Ik geef toe: mijn maandelijkse lunchdate Geert was al een tijdje aan het pushen om naar Ni Shifu te gaan. Meer dan genoeg betrouwbare chefs (denk Kobe Desramaults en Nick Bril) tipten dit adresje met authentieke Sichuan cuisine in het Antwerpse Chinatown al als één van hun favorieten. Hoog tijd dus om daar werk van te maken… Reserveren kan er enkel telefonisch en dat is wat ik een aantal weken voor de feiten doe. Na het inhaken – voor zover dat nog gezegd wordt in deze smartphonetijden – besef ik dat mijn reservatie misschien niet zo minutieus genoteerd werd en dus besluit ik om er vrij vroeg (kort na 12u00) te arriveren.
Zo gepland, zo gedaan. Mijn buikgevoel klopte, maar door het prille middaguur kunnen we nog kiezen uit een aantal tafels. We gaan voor eentje bij het met planten decoreerde raam en constateren dat de verwarming bij Ni Shifu niet of ondermaats werkt. Dan zullen we ons wel aan het eten verwarmen…
We taxeren de ruimte: een bijzonder eenvoudig ingerichte eetgelegenheid met een twintigtal zitplaatsen. Die worden gevuld met een combinatie van (Belgische) Chinezen – altijd een plus bij niet-autochtone keukens – en foodies zoals ons op zoek naar iets authentieker dan de gemiddelde afhaalchinees.
De Chinese maar Nederlands sprekende ober brengt ons de kaart; wij duiken vervolgens met volle goesting in het wel erg ruime aanbod. Laat ons starten met de drankjes… Omwille van het vooroordeel dat wijn (‘win’ volgens Ni Shifu) tricky kan zijn in een Aziatisch restaurant, hou ik het bij een Tsingtao biertje (€ 2,50). Mijn gezelschap laat dat vooroordeel varen en vraagt een glas witte wijn (€ 3,50).
Bij de hapjes en de voorgerechten blijven we zoals gewoonlijk hangen bij alles wat dim sum, dumpling of wonton heet. Eerlijk is eerlijk, het verschil tussen deze gestoomde hapjes ontgaat ons. Zelfs Chef Google biedt geen uitsluitsel. Dus volgen we ons instinct met drie soorten stoomsels: garnalen dumplings (€ 5,10), dim sum (€ 5,80) en wonton met chilisaus (€ 4,80). Verder herinner ik me dat een vriendin ook de gesneden komkommer met chili en knoflooksaus (€ 5,80) adviseerde en die voegen we toe aan onze bestelling.
Geert merkt op dat de ober dit alles (en ook de nog volgende hoofdgerechten) in Chinese tekens op een oppervlakte van maximum 2 bij 3 centimeter papier noteert. Indrukwekkend – of misschien zorgwekkend, met een kleine voorafname op de vergeten komkommer.
De dumplings en dim sum plakken iets te veel aan het bodempapiertje om comfortabel te kunnen consumeren. Qua smaak (en hier houden we geen rekening met het papierongemak) maken deze gestoomde hapjes voorlopig geen bijzondere indruk. De wonton met chilisaus daarentegen… Die zou ik bij mijn volgende bezoek – en wees nu al maar zeker dat dat er komt – zo opnieuw vragen. Ik gaf het daarnet al even aan, maar de komkommer blijkt tussen de mazen van de bestelling gevallen. En omdat vrij snel na de dumplings véél eten op tafel verschijnt, besluiten we om er niet meer specifiek naar te vragen.
Over naar de hoofdgerechten. We twijfelen enorm over de grootte van onze bestelling en laten ons daarom leiden door de ober… Eén keer vlees, één keer zeevruchten en één keer groenten lijken hem meer dan voldoende. Over de krab met Chinese kruiden (€ 21,80) zijn we het meteen eens. We kunnen kiezen tussen wel of niet pikant en besluiten om er voor te gaan… Na behoorlijk wat wikken en wegen wordt het varkensvlees met chili en Sichuanpeperolie (€ 13,90) onze tweede schotel. Daarbij willen we graag nog wat extra seizoensgroenten (€ 13,50). Allemaal bijzonder schappelijk qua prijs – zeker als je bij het serveren de hoeveelheden ziet, alleen vind ik de groenten in verhouding wel vrij duur.
Het varkensvlees verschijnt als eerste, badend in een dampende kom boordevol saus en smaakmakers. Onze ogen beginnen te blinken, en dan moest de krab nog volgen. Deze werd in stukken gehakt en als een soort van tempura bereid. Verder vult de tafel zich verder met gestoomde rijst, een gigantische schotel gewokte paksoi en voor elk een lege eetkom.
Waarmee zullen we beginnen?
We scheppen varkensvlees uit en merken dat de schaal behalve übermalse varkenlapjes onder andere Chinese kool, sojascheuten en judasoren (een soort paddenstoelen) bevat. Eerst proeven we voorzichtig en geleidelijk aan worden de chilivlokken doorheen de pot gemengd. Blijkbaar heb ik minstens drie keer ‘Proef jij het ook?’ gevraagd en daarmee doelde ik op de combi van fantastische smaken én de bevreemdende tinteling van de Sichuanpeper op je tong. Ik moet nog aan mijn old time favourite krab beginnen en weet nu al dat Ni Shifu op mijn eindejaarslijstje zal staan…
Over naar de krab. Omdat we er ons van bewust zijn dat Chinezen vaak meer onderdelen van levende wezens eten dan wij plegen te doen, zijn we even in de waan dat de krab volledig geconsumeerd moet worden – zoals je met soft shell krab doet. Dit is echter geen soft shell en de ober verlost ons al lachend uit onze eigen dommigheid: alleen de kleine pootjes peuzelt men in z’n geheel op, de rest wordt uitgezogen of -gelepeld. De Sichuangewaarwording domineert iets minder bij de krab dan bij het varken, maar ik geniet van elk stukje dat ik in de mond neem. Zwarte bonen en chilipepers zorgen voor nog wat extra pit. Mijn rijstconsumptie probeer ik te beperken en de genereuze hoop paksoi krijgen we met de beste wil van de wereld niet op. Ook bij het schitterende varken en de niet onderdoende krab moeten we vroegtijdig verstek geven…
Wat. Een. Feest.
En geef het maar toe, zelfs bij het zien van dit morsige kommetje ben je nu net niet kwijlend Ni Shifu aan het googlen… Allen daarheen, niettemin liefst ook niet té massaal.
Als afsluiter een domper op de feestvreugde die ik instant omdraai in een opportuniteit: de komkommers staan toch op de rekening. Mijn gewoonte om fooi te geven is door het alomtegenwoordige gebruik van niet-cash betaalmiddelen aan het vervagen en dus besluit ik om die € 5,80 als een verdoken fooi te zien. Het is jullie gegund, team Ni Shifu!