TRACK – part one

TRACK is een tijdelijke tentoonstelling in verschillende Gentse stadswijken. Vaak in de openbare ruimte, soms in nogal openbare gebouwen. Voor deze laatste moet je een rittenkaart kopen in één van de TRACK infopunten, de andere kun je vrij bezoeken.

[portfolio_slideshow]

Het plan was om vandaag twee van de zes wijken af te werken: Citadel en Blandijn. De rest volgt sowieso later! We starten aan het Sint-Pietersstation, de constructie rond de stationstoren (#6) blijkt echter nog niet klaar. Vervolgens fietsen we naar het Citadelpark waar de grafzerken met museumnamen van Leo Copers (#3) imponeren. We checken nog #4 en lopen daarna het S.M.A.K. binnen om wat extra uitleg en een bezoekersgids. Daar vertellen ze ons dat verschillende kunstwerken uit de Citadelbuurt verhuisd of uitgesteld zijn: eentje naar het MSK wegens schrik voor koperdiefstallen (#9), eentje naar ’t Zuid (#2), eentje is out wegens een doorgebrande pelicule (#7), eentje zit nog vast in een Kongolese luchthaven (#1). Nog eens terugkomen blijkt de boodschap! We zetten de tocht verder richting Sint-Pietersabdij. Daar laten we onze rittenkaart knippen voor de impressionante fotoverzameling van Fischli en Weiss (#12). Tevens charmeert de buitenbibliotheek met vrij mee te nemen of achter te laten boeken (#10) in de tuin van de abdij. Op het dak van de faculteit Economie staat een eerder vreemd kunstwerk (#14) waar de vrouwelijke suppoost een nogal complex-conceptuele uitleg bij geeft. Het loopt al tegen 18u en alle TRACK-locaties beginnen dicht te gaan. Dus rijden we nog langs de muurtekst (#14) op een gebouw van de UGent in de Sint-Pietersnieuwstraat en bollen tenslotte Bijlokewaarts.

I want more TRACK! Coming soon…

MIAT

Op zo’n tussen-de-twee-dag (geen slecht weer, desalniettemin een gebrek aan zon) met een lief dat zowat een roes uitslaapt, fiets ik op het middaguur richting MIAT. Bij aankomst ziet het museum er langs de buitenkant behoorlijk verlaten uit; die indruk verdwijnt niet wanneer ik binnenstap. Achter de balie zit een vermoedelijk pensioengerechtigde Gentenaar die blij lijkt iemand te zien. Na het checken van een paar parameters (in Gent wonende, mijn leeftijd) verkoopt hij mij een ticket van € 3,75. Hij licht nog even toe dat ik best begin op het 5de verdiep en zo afdaal naar 4 en 3. Momenteel loopt er geen tijdelijke tentoonstelling in het MIAT, we zitten namelijk in het vacuüm tussen ‘Futiel textiel’ en ‘Goal! Voetbal voor ’t fabriek’. Misschien wel niet zo’n bijster goed idee dan om net nu voor het eerst in het Museum Industriële Archeologie en Textiel rond te lopen.

Ik stap de lift uit en blijf meteen even stil staan om van het uitzicht over Gent te genieten. Daarna start ik met ‘Ons industrieel verleden 1750-1900′ op de 5de etage. Dit moet zowat het eerste museumbezoek zijn waar ik mij zowaar niet volledig op m’n gemak voelde… Een volledig verlaten ruimte die zijn beste tijd gehad lijkt te hebben, krakende weefgetouwen van eeuwen geleden, enkel mijn eigen voetstappen. ‘Wat kom je hier in godsnaam zoeken?’, spookt het door mijn hoofd. En ook wel dat dit de perfecte setting voor een aflevering van één of andere politieserie zou zijn… Murder at the museum! Halfweg deze verdieping werd ik opgeschrikt door een suppoost die mij er op wijst dat foto’s maken verboden is in het MIAT. Ik repliceer dat dat toch niet meer van deze tijd is; hij antwoordt achter dat ik het wel op voorhand kan aanvragen (meer info op de website). Met een zucht berg ik mijn fototoestel op en daal af naar de 4de etage.

