Deze resto review schreef ik origineel in opdracht van Goesting magazine – dat maandelijks verscheen als bijlage bij De Morgen en Het Laatste Nieuws.
Foodsharing zit in de lift en dat is ook de jonge Roeselaarse chef Jonas Aernout niet ontgaan. Hij opende afgelopen najaar in de Henri Horriestraat Gastro – jawel – Henri.
Wij arriveren op een vrijdagavond als eerste gasten. Meteen krijgen we de kaart en een woordje uitleg. Het sharing menu (€ 49) behoort tot de opties, wij denken wegens tijdsnood eerder aan à la carte. Wel wat vreemd dat er daar niet gedeeld moet worden.
Starten doen we met een geslaagde alcoholvrije cocktail (€ 6) die gember en limoen bevat en twee hapjes: gefrituurde nobashigarnaal (€ 16) en huisgemaakte bitterballen (€ 8). De smaakvolle garnalen dippen we in een currysausje; de ietwat muffe bitterballen in tartaar. Beide porties vullen vrij goed, waardoor we tevreden zijn hierna rechtstreeks naar de hoofdgerechten te springen.
Voor mij wordt dat op vel gebakken kabeljauw (€ 27). Mijn vriend lust graag rund en informeert naar de helft van de Simmental côte à l’os (normaliter voor 2 personen). Ze stellen hem een alternatief stukje rund (€ 28) voor en hij hapt toe. Ik proef tevreden van mijn mooie stuk vis met preistampers (ook wel ‘stoemp’ in andere provincies) met als extra groentjes romanesco, kerstomaatjes en sugar snaps. Alleen onhandig dat de mousseline volledig op het vel ligt. Dat vel eet ik liever niet op, dus dat wordt schrapen. Aan de overkant hoor ik geen klachten over het rundsvlees en de béarnaise, wel ontwaar ik licht gemompel bij de rest. De patata brava blijken vrij droge uitgestoken aardappelen, de linzenhummus een poging tot originaliteit bij een Belgische klassieker. Daarbij drinkt hij een uitstekend glas San Lorenzo uit Montepulciano d’Abruzzo uit 2015 (€ 5). Ik hou het bij een ginger ale van Thomas Henry (€ 3,50).
Na deze wederom royale porties besluiten we te passen voor dessert. De rekening volgt vlot, de kans krijgen om deze ook effectief te betalen blijkt minder evident. Na meer dan een kwartier wachten kunnen we dan toch vertrekken. Altijd jammer, zo’n valse noot op het eind.