When in Zurenborg is het erg verleidelijk om naar vaste scoorders als Veranda of Cuichine te trekken voor de betere lunch. Maar Elise zou Elise niet zijn als ze niet het evenwicht poogt te zoeken tussen “variatie is de beste saus” (en dus nieuwe (blogklare) adresjes verkennen) enerzijds en regelmatig bij de favorieten tafelen anderzijds. Op een weekmiddag trekken we na een last-minute telefonische check en een ietwat uitgelopen Google Hangout meeting naar restaurant Cena op de Door Verstraeteplaats – op minder dan een steenworp van iets legendarischere plaatsen als de Dageraad- en Draakplaats.
We blijken de enige eetgasten te zijn. Altijd een beetje vreemd, maar ik neem mij bij het overschrijden van de drempel voor om dat de pret niet te laten drukken. We worden verwelkomd door een ietwat schuchtere dame en mogen – tarara – een tafeltje uitkiezen. Centraal in de eerste eetplek dan maar, de winterzon valt op deze tafel en daar kan ik best wel van genieten tijdens de koudere maanden van het jaar. Kiezen hoeven we niet, want we komen voor de lunch en volgen daarin dan ook de chef. Wanneer we horen dat het ook zonder dessert kan, bestellen we meteen de optie met voor- en hoofdgerecht.
We laten ons eerst bubbels aanpraten als apero. Wanneer mijn gezelschap echter merkt dat het om een roze variant gaat, verkiest hij toch een glas witte wijn en wie ben ik om niet mee te gaan. Per kleur zijn er twee mogelijkheden per glas, maar welke druif en welke streek kan ik mij met de beste wil van de wereld niet meer herinneren. Bij deze wijn komen twee hapjes van een niveau dat ik mij op deze doordeweekse middag niet verwacht noch ingepland had. Eerst een groot glas met gemarineerde zalm, komkommer, sojasaus en wasabi. Zo hard mijn persoonlijke smaak! Daarna fregola pasta (zo van die ronde bolletjes) met zeewier, champignon en rauwe tonijn. Tevens geslaagd, desalniettemin iets minder voltreffend dan de Aziatisch getinte zalm.
Lang hoeven we logischerwijs niet te wachten en toch weten ze bij Cena het juiste tempo aan te houden. Ik hou er namelijk niet van als een menu afgehaspeld wordt. Als voorgerecht krijgen we rode poon met witloof en hazelnoot in een erg geslaagde presentatie. In dit winterseizoen kan ik het best wel appreciëren: vis in combinatie met aardse smaken zoals hazelnoot en vrij vanzelfsprekend beurre noisette.
Als hoofdgerecht volgt kalf met aardappel, knolselder en truffel. Tussendoor nog even een heads up voor het smaakvolle servies uit de PURE Pascale Naessens reeks van Serax. Persoonlijk hou ik wel van kalfsvlees: het is vrij licht en laat zich vlot combineren. Zelf ontgaat de truffel mij wat, maar ik heb mij laten wijsmaken dat er slechts een bepaald percentage van de mensen truffel écht smaakt. Ik vrees dat ik niet tot dat welbepaald percentage behoor. Ook dit kan de pret niet drukken; het feit dat de aardappelen ietwat undercooked zijn een heel klein beetje. Tijdens de hoofdschotel laat ik mijn witte wijn nogmaals bijvullen en wordt er aan de overkant naar een rode Italiaan geswitcht.
Bij onze koffie verschijnt een leisteen op tafel met een ovenwarme madeleine, een chocoladetruffel en een boterkoekje. Prachtig vers en vol van smaak – en ongetwijfeld suikers! Ik verwonder mij over het feit dat je in een toch bijna leeg restaurant nog zo’n fantastische koekjes krijgt. Respect voor de chef! Werkelijk waar! En net wanneer ik dat allemaal aan het bedenken ben, wordt ons nog een crème brûlée aangeboden.
Vrij verbluffend dat er voor deze keuken zo weinig gegadigden opdagen ’s middags. Evenzeer vrij verbluffend dat de chef geen gewag maakt van dipjes als het clientèle het een beetje laat afweten. Ik had hem overigens graag even ontmoet, die chef. Mijn Antwerpse compagnon onderstreept dat dat iets typisch West- of Oost-Vlaams moet zijn. Okee, niet dan! En toch, liefste liefhebbers van de betere lunch in Zurenborg: give it up for Davy Michiels… Hij en zijn Cena verdienen het.