Zondagavond, 17u42, Watouplein in – vanzelfsprekend – Watou. We besluiten op den bots om vóór het toneel van mijn zus (dat om 19u00 in het naburige Haringe start) een poging tot avondmaal te doen. Best een plek waar het vrij vlot gaat, plus iets minder formeel dan ’t Hommelhof en iets gezonder dan frituur Friettijd. Ooit waren we al samen met diezelfde zus (niet zo verwonderlijk, want ik heb er maar één) in Het Ovenhuis.
Perfect! De kleine kaart kun je doorlopend bestellen, de grote kaart start pas om 18u00. Gelukkig zijn ze flexibel en mogen we al uit het volledige aanbod kiezen. Starten doen we alvast met een pint en een plankje paté uit Watou (€ 5,50).
Ondertussen twijfelen we verder. Vol-au-vent? Konijn? Hutsepot? Slaatje met artisanale garnaalkroketten? Neen, we komen beiden uit bij een über-Belgische biefstuk friet. Voor mij mag het de Limousin met champignonsaus (€ 18,25) zijn, mijn meneer is solidair met de peperroomversie.
De paté landt en we kunnen beiden een lach niet onderdrukken. Op de plank ligt een volledige schel paté, qua volume identiek aan wat wij bij de beenhouwer of in de supermarkt kopen om een ganse week boterhammen of toastjes mee te smeren. En deze royale hoeveelheid mogen we nu dus even als starter naar binnen werken! Dan zwijg ik nog over de garnituren: augurken, zilveruitjes en mosterd. Het woord ‘doggybag’ valt al, maar uiteindelijk merken we toch dat we al babbelend tot 75% van de paté in vierkantjes snijden en consumeren. Mijn vriend bestelt nog een blonde Sint-Bernardus van ’t vat en zo overbruggen we ons hongertje – wegens enkel nog maar ontbijt die dag – tot aan de steak.
En dan krijgen we elk ons vleesje voorgeschoteld. Op mijn bord ligt ook een bolvormig ding waarvan het even duurt vooraleer ik besef wat het is en doet: het is een champignon die meedeelt “Hé, ik ben de Limousin met champignonsaus! Verwar mij niet met de peperroom!”. In een tegenwoordig hip emailen potje wacht die saus om uitgepollepeld te worden en dat doen we dan ook gul. We snijden, kauwen en knikken goedkeurend.
Tot slot nog iets over die andere randvoorwaarden. De rauwkost bij Het Ovenhuis is gevarieerd en zonder meer vers: verschillende soorten sla, radijzen, wortel, witloof, tomaat, rode biet. En bij een steak horen traditiegetrouw frietjes: deze zijn duidelijk huisgesneden, tot aan de juiste goudgraad gebakken en vergezeld door mayonaise.
Letterlijk en figuurlijk voldaan zetten we koers richting Haringe voor het dorpstoneel, starring mijn (bijna hoogzwangere) zus als zogezegd kreupele bomma.