Staakt het staken!

Bij Brink’s – vermoedelijk niet zonder reden.
Bij bpost – door die van bij Brink’s.
Bij de NMBS – where else?
Bij het personeel van de Antwerpse rusthuizen – vraag mij niet waarom.
Bij De Lijn – vanaf morgen ongetwijfeld na die projectielen.

Weet je? Als ik nieuwsberichten over stakingen en betogingen hoor, dan vertonen mijn oren zelfs die typische spitsneiging niet meer. En als ik het dan toch door mijn trommelvlies krijg, popt de ergernis op. Al zal dat wel niet sociaal wenselijk zijn… Niet alleen de manier waarop vakbonden sociaal overleg steevast simplificeren; ook de manier waarop de achterban hun frustratie uit kan er bij mij niet (meer) in.

Stakingen. Betogingen.
Waarom niet wat meer originaliteit in het sociaal protest?

Enkele aanzetten voor creatievere drukkingsmiddelen:

stiltepauze
aan kassa van supermarkt plichtsbewust barcodes scannen, maar zonder één enkel woord uit te spreken

maskerparade
als conducteur kaartjes knippen, doch met lachwekkend masker voor gezicht

betooging
in plaats van altijd dat stappen met vlaggen en zo, gewoon lange toog op straat en dan kameraadschappelijk allemaal samen pintje drinken

flash mob
voor marketing – en in het bijzonder virale doeleinden – absoluut uitgemolken, maar werkgever zou volgens mij nog steeds vreemd opkijken

gnikats
exact het omgekeerde van staking, dus simpelweg blijven werken

Ongetwijfeld nog veel betere alternatieven…

Vind ik leuk?

 

Tapas y compañia

Woordspelingen met tapas zijn populair tegenwoordig.

  • Er zijn de patapas van VLAM.
    Voor zij die van aardappelen houden.
  • En de hoppas van de Week van de Smaak.
    Voor zij die wel een hapje bij het Belgische bier lusten.
  • Iets verder terug in de tijd waren er de wappaz van Christer Elfving.
    Voor zij die de Spaanse klassieker graag iets wereldser zien,
    misschien zelfs absoluut Zweeds.

Een vaststelling van mijn kant, geen waardeoordeel.
Want ik geef toe: wat bekken ze lekker…

Poppy badge

De Eerste Wereldoorlog boeit mij mateloos. Niet in die mate mateloos dat ik wekelijks de Last Post onder de Menenpoort bijwoon of alle oorlogskerkhoven van de Commonwealth War Graves Commission alfabetisch kan oplijsten. Maar de Flanders fields van ’14-’18 behoren tot mijn fields of interest. Al voelt het instinctief wat onrespectvol aan om een oorlog interessant te vinden.

Misschien schuilt de oorzaak in mijn opleiding als historica. In 2005 studeerde ik per slot van rekening af met een thesis getiteld “Nieuws van het westelijk front – De prentbriefkaart als propoganda-instrument tijdens de Eerste Wereldoorlog”. Misschien schuilt de oorzaak in mijn home region, meer bepaald de frontstreek en omgeving. Obussen naast elektriciteitspalen – wachtend op DOVO – zijn voor mij uiterst herkenbare beelden uit mijn jeugd.

Als je in de aanloop naar Wapenstilstand in het Verenigd Koninkrijk rondloopt, dan voel je dat je niet de enige bent met dit gevoel. De meerderheid van alle Britten speldt immers in de Remembrance Day periode een poppy badge op.

Waarom doen wij dit in België ook niet? We hebben rode lintjes tegen aids, roze lintjes tegen borstkanker, vlinders tegen zinloos geweld… Waarom dan geen klaproos om duidelijk te maken dat wij als inwoners van het strijdtoneel van toen – los van enige hedendaagse politieke boodschap – de Groote Oorlog nog niet vergeten zijn?

Ik pleit voor.
Waar kan ik er eentje kopen?

Witte chocolade

Gisteren at ik een witte Chokotoff. Jawel, een witte Chokotoff.

Meteen maakte ik een bedenking rond de zekerheden in het leven. Een Chokotoff hoort chocoladebruin te zijn. Liefst nog met een gouden richeltje op het verpakkingspapiertje – of is dat een urban legend? Het doet er mij ineens aan denken dat ik als marketeer bij Côte d’Or toch iets zou doen met die legende.

Maar deze extreme white over van Chokotoff is dus geen alleenstaand geval. Sinds een paar jaar lijkt het alsof chocoladefabrikanten een nieuwe niche ontdekt hebben. Chocoladeproducten die iedereen al kent en massaal consumeert, maar dan in het wit. Denk aan witte Maltesers, Twix, Lion, Mikado, …

Vroeger bracht de Sint mij steevast witte chocoladefiguren. Wat kende die man toch goed mijn persoonlijke voorkeur… Toch kan deze witte trend mij niet boeien. Geef mij door de band genomen maar het origineel!

Punctuatie

Volgens wordlingo.com betekent punctuatie “alles in geschreven taal buiten de daadwerkelijke letters of de getallen, het omvatten leestekens (vermeld bij recht), inter-woordruimten en inkeping”. Leestekens stonden sowieso al op mijn i swear pagina vermeld, omdat ook schrift intonatie verdient. Maar het werd toch tijd voor een verduidelijkende blogpost.

Soms heb ik het gevoel dat leestekens in hedendaagse communicatievormen minder belangrijk worden. Of hetzij om met een aantal exemplaren samen een smiley te vormen… Maar ik blijf mij hier fanatiek tegen verzetten.

Ik tweet met leestekens.
Ik sms met leestekens.
Ik e-mail met leestekens.
Het kost mij zelfs steevast moeite om na
“Met vriendelijke groeten, [nieuwe regel] Elise” geen punt te plaatsen.

Ook op mijn blog krijgen leestekens een prominente rol in mijn teksten. Als ze er staan, betekent het wat. Als ze er niet staan (zoals in sommige opsommingen of als ik één zin tweet die hoort te eindigen op een punt) zeker ook.

Bovendien vind ik dat leestekens zoveel zeggen over hij of zij die ze gebruikt. Ik kan het niet nalaten om slordige gebruikers stiekem over de ganse lijn nonchalant te vinden. Of zo gebruikt een vriend van mij vaak twee puntjes, in plaats van één of drie. Gegarandeerd vraag ik mij af of daar een diepere betekenis achter zit.

Tot zover mijn betoog ten voordele van de punten, de komma’s, de dubbele punten, de vraagtekens en soortgenoten van deze wereld!