Lijstjesmadammen als ik hebben ook zo’n ding met ‘leuke uitjes’ en daar staat Villa Empain al meer dan twee jaar geduldig op te prijken. Een vrij lege zondagse agenda leidt mij naar deze bijzondere plek in Brussel die beheerd wordt door de Boghossian Stichting. Vanuit de Libanees-Armeense oprichters van de stichting komt wellicht de baseline ‘Een centrum voor kunst en dialoog tussen de oosterse en de westerse cultuur’.
Categorie archieven: cultuur
Michaël Borremans. As sweet as it gets.
Michaël Borremans exposeerde de afgelopen maanden in BOZAR. Dat zal weinigen ontgaan zijn, mede dankzij een campagne met gratis tickets en een reproductie van een kunstwerkt bij De Standaard. As sweet as it gets is de eerste overzichtstentoonstelling van deze hedendaagse en internationaal erkende kunstenaar die woont en werkt in Gent.
Wanneer een tentoonstelling opent, denk ik meestal ‘Ooooh, het is nog tot [DATUM]…’ en dan moet ik mij op het eind toch nog reppen om er te geraken. Zo ook met Borremans: we gaan langs bij BOZAR op de voorlaatste dag van de expo. En we zijn niet de enigen!
Hieronder een paar werken die in het bijzonder indruk maken.
Sleeper Lees verder
Waarom Paulien Cornelisse en ik best wel vriendinnen zouden kunnen zijn
Ik hou van Taal is zeg maar echt mijn ding. Ik hou van En dan nog iets…. Kortom, ik hou van Paulien Cornelisse en haar humor. Bij haar vorige zaalshow greep ik naast tickets, voor Maar ondertussen lukt het mij wel om twee tickets te verzilveren – in Eeklo of all places. Zo zijn we ook meteen eens in CC De Herbakker geweest!
De voorstelling begint met het nummer “California dreamin'” van The Mamas And The Papas dat – eerder subtiel – door de luidsprekers klinkt. Dat klinken wordt ineens eerder knallen, de lichten doven en dan verschijnt Paulien Cornelisse op het podium die het nummer meespeelt op een blokfluit. Ik lig m-e-t-e-e-n in een deuk. Dit is té grappig!
Weet je waarom Paulien Cornelissen en ik best wel vriendinnen zouden kunnen zijn?
We hebben beiden iets met leestekens. Zij introduceerde tijdens ‘Maar ondertussen’ een aantal nieuwe leestekens: komma komma komma, komma punt, uitroepteken gedachtestreepje, enzoverder. Ik schrijf er bijvoorbeeld een blogpost over.
We filosoferen beiden over de zin van het leven. Zij vertelt erover in haar show en interpreteert die zin meteen ook letterlijk als een opeenvolging van woorden. Ik krabbel er iets over in mijn schetsboek, met wederom een knipoog naar die leestekens.
En laat ons meteen maar 100% eerlijk zijn, want daar draait het tenslotte om in vriendschap. We zullen beiden nooit een schoonheidswedstrijd winnen. Of toch geen waar de jury schoonheid niet als iets dat vanbinnen zit definieert.
Blokfluit en dwarsfluit liggen volgens mij ook niet zo ver uiteen.
Daarnaast zijn er de verschillen.
- Ik zat nooit op ballet en kan het concept ‘balletmoeder’ dus niet thuisbrengen.
- Ik heb niet zo heel erg veel met microbiologie en zou dus ook niet snel mijn eigen spuug (speeksel, geen kots) of bloed onder een microscoop leggen.
- Zij is ongemeen grappig, ik ben dat in geen geval.
- Zij wordt blij van combinatievoorzetsels, ik had ze nog nooit zo als groep bekeken.
- Zij verafschuwt beige, ik stoor mij er minder opvallend aan – of het moest over de basis van het Burberry patroon gaan.
‘Maar ondertussen’ is samengevat een geniale voorstelling waarbij ik van begin tot eind zit te gniffelen. Paulien speelt in CC De Herbakker haar voorlaatste keer in Vlaanderen, voor de rest van de reeks zul je bijgevolg naar Nederland moeten uitwijken. En ik kijk nu al uit naar de opvolger – zij het boek, zij het cabaret – van mijn vriendin Paulien!
