Davy Devlieghere leerde ik kennen toen hij samen met Gilles Bogaert een reeks Dgu events organiseerde: wij genoten ooit van hun quatre mains in restaurant Horseele. Vier jaar later staan beide heren elk al meer dan een jaar achter het fornuis in hun eigen zaak: begin juli lunchte ik voor het eerst bij Gilles’ Taxi’s en enkele weken geleden kwam Davy’s Bistro Julien aan de beurt. Wij wonen overigens op slechts een paar kilometer van deze bistro die langs de N9 richting Eeklo ligt.
In een opwelling – om een rotweek te compenseren, food always helps – bel ik halfweg de voormiddag naar Bistro Julien met de vraag of ze nog een tafeltje voor twee vrij hebben tijdens de lunch. Het reservatie-overzicht wordt even gecheckt en we passen er nog bij.
Tegen 12u15 wandelen we binnen in een opvallend goed gevulde zaak. Ik zeg opvallend goed gevuld, omdat ik weet hoe sommige restaurants in het stadscentrum worstelen met voldoende opkomst voor de lunch. Bij Bistro Julien lijkt dat totaal geen probleem: hun publiek omschrijf ik trouwens als iets ouder en / of business.
Eens geïnstalleerd aan ons lichtrijk tafeltje met zicht op het tuinterras wordt er geïnformeerd of we een aperitief wensen en op het lunchmenu gewezen. Over de middag kies je tussen twee (€ 28), drie (€ 35) of vier (€ 45) gangen, al dan niet met een wijnarrangement. Wij opteren voor de kortste lunch, inclusief wijn (€ 15).
Ik nip van mijn cava Zeta (€ 7), mijn meneer heeft het de laatste tijd niet meer zo voor bubbels en vraagt een glas witte wijn. Een Italiaanse, dat weet ik nog. Wijngewijs ben ik echter niet zo ijverig geweest, want ik nam noch van deze witte noch van het wijnarrangement nota. Deze trend blijft zich verderzetten: ja, ik blog na al die jaren nog steeds met plezier over waar ik ga eten. Alleen merk ik dat het nemen van foto’s en nota’s bij mij niet langer primeert op het genieten van het moment en de compagnie. Daarom zitten er soms wat zwarte gaten in mijn verslag. Ik ging bijna zeggen ‘waarvoor mijn excuses’, maar ik wil me hier eigenlijk niet voor excuseren. Gezien dit een hobbyproject is, moet het bovenal leuk blijven.
Bij het aperitief horen twee hapjes die meteen de toon zetten. Chef Davy serveert enerzijds rolletjes van rode biet gevuld met kalfstartaar en anderzijds Indische pappadum met een dip waarvan ik voornamelijk chermoula als ingrediënt onthouden heb. Hoewel ze voor mij niet de moeite moesten doen om de bietrolletjes op een halve rode biet en een ondergrond van kiezels te dresseren, besef ik meteen dat we hier meer dan lekker zullen eten… Twee keer een schot in de roos, voor de pappadums wordt ei zo na gevochten.
Inmiddels swapten ze onze aperoglazen voor het eerste glas van het wijnarrangement: een frisse witte, als ik mij niet vergis Grüner Veltliner als druif. Hierbij verschijnt een voorgerecht waar eenzelfde frisheid van afstraalt: sashimi van roodbaars in een bereiding met pompoen en koolrabi en vinaigrette van sesam, chili en limoen. De rauwe groenten werden gemarineerd om zo de sashimi – die door de vinaigrette ook wel naar ceviche neigt – perfect te begeleiden. Ik associeer Davy met een klassieke keuken, zo blijkt ook uit de talloze Franse klassiekers die op de kaart staan. Niettemin onderstrepen ze met deze sashimi van roodbaars de tagline van Bistro Julien ‘(g)een klassieke bistro‘ voor de volle honderd procent. Tof!
Onze wijnglazen kleuren rood en wij maken ons op voor het piepkuiken.
Volgens mij houdt Davy Devlieghere van gevogelte. No pun of flauw woordmopje intended, ik baseer me gewoon op de enthousiaste Instagramposts als bijvoorbeeld de eerste patrijzen gearriveerd zijn. Daarom heb ik er ook alle vertrouwen in dat zijn poussin Albufeira er zal staan. Het piepkuiken krijgt op het bord gezelschap van gebakken witlof, crème van knolselder en jus op basis van witte porto en ganzenlever. Zonder meer herfstige smaken die het perfect gebakken gevogelte op gepaste wijze ondersteunen! Daarbij komen tevens fantastische pommes Dauphine: duidelijk huisgemaakt en bovenal fijn als er iets op tafel verschijnt dat niet op de menukaart aangekondigd werd. Wat we wel niet zo slim hebben aangepakt zijn witlof, knolselder en jus: hoewel er overduidelijk tussen ons in een gietijzeren pannetje staat met de billen van het piepkuiken, doseren we onze groenten onvoldoende. Bijgevolg eten we die bil quasi puur op en dat onderstreept nogmaals de kwaliteit en de uitstekende bereidingswijze van dit pluimvee.
Voor koffie of dessert passen we wegens meer dan voldaan. Wanneer we na het afrekenen tevreden naar buiten wandelen, valt op dat het merendeel van het clientele minder of niet onder tijdsdruk staat. Het is hen van harte gegund…
En zo gun ik Davy en zijn gastvrouw Marie-Julie tot slot een bloeiende zaak, al lijkt dat eigenlijk al in de sjakosj. ‘Doe zo verder’ klinkt wat stoffig en als een schooljuffrouw, niettemin vat deze drie woorden mijn eetervaring en deze blogpost prima samen.