Ik beken: ik was nog nooit in het Rijksmuseum geweest. Mijn vorige trip naar Amsterdam gebruikte ik om het Stedelijk Museum te bezoeken, want mijn hart ligt nu eenmaal bij moderne kunst. Maar na alle aandacht voor de renovatie van het Rijksmuseum voel ik mij moreel verplicht om dit museum van de Nederlandse natie te bezoeken. Ik schaf zelfs al op voorhand een e-ticket aan, want ik herinner mij wel dat daar lange rijen kunnen staan.
Die wachtrij blijkt bij aankomst op een late zondagochtend onbestaand. Ik kan meteen van start gaan met de verkenning van de verschillende verdiepen… Nadat ik even de indrukwekkende centrale hal wat op mij heb laten inwerken en het uitpluizen van het grondplan, besluit ik om op het bovenste verdiep te beginnen en zo af te dalen in de geschiedenis. Ik start dus bij de kunst die mij het nauwst aan het hart ligt, zoals werk van De Stijl of Piet Mondriaan.
Dan daal ik af naar de Nieuwe Tijden op de tweede etage die opgebouwd is rond een centrale zaal met De Nachtwacht van Rembrandt en een heuse eregalerij met onder meer Het Melkmeisje van Vermeer.
Van de audiogids maak ik geen gebruik. Doorgaans hou ik daar niet van, tenzij er echt een speciale reden voor is – zoals de West-Vlaamse gesproken begeleiding door Wouter Deprez bij de tentoonstelling van Carll Cneut. Ik lees liever de belettering en de bordjes. In het Rijksmuseum kun je bij de belangrijkste werken tevens een fiche ter hand nemen die inzoomt om details van het werk en dat is bij bijvoorbeeld De Nachtwacht wel verrijkend.
Qua drukte valt het bijzonder goed mee, zelfs al zijn we zondag, nog steeds toeristisch seizoen en is Amsterdam hotelgewijs volgeboekt. Je voelt vooral in dit museum (meer dan in andere musea dus) dat bezoekers speciaal voor De Nachtwacht, de eregalerij en Vincent Van Gogh komen. Sommige andere zalen met bijvoorbeeld zilverwerk of Delfts porselein moeten het met heel wat minder tot quasi geen bezoekers doen.
En ik moet zelf ook toegeven dat ik vrij gedisciplineerd ben beginnen afdalen, maar na meer dan drie uur in het museum en nog anderhalf verdiep te gaan verkies ik toch om nog even van de zondagse zon te genieten. Dat doe ik in het Rijks, de bar en het restaurant van het Rijksmuseum. Daar zetten ze de lijn van het museum voort, namelijk het verhaal van Nederland vertellen. Ik drink een Amstel en proef daarbij de gefrituurde spiering.