Nina Mondriaan

Kennen jullie Nina Mondriaan?

Ze is 14 jaar.
Heeft 3 oudere broers.
Woont in een gerenoveerde molen.
Houdt van donkeroranje, okergeel en bordeaux.

Ze woonde meer dan 10 jaar geleden in mijn fantasiewereld.
Ze was de verbeterde versie van mezelf.
Mijn manier van schaapjes tellen.

Santiago de Compostella

Diep graaf ik in mijn herinnering om aan te prikken waar dat plan vandaan komt. Dat plan om mij ooit  op eigen kracht (lees: wandelend of fietsend) richting Santiago de Compostella te begeven. Mijn vinger leggen op de dieperliggende oorzaak of de concrete aanleiding van deze avontuurlijke droom lukt niet.

Mijn eerste gedocumenteerde, openlijke voorkeursuiting voor het bedevaartsoord dateert van een 16tal jaar geleden. Ergens tussen mijn 12de en 13de schreef ik een boekje – met de nadruk op ‘je’ – over een jong meisje dat doorheen het verhaal samen met een hippe oom de fietstocht naar Santiago de Compostella maakt. Als ik het mij goed herinner zonder succes, maar dat moet ik binnenkort eens op het manuscript in het ouderlijke huis verifiëren.

Dan was er een gepensioneerde in mijn dorp die te voet de pelgrimstocht aflegde.
En nog een jeugdroman ook waarvan de titel mij nu ontsnapt.
Recentelijk werd mijn ooit-in-mijn-leven-plan nieuw leven ingeblazen door de rubriek “Weg naar Compostela” in Man Bijt Hond.

Los van enige christelijke drijfveer bewaar ik die droom ergens op sterk water.
Bij benadering 1835 km al wandelend, al fietsend.
Langs de route van de pelgrims, langs de schelpen.
Met tijd en ruimte om volmondig en borstvullend te ademen…

Zo binnen een jaar of twintig.
Als ik een midlifecrisis moet doorstaan of aan herbronning toe ben.

Kinderen Voor Kinderen

Geen idee of het een wijdverspreide gewoonte was, maar mijn televisionele beleving beperkte zich als kind – in het pre-Ketnet/Nickelodeon/KZoom tijdperk dus – niet tot onze landsgrenzen. Niet dat ik mijn kennis van het Frans bijschaafde met behulp van Waalse televisieprogramma’s. Neen, onze Noorderburen zogen mijn aandacht – en ook die van mijn zus – naar zich toe.

De intrede van Sinterklaas met stip op één. Het Jeugdjournaal, Het Klokhuis, De Grote Meneer Cactus Show, Het Zakmes.

En dan was er nog Kinderen Voor Kinderen. In eerste instantie met groots opgezette liveshows, later ook met videoclips.

Kinderen voor kinderen
Een kind is hier zo rijk
Kinderen voor kinderen
Het is zo ongelijk
Een kind onder de evenaar
Wordt later vaak een bedelaar
Kinderen voor kinderen
Voor kinderen van daar

Mijn zus en ik extatisch bij het horen van deze tune. Als ik het mij goed herinner zelfs van die zeldzame gelegenheden dat we in de zetel mochten eten. Kijkend, meezingend (met volle mond, denk ik dan), dromend van ooit zelf meedoen… Niet dat ik – of ons Westrozebeekse Jeko-koor – daarvoor ook maar enigszins in aanmerking kwam, zelfs al zat “hartstikke” en “asjemenou” vervat in onze woordenschat.

Jeugdsentimentaliteit troef trouwens tijdens het rondsnuisteren op hun verdomd volledige website. Liedjes beluisteren, filmpjes bekijken. Stiekem meelippen en merken dat je de tekst nog kent…

Iedereen kent wel de Kinderen Voor Kinderen klassiekers. Over waanzinnige dromen, over onbewoonde eilanden, over bie ba boe ba borden, … Mijn favoriete nummertjes situeren zich echter op cassette / cd 10 tot en met 14: lariekoek en apekoolvuur en vlam en baklava of rijstevla. Ondertussen blijft het koor overigens lustig verderzingen, ondertussen al 31 seizoenen lang.

