Delivering happiness

A path to profits, passion, and purpose
Een boek van Tony Hsieh 

Geluk in een flesje, volgens Coca Cola.
Geluk in een (schoen)doos, volgens Zappos.com.

Delivering happiness vertelt het verhaal van CEO Tony Hsieh. Respect voor hoe hij als kind zijn ondernemerszin voor het eerst in de praktijk brengt met een regenwormboerderij. Respect voor hoe hij in 1999 als 26-jarige zijn bedrijf LinkExchange van de hand doet aan Microsoft voor $ 265.000.000. Respect voor hoe hij later – last but definitely not least – eerst als investeerder en later als Chief Executive Officer Zappos.com belichaamt.

Uit mijn vroegere werkervaringen kan ik mij ten gronde iets voorstellen bij het adjectief corporate. Vandaar wellicht dat de volgende 10 kernwaarden zo anders, misschien zelfs een tikkeltje sektarisch aanvoelen.

  1. Deliver WOW Through Service
  2. Embrance and Drive Change
  3. Create Fun and a Little Weirdness
  4. Be Adventurous, Creative, and Open-Minded
  5. Pursue Growth and Learning
  6. Build Open and Honest Relationships with Communication
  7. Build a Positive Team and Family Spirit
  8. Do More with Less
  9. Be Passionate and Determined
  10. Be Humble

[Vraag mij maar niet hoeveel het mij gekost heeft om al deze woorden met een hoofdletter te schrijven… Copyright is echter copyright!]

Een aantal anekdotes uit het boek zijn ondertussen wijdverspreid via artikels allerhande. Maar zijn #1 New York Times / #1 Wall Street Journal bestseller bevat voldoende extra om 244 pagina’s met een zekere animo door te nemen.

Al klinkt het voor een nuchtere meid als ik misschien toch allemaal iets te Amerikaans, iets te blablabla. Want – eerlijk is eerlijk – hoeveel bedrijven schakelen hun bedrijfsvisie quasi gelijk aan de algemene wereldvrede? Zappos is about delivering happiness to the world. Misschien ietsje te verregaand voor de gemiddelde Belgische onderneming, maar een snuifje Zapposisme kan voor diezelfde gemiddelde onderneming mijn inziens geen kwaad.

‘Delivering happiness’ holderdebol.comder kopen?

 

La Bridelette, Cul-des-Sarts

Weekendjes weg staan gelijk aan instant ontspanning.
Zo ook in de kunstzinnig gerestaureerde langgevelboerderij van La Bridelette.

Niet ver van ons bed (maximum 2u vanuit Gent),
tegen de Franse grens gelegen, ten zuiden van Charleroi.

Totale rust alom!
Ideaal voor een boekje, een flesje cava, wat fiets- en wandeltochtjes.

En gezien het gezelschap ook een brokje natuurstudie…
Het verschil tussen juffers en libellen om te beginnen,
maar ook wespendieven, zwartkopjes en andere gevederde vrienden.

[portfolio_slideshow]

Met dank aan organisatrice Sara!
Weekendjes als deze zijn bijzonder welkom
in deze zomer-zonder-vakantie-wegens-bouw-in-het-najaar-tijden…

Stamceldonor worden

Ik ben geen held als het op dokters en bloed in het bijzonder aankomt. Operaties op televisie vind ik verschrikkelijk, wonden van medemensen in de werkelijkheid aanschouwen zo mogelijk nog verschrikkelijker. Al goed en wel dat het van binnen zit, maar ik hou het toch liever bij de buitenkant van het menselijk lichaam…

Desalniettemin voel ik mij af en toe verplicht een goede daad te stellen. Bijvoorbeeld door stamceldonor te worden. De media – met name Telefacts – spraken er over. De sociale exemplaren incluis. Net zoals een aantal personen in mijn Twitter timeline registreerde ik bijgevolg op www.stamceldonor.be.

Eerst enkele weken niets – volgens diezelfde media wegens massale registraties na de reportage over Miabelle. En dan een telefoontje om een afspraak vast te leggen in het bloedtransfusiecentrum van de Ottergemsesteenweg te Gent.

Afgelopen dinsdag meldde ik mij dus om 19u aan. Na de registratieprocedure kwam ik bij een dokter terecht die mij vroeg wat ik wilde afstaan: een staaltje, bloed of plasma. Eerlijk gezegd had ik geen idee wat de bedoeling was, maar hij verklaarde nader dat voor stamceldonatie eigenlijk enkel een staaltje bloed nodig is. Meteen volwaardig bloed geven kan eveneens, voor plasma is een afspraak vereist. Ik besloot dus vol goede moed om meteen een portie bloed achter te laten. De dokter meldde mij tevens dat dat maximum 400 cl zou zijn vanwege mijn eerste keer.

Enkele minuten later stond ik in de zaal waar machines plasma pompten en anderen op de meer klassieke wijze bloed doneerden. Ik geef toe, volledig ontspannen was ik niet. Dat gevoel van verminderde relaxatie steeg enkel toen de verpleegster mij vroeg om in een stoel plaats te nemen. Na wat aderverkennen smeerde ze wat ontsmetting op mijn armholte en prikte een naald in mijn zogenaamde bloedvat.

Niet dus. Geen druppel, geen spatje bloed te bespeuren. Er zat niets anders op dan wat heen en weer te bewegen met die naald. Tergend lang. En ik mocht het zeggen als het pijn deed, zei ze. Seconden tellen heb ik niet gedaan, maar I’ve had better moments. De naald priemde nog wat dieper mijn arm in en uiteindelijk kwamen de donkerrode druppels tevoorschijn. Mijn bloedgeefavontuur brak abrupt af toen de dame mij informeerde dat meer bloed geven niet echt een optie was voor mij.

Met de melding dat ik nog een frisdrank of een koek mocht consumeren, verliet ik wat aangeslagen de zaal. Spijs of drank daadwerkelijk consumeren leek mij wat kleinzerig voor het geven van een staaltje bloed. Bijgevolg vertrok ik meteen richting huis en aansluitend naar mijn wekelijkse badmintonafspraak.

Met een indrukwekkend verband om de arm en toch ietsje slappekes besloot ik dat ik nu officieel een mietje ben. Maar wel een mietje wiens gegevens in een databank zitten. Om ooit, misschien nooit iemand te doen leven. Omwille van mijn bloed(staaltje) geven.