[portfolio_slideshow]

Hoe oubollig het hoogste verdiep aanvoelt, zo fris verrast het verdiep lager over ‘Wereldwijdwerken, zes generaties over werk en leven’. Een hoge ruimte met indrukwekkende raampartijen en wit als hoofdtoon. Met eigentijdse belettering en interactieve elementen worden de producten van de industrialisatie voor de verschillende generaties belicht. Na nog een trap neerwaarts beland ik in ‘Katoenkabaal’ op de 3de etage. Hier wordt voornamelijk ingezoomd op het textiel zelf. Qua beleving iets minder hedendaags dan het ‘Wereldwijdwerken’, doch tegelijkertijd tevens minder angstaanjagend dan de levensechte poppen op de bovenste verdieping.

Wanneer ik een uurtje later naar buiten wandel, vraagt de balieman mij nog op de reep ‘En, hoe was het?’. Ik draai mij glimlachend om en zeg dat ik zeker nog eens terugkom als er een extra expo loopt. Beloofd! Mijns inziens liggen er voor het MIAT heel wat mogelijkheden in workshops en dergelijke, een koers die ze met hun mooi gevulde activiteitenkalender resoluut kiezen. Ik hou die in het oog.

Marie

Het nuttige aan het aangename koppelen. Dat praktiseerde ik vandaag door de eerste afspraak met mijn nieuwe boekhouder te organiseren in een eetadres op mijn restolijstje: Marie. Na even blokjesrijden in de Berchemse Boomgaardstraat spot ik een parkeerplaats en quasi precies op tijd arriveer ik in wat Zone 03 omschrijft als een buurtrestaurent.

Hij bestelde al een Vedett, ik ga voor een glaasje cava. Als wachtverzachters verschijnen smaakvol gemarineerde zwarte olijven (ik zie citroen en rode chilipeper) en een edele vorm van salami met peperbollen op tafel. We bestuderen de krijtborden waar de voor-, hoofdgerechten en desserts te lezen staan. Mijn gezelschap gaat voor konijn, ik twijfel tussen osso bucco, dorade of meivis. Zoals steeds beslis ik pas als de gastvrouw (Marie?) naast mij staat: meivis met lamsoor en tomate concassé. Ik at nooit eerder meivis, oftewel geep. De soortnaam zegt mij vaag iets en het klinkt als een seizoensproduct – nomen est omen. Een door nieuwsgierigheid gedreven keuze dus.

Een cava later is het etenstijd: stevige borden met ruime porties eerlijk eten. Ja, je mag tussen de regels lezen dat verfijning bij Marie ondergeschikt is aan gezelligheid. Retrobehang tegen de muur, krijtborden en ettelijke kaders, houten meubels. De tegelijk eigentijdse touch die het restaurant hier aan geeft en de eerlijke keuken zonder poespas en daarbij weinig couverts bekoort – getuige de ‘gereserveerd’ bordjes op alle tafels.

Aan de overkant wordt het konijn met smaak verorberd. Mijn meivis blijkt een witte vis met zilverkleurig vel te zijn, die mij wat aan haring of rolmops (tenslotte ook haring) doet denken. Het gerecht smaakt ietwat zurig, met een frisse toets door de lamsoor en de tomatenblokjes. Verrassend, lekker, maar helaas tezelfdertijd iets te saai qua smaken voor zo’n grote portie. Gelukkig verschijnt verder een kommetje met gebruneerde aardappelen op tafel om het gerecht aan te vullen. Misschien uiteindelijk toch niet zo’n sublieme keuze.

Marie, Berchem

Bij deze wil ik mij ook excuseren voor mijn lamlendige foto. Om een voor mij nog niet geprononceerde reden voel ik tegenwoordig iets meer gêne om uitgebreid mijn bord te fotograferen alvorens aan het consumeren te slaan. Daarom gebruik ik voor mijn foodfoto’s almaar frequenter mijn iPhone in plaats van mijn Lumix. Die gêne is trouwens logischerwijs rechtevenredig aan de mate waarin ik in bekend gezelfschap verkeer.

We ronden beiden af met thee: hij rooibos, ik verse munt. Heerlijke zandkoekjes overigens. De rekening bedraagt een schappelijke € 66. Samengevat een fijn adresje waar je gezellig en puur kan eten zonder meer. Als iemand mij voorstelt om bij Marie af te spreken, zal ik dat niet afwijzen. Al zou ik wel elders opperen wanneer het initiatief bij mij ligt.