Big’s walking piano

Een paar dagen geleden onder mijn dons dacht ik ineens aan mijn piano – iets wat de laatste tijd meer en meer voorkomt gezien de steeds concreter wordende reünie met mijn buffetpiano, binnen anderhalf jaar of zo.

Tegelijk flitste een brok jeugdsentimentaliteit door mij heen. Want mijn keuze om destijds piano als tweede instrument te selecteren, hangt eigenlijk samen met een bepaalde filmscène. Tom Hanks die doorheen de film Big als volwassene in een kinderlichaam rondloopt. En vol jeugdig voetenwerk middenin een speelgoedwinkel klank tovert uit een gigantische vloerpiano.

Tegenwoordig zouden ze daar minstens 50 bij verrassing opduikende dansers bijvoegen en categoriseren als flash mob. Tom Hanks deed het alleen, of maximum samen met Robert Loggia (dank u wel, IMDb en Wikipedia) in een quatre pieds.

Mijn vriendin van weleer had een scherp gehoor en reproduceerde in een mum van tijd alle muziek die ze aanhoorde op haar witte en zwarte toetsen. Ik hoorde het doorgaans iets minder, of iets trager. Maar ik reproduceerde mee.

De quatre pieds uit Big, de instrumentale ouverture uit The Lion King of het piano-intermezzo uit de Congress cd “Angry with the sun”. Zij reproduceerde. En ik? Ik reproduceerde mee.

Het old school gevoel

Wedden behoort niet tot mijn dagelijkse gewoontes. En toch ging ik een heel aantal jaren geleden een weddenschap aan met mijn vader.

Ik was een puber destijds. Gek van Osdorp Posse. Vol bewondering voor Def P. Zijn woordvirtuositeit, ook al zijn de woorden die hij selecteert soms ronduit grof. Lees: cool voor een pubergeest. Vooral om deze woordenvloed behorend tot de categorie Nederhop volledig mee te rappen.

Mijn vader geloofde destijds niet dat ik deze rijmzinnen 10 jaar later (anno 2011 dus ongeveer) nog steeds zou kunnen meebekken.

En helaas had hij gelijk…
Eventjes de test gedaan en ik moest het al opgeven doorheen de 11de tekstregel.
Toeme toch!

