De Eerste Wereldoorlog boeit mij mateloos. Niet in die mate mateloos dat ik wekelijks de Last Post onder de Menenpoort bijwoon of alle oorlogskerkhoven van de Commonwealth War Graves Commission alfabetisch kan oplijsten. Maar de Flanders fields van ’14-’18 behoren tot mijn fields of interest. Al voelt het instinctief wat onrespectvol aan om een oorlog interessant te vinden.
Misschien schuilt de oorzaak in mijn opleiding als historica. In 2005 studeerde ik per slot van rekening af met een thesis getiteld “Nieuws van het westelijk front – De prentbriefkaart als propoganda-instrument tijdens de Eerste Wereldoorlog”. Misschien schuilt de oorzaak in mijn home region, meer bepaald de frontstreek en omgeving. Obussen naast elektriciteitspalen – wachtend op DOVO – zijn voor mij uiterst herkenbare beelden uit mijn jeugd.
Als je in de aanloop naar Wapenstilstand in het Verenigd Koninkrijk rondloopt, dan voel je dat je niet de enige bent met dit gevoel. De meerderheid van alle Britten speldt immers in de Remembrance Day periode een poppy badge op.
Waarom doen wij dit in België ook niet? We hebben rode lintjes tegen aids, roze lintjes tegen borstkanker, vlinders tegen zinloos geweld… Waarom dan geen klaproos om duidelijk te maken dat wij als inwoners van het strijdtoneel van toen – los van enige hedendaagse politieke boodschap – de Groote Oorlog nog niet vergeten zijn?
Ik pleit voor.
Waar kan ik er eentje kopen?