond industrieel China of schetsen met runderbloed over Charleroi maken indruk. De zelffoltertuigen intrigeren voornamelijk mijn gezelschap; ik glimlach bij het plastic reef dat riffen bestaand uit drijvend afval visualiseert, de voormalige koolzakken van Marcel Duchamp en het mini-draaiorgeltje dat via allerlei micro’s en boxen versterkt wordt tot een aanstekelijk wijsje op het buitenterras.
En wie na deze serieuze brok nog cultureel incasseringsvermogen rest, kan eens snuisteren tussen de Parallel Events van Manifesta9 – die plaatsvinden in de regio Limburg en de directe buren (Wallonië, Nederlands Limburg en het Duitse Rijnland).
Ik hou het (voorlopig) bij Waterschei en het Modemuseum Hasselt, want in Gent wachtte nog een dosis feesten mij op…
[portfolio_slideshow]
Mijn eerste en tot gisteren enige bezoek aan het Museum Dr. Guislain dateert van 2002 of 2003, naar aanleiding van Tweelingen – samen met een medestudente, zelf een tweeling. De nieuwe tentoonstelling Hier woont mijn huis triggerde mij voor een tweede lezing. Naar het Guislain ga je echter niet uitsluitend voor de tijdelijke expo’s, ook de architectuur van het gebouwencomplex rechtvaardigt een visite. En dan zijn er nog de permanente kunstcollectie, ‘De geschiedenis van de psychiatrie’, ‘De Broeders van Liefde’ (waarvoor ik pas) en de ietwat bevreemdende sfeer van een psychiatrische instelling.
‘Hier woont mijn huis’ verzamelt vijf subtentoonstellingen rond wonen en waanzin. Algemene outsiderkunst over huis, thuis. Treffende fotoreeksen van Eddo Hartmann (‘Hier woont mijn huis’), Christopher Payne (‘Asylums. Inside the closed World of State Mental Hosptitals’) en Peter Granser (‘J’ai perdu ma tête’). Tenslotte een naar mijn aanvoelen niet meteen te vatten installatie van Robert Garcet, Juul Sadée en Raph Noort. Vooral de foto’s van Eddo Hartman, die zijn ouderlijke huis decennia later aantreft in verloederde doch oorspronkelijke staat, zinderen nog even na. De inleidende tekst vertelt dat Eddo het huis – en meteen ook de mishandeling die er plaatsvond – hals over kop verliet. Naast één van de foto’s staat op het kaartje te lezen ‘Slaakamer vader’. Een typo? Of een subtiele knipoog naar diezelfde mishandeling? Verder mist ook het werk van Christopher Payne in de Amerikaanse counterparts van het Guislain z’n effect niet.
Das Genie wohnt nur eine Etage höher als der Wahnsinn.
– Arthur Schopenhauer
Peut-être, un jour, on ne saura plus bien ce qu’a pu être la folie.
– Michel Foucault
Een eigenzinnig museum op een eigenzinnige plek dat zijn eigenzinnige stempel drukt op het Gentse museumlandschap. De outsider, met een zwak voor outsiderkunst.
[portfolio_slideshow]