Ik heb een gevoel, een uniek gevoel.
En mischien dat jij snapt wat ik bedoel.
’t Is een bepaalde sfeer, een diep gevoel.
Een gevoel dat terug gaat tot in the old school.
Het is hiphop, de pure hiphop.
De funkie stijl die alle andere shit klopt.
Het gevoel is wel oud maar krachtig,
ik neem je mee terug naar 1982.
M’n neef en ik begonnen samen met graffiti,
we waren nog jong maar we gingen al city.
Dag en nacht waren wij daarmee bezig,
op elke muur was onze naam aanwezig.
En toen zagen we New York op T.V.,
een maakten onze eerste peace op de O.S.G.
En negentien drie en vieren tachtig,
god kolere die shit was prachtig.
Ik zie het nog helemaal voor me, glashelder,
de Amsterdamse grafische school, de kelder.
De plek voor breakdance en electric boogie
en de rest van de school stond te kijken in een hoekie.
Sommigen begonnen toen te rappen in die tijd,
en de hiphop cultuur werd vet verspreid.
En toen het in ’85 echt begon,
elke zaterdagavond naar Akhneton.
Want discotheken konden mijn interesse niet wekken,
ik ging liever Amsterdamse pioniers uitchecken.
Zoals the Beatmasters en the Smallboys,
the Charming-crew, LTH en Rude Boy.
Damn, die shit was underground,
maar in de states was rap al all-around.
Dus wij meteen vertrekken om de boel uit te checken,
in Amerika en het gevoel was lekker.
Terug in Nederland nu alweer een jaar later,
iedereen rapte en ik kon het niet laten,
Om ook funkie shit in het Engels te gaan bassen,
samen met DJ-Prof het was klasse.
We kickten de Freaky-Freaky-Free-Style shit
en droomden stiekum van een dikke vette hit.
1988 kwam reeds,
en ik weer met m’n Engelse raps naar de States.
Ik liet ze horen naar wat rappers in klompen / Compton,
en vroeg er om wat ze er eerlijk van vonden.
Ze zeiden:
“Man, man I kinda like that shit,
but in the U.S. of A. you’ll never make a hit.
You can’t hide where you coming from ma man,
so kick your own shit back in Amsterdam.”
Mmm ja, en ik dacht, ze hebben gelijk,
ik blijf een boerenkoolvreter uit een Amsterdamse wijk.
Maar aangezien ik daar nog altijd trots op ben geweest,
ging ik in ’89 te keer als een beest.
En begon hardcore in de Nederlandse taal — Wat een wack idee —
schijt aan jullie allemaal!
Ik probeer wat te creeeren, maar je noemt me klerelijer,
Maar ik ben een creatieve, zeg maar creatyfuslijer.
En maak me blijer,
want elke reactie is voor mij een postieve, lijer!
Het was een moeilijke tijd maar we gingen d’r voor,
en in 92 brak onze shit echt door.
En dan de stap naar nu,
je hoort gewoon te veel neppe rappers met een te laag IQ.
Nou komt iedereen met een pop of met een crossover band,
maar ik weet wel wie van hun de old school kent.
Want zet je zo’n rapper op een kale hiphop beat,
zonder band om zich te schuilen, dan vloeit die sukkel niet.
Als zo’n rapper dat nou vroeger had geflikt,
dan werd ie zeker zwaar gedisd en het toneel weer afgekicked.
En dat is hoe het voor mij bleef en hoe ik leef,
omdat ik jou het liefst de pure hiphop geef.
Dus bezoek geen hardcore hiphop nacht,
als jij een hele vokking band met een show verwacht.
Want zo is het bij ons echt nooit geweest,
geef mij een beat, een mic en BOOM, ’t is feest,
Ik word moe van die nieuwe school binken,
die mij komen vertellen hoe hiphop moet klinken.
Of ze staan te praten van dat ze ons haten,
Ey, als je nadacht dan zou je het wel laten.
De vraag inderdaad is of het terechte haat is,
stop je bullshit voordat het te laat is.
Want ook dit hoort bij het gevoel,
in de ouderwetse battle weet je wel wat ik bedoel, troel.
Jij kan het gewoon niet uitstaan,
dat Nederhop zo vet is aan gaan slaan.
En ook al vindt je mijn shit vaak te hard,
al die Nederlandse teksten komen recht uit m’n hart.
Want soms voel ik mij geirriteerd,
soms voel ik mij aggressief,
soms voel ik mij gewoon prima,
soms voel ik mij depressief,
soms voel ik zelfs helemaal niets,
soms voel ik mij tiptop,
Maar godverdomme hoe ik mij ook voel,
ik voel me altijd op en top hiphop!
Het Old School Gevoel!
Yeah, en als jij nu denkt waar maakt die gozer zich nou druk om met
z’n old school gevoel, is dat zeker omdat jij het old school
gevoel niet begrijpt en als jij het niet begrijpt betekend dat
niet dat het allemaal maar onzin is. En als sommige nieuwkomers
zich gefokt voelen door deze teksten dan werd het misschien wel
tijd dat je een keertje goed gefokt werd. En voor de rest, het
maak geen reet uit of je nou een of vijftien jaar met hiphop bezig
bent, het gaat om hoe je er mee bezig bent.
Uit van hier.