Tijdens de uitbating door Coeur d’Artichaut ben ik nooit in Bistro Bijloke geraakt. Een nieuwe uitbater (vergeef mij dat ik niet weet dewelke), een nieuwe kans. En die grijpen mijn meneer en ik op een vrijdagmiddag aan de start van een weekendje weg.
Last-minute reserveren lukt niet zo gemakkelijk, want het gsm-nummer dat op de website staat blijkt niet te werken. Gelukkig biedt de vriendelijke dame achter het algemene telefoonnummer van de Bijloke aan om dat tafeltje voor twee persoonlijk aan de keuken door te geven. Voor het geval dat niet lukt, noteert ze nog mijn telefoonnummer. Maar ik hoor haar niet meer terug en parkeer iets na het middaguur tegenover het STAM. Vanop afstand zie ik de wederhelft alvast aanschuiven aan het restaurant op hoogte met schoon zicht op de Bijlokesite. Ik vervoeg hem snel. Rondom ons zit niet zo bijzonder veel en voornamelijk bejaard volk. Maar dat zal onze lunchpret niet bederven.
Het lunchmenu van de dag (€ 15) bestaat uit venkelsoep en daarna eendenbout, citrussausje, basmati en waterkers. We vertrekken uiteraard niet zonder enige voorstudie, dus knikken we al van ‘Ja!’ vooraleer de ober uitgesproken is. En een cava als aperitief graag. En een half litertje spuitwater.
De royale glazen cava vallen in onze vrijdagse smaak. Meteen na het leegzijn, verschijnen de soepborden, driehoekjes getoast brood en boter. Instant gevolgd door de ober die dampende venkelsoep inschept vanuit zo’n klassieke zilverkleurige kom. Ik geef het toe. Venkel is zo mijn ding en vanzelfsprekend dus ook in soepvorm. Echt lekker! Hij wenst graag nog een extra schep; ik pas echter voor de tweede ronde.
Dan komt de hoofdschotel met de eendenbout. Wat ik noem een mooi bordje! Een malser dan mals stukje eend met een smakelijke saus die gelukkig voor mijnentwege niet al te sterk naar sinaasappel smaakt en zoals we het graag hebben afgewerkt met verkruimelde pistachenoten. Kruidige rijst, verse waterkers; het hoeft geen verder betoog dat ik geniet van de Bijlookse lunch.
Tot ik ineens “Oei!” hoor aan de overkant van de tafel. Bij het opkijken zie ik een takje waterkers met daarop een levend en tevens best wel schattig slakje. Jammer! Zo’n beest hoort niet thuis op een bord, hetzij in een schelp met lookboter en iets meer uit de kluiten gewassen. Om de één of andere reden zijn wij niet ongelofelijk vies van die slak, maar eerder spijtig omdat ze nu hoogstwaarschijnlijk een nieuw bord moeten brengen. Waardoor ikzelf ofwel de keuze heb om alleen verder te eten, ofwel te wachten en dan samen met hem de maaltijd af te werken. Ik ga voor de laatste optie en gelukkig voor mij volgt die nieuwe portie – samen met nogal wat sorry’s – erg snel.
We zien er de lol wel van in en hebben oprecht lekker geluncht aan een democratische tarief. Dat tarief wordt nog democratischer wegens het gratis aanbieden van ons glas rode wijn ter compensatie van het euvel. Dankjewel! Deze geste wordt geapprecieerd.
Helaas dus van het schoonheidsslakje. Desalniettemin kom ik hier nog wel eens terug.