Sonobox

Zoals mijn neefjes niet weten wat een bandenspeler is, zo hoorde ik het deze week ergens net voorbij de Duitse grens donderen toen een collega sprak over de sonobox.

“Wablieft? Never heard of…”, hoor ik Generation Y’ers al opperen.

Flickr picture by pianococtail

Het blijkt een bakje te zijn dat vanaf de jaren ’60 hoorde bij bepaalde encyclopedieën, zoals Larousse. De raadpleger der encyclopedie behoefde enkel de sonobox op een afbeelding met grammofoonachtige groeven te plaatsen. Op die manier kon je – volgens de getuigende collega – bijvoorbeeld een geluidsfragment beluisteren bij de landing op de maan.

Dat de sonobox bestaat. Tot daar aan toe. Dat ik tot op heden niet van dat bestaan bewust was. Toch straf! Ondertussen vlei ik mij neer bij de gedachte dat de sonobox wel niet de enige zwarte vlek in mijn erfgoedelijk geheugen zal zijn.

Bijkomende vaststelling tijdens het Googlen: er bestaan nog voorwerpen waarover Wikipedialand besluit te zwijgen…

Tussen ons gezegd en gezwegen…

Het doet er niet toe.
Of we nu zeggen.
Of we nu zwijgen.
Het doet er niet toe.

Verstaan doen we toch.
Elkaar.

Dat zeggen kan fluisteren.
Of verwijten, mompelen, tieren.
Dat zwijgen kan vredevol.
Of hardnekkig, nukkig, onbuigzaam.

Verstaan doen we toch.
Elkaar.

Te gek voor woorden

Gek zijn is gezond. Stef Bos zong het en ik geloof hem.
Maar wat als iets of iemand te gek is voor woorden?

Wat dan? Breekt dan de oorverdovende stilte los? Verschuift de expressie dan naar de andere zintuigen? Misschien wel te gek voor woorden, maar niet voor beelden. En waar trekken we de lijn? Wat is gek? Wanneer is iets of iemand te gek?

En kun je überhaupt schrijven over de onmogelijkheid iets binnen de grenzen van letters, grepen, woorden te vatten?