Le Grand Hornu + MAC’s
Na Warhol en een gerijpte cote à l’os laten we Elio-city dus achter ons om koers te zetten richting terrilland en een portie werelderfgoed: Le Grand Hornu. Deze historische locatie getuigt nog steeds van een treffend spanningsveld tussen grand chic en hard labeur.
Tijdens ons bezoek vallen daar drie dingen te beleven: de site an sich, het MAC’s en een kleinere expo met alledaagse voorwerpen naar aanleiding van Europalia India.
Eerst een streepje geschiedenis. Als gediplomeerde historica wordt op zo’n momenten altijd smalend naar mij gekeken, alsof ik een wandelend geschiedenisboek zou zijn. Niet dus. Mijn parate kennis beperkt zich tot het feit dat deze site er gekomen is op initiatief van de eigenaar van de steenkoolmijn die zo – filantroop als hij was, zegt mijn achterhoofd – de nodige voorzieningen aan zijn arbeiders wil bieden. De ovalen Grand Hornu is dus het hart, daarrond liggen de woonstraten en nog verder (dixit Wikipedia) de mijnschachten met hun bijhorende terrils. Ik ben geen verhalenverteller, laat staan mondeling.
En dan over het Musée des Arts Contemporains de la Fédération Wallonie-Bruxelles, kortweg MAC’s. Daarvoor zijn in een zijbeuk van Le Grand Hornu de buitengevels behouden, maar heeft de architect daarbinnen een modern volume geplaatst. Ik ben fan. Tijdens onze passage stelt Tony Ousler tentoon met “Phantasmagoria”. Nooit eerder hoorde ik van deze kunstenaar en zijn discipline – namelijk videokunst – ligt mij niet meteen. En toch krijgt hij mij mee, zelfs al van bij het eerste kunstwerk getiteld ‘Fuck you’. Je ziet een matras waaronder een mens (voorgesteld door een kledingstuk en een ballon waarop geprojecteerd wordt) geklemd ligt. Een vloekende mens welteverstaan die ‘Fuck you!’, ‘Scumbag!’ en ‘You stupid fuck!’ uitkraamt. Hilarisch! Verder meer artistieke projecties die iemand met een Barco verleden altijd wel interesseren.
Een klein stuk van de expo zet zich verder in het ondergrondse mausoleum dat slechts in flitsen verlicht wordt. Bang ben ik niet, maar omdat ik mijn lief maar al te goed ken (in een nis kruipen, mij doen schrikken en zo) toch op mijn hoede.
We wandelen bovengronds terug richting ingang voor de kleine Europalia India tentoonstelling met als titel Living objects – Made for India. Daar staan dus allerlei doodgewone gebruiksvoorwerpen uitgestald die in Indië effectief nog dagdagelijks gebruikt worden. Dat vertelt een Jeanne-Devos-achtig dametje aan een groep en wij luisteren af. We proberen vooral (zonder de bordjes te lezen) te raden waar de voorwerpen voor dienen en voelen af en toe een jeugdsentimentele golf. Voor de rest niet meteen een reden om voor naar Mons te rijden, maar mooi meegenomen.
Tot slot rusten we nog even uit in een knap vormgegeven auditorium waar een zwartwitfilm over het steenkoolmijnleven draait. We schuifelen door de winkel met vooral kunst- en geschiedenisboeken en aantrekkelijke designstukken (denk I/OBJECT en zo) om dan naar Vlaanderen terug te keren. Met een beetje dorst wel, want de bistro kan ons niet bekoren en de omgeving ademt ook niet meteen horeca.
Een geslaagde expeditie over de taalgrens!
Andy Warhol. Life, Death and Beauty.
Als mijn geheugen mij niet in de steek laat, ben ik nog nooit eerder in Bergen geweest. Laat staan in het museum voor schone kunsten aldaar. Mijn trigger? Een Andy Warhol expo in het BAM. Het BAM? Jawel, Beaux-Arts Mons. De expo loopt nog tot 19/01/2014, dus best niet al te lang meer twijfelen als je plannen in die richting